Bewerken: De leerlijnen van minor

Titel (ar)

Subtitel (ar)

Inleiding (ar)

Titel (de)

Subtitel (de)

Inleiding (de)

Titel (en)

Subtitel (en)

Inleiding (en)

Titel (es)

Subtitel (es)

Inleiding (es)

Titel (et)

Subtitel (et)

Inleiding (et)

Titel (fr)

Subtitel (fr)

Inleiding (fr)

Titel (nl)

Subtitel (nl)

Inleiding (nl)

Titel (pl)

Subtitel (pl)

Inleiding (pl)

Titel (ru)

Subtitel (ru)

Inleiding (ru)

Titel (tr)

Subtitel (tr)

Inleiding (tr)

Titel (zh)

Subtitel (zh)

Inleiding (zh)

De toetsen Minor IdK
<table border="0" width="71%">
<tbody>
<tr>
<td width="4%">
 
</td>
<td width="69%">
 
</td>
<td width="25%">
 
</td>
</tr>
<tr>
<td width="4%">
1
</td>
<td width="69%">
CONCEPTUELE LIJN
(hoorcolleges over achterliggende visie en theorie)
</td>
<td width="25%">
TOETS
(verslag)
 
</td>
</tr>
<tr>
<td width="4%">
2
</td>
<td width="69%">
ONDERNEMERSCHAP
(praktijkverhalen van kunstenaars-innovators)
</td>
<td width="25%">
 
 
</td>
</tr>
<tr>
<td width="4%">
3
</td>
<td width="69%">
KUNST ZIEN EN VOELEN
(Zelf geraakt worden in musea en ateliers; misschien iets mee-doen)
(Eventueel op zaterdagen!)
</td>
<td width="25%">
 
</td>
</tr>
<tr>
<td width="4%">
4
</td>
<td width="69%">
THUIS WERKEN
(Theorie lezen; uitzending gemist programma’s zien, alles verwerken in je blogs)
</td>
<td width="25%">
BLOG
</td>
</tr>
<tr>
<td width="4%">
5
</td>
<td width="69%">
INNOVEREND VERMOGEN
(in werkgroepje divergeren; uitgedaagd worden veiligheid los te laten; mindmappen, moodboards,…)
</td>
<td width="25%">
PRESENTATIE
van 2,3,4,5
 
</td>
</tr>
<tr>
<td width="4%">
 
</td>
<td width="69%">
 
</td>
<td width="25%">
 
</td>
</tr>
</tbody>
</table>
 (2,5 EC) “Persoonlijk uitgewerkte visie op Innovatie door Kunst”.
Een take home toets waarin je uitgedaagd wordt je persoonlijke visie op de relatie tussen vakmanschap, kunst(enaarschap) en innovatief denken te versterken middels zelf gekozen bronnen.
Gebruik daarvoor de volgende richtlijnen en vragen:
 Op één van de volgende vijf manieren:
<ol>
<li>‘Advies’ (Mogelijke organisatorische oplossing of godsdienst-pedagogisch advies, o.i.d.)</li>
<li>‘Ontwerp’ (Mogelijk ondernemingsplan, cursus of nieuwe kerk-formule)</li>
<li>‘Eindproduct’ (Mogelijk als short film, animatie, theater, verhaal, o.i.d.)</li>
<li>‘Handeling’ (Een uitwerking van je professioneel gedrag; lesgeven, verplegen, begeleiden, ondernemen, etc.)</li>
<li>‘Onderzoek’ (Beschrijven antwoorden en conclusies n.a.v. een onderzoeksvraag, uitvoering hiervan)</li>
</ol>
Met afsluitend een paragraaf met jouw persoonlijke reflectie/conclusie.
 Praktische voorwaarden:
<ol>
<li>Inleveren op Entree</li>
<li>Deadline = XX</li>
<li>.. Dat laten we aan jou over. Ga voor kwaliteit</li>
</ol>
 
Zoek bronnen, die ...
<ul>
<li>Vernieuwende concepten op gebied van innovatie en kunstenaarschap laten zien;</li>
<li>Theorie en praktijk integreren;</li>
<li>Met echte ervaringen onderbouwd zijn;</li>
<li>Actueel toegepast worden;</li>
<li>Aantoonbaar innovatie aan willen zwengelen;</li>
<li>Jouw visie op de trits innovatie, kunst en vakmanschap versterken.</li>
</ul>
 Deze bronnen kunnen heel divers zijn Gebruik er minstens 10. Een paar voorbeelden:
<ul>
<li>Boeken</li>
<li>Blogs, vlogs en TV-programma’s</li>
<li>Persoonlijke ervaring met innovatief denken</li>
<li>Praktijkervaring</li>
<li>Observaties</li>
<li>Meedoen met andere ‘kunstenaars’</li>
</ul>
 Behandel in je toets in ieder geval drie van de volgende vijf vragen:
<ol>
<li>Wat willen de ‘bronnen’ vooral benadrukken en welke sterke argumenten gebruiken ze daarvoor?</li>
<li>Wat leer je over de cultuur waarin je leeft en het appèl dat deze cultuur op jou als 21e eeuws vakman doet?</li>
<li>Wat is de toegevoegde waarde voor de integratie van kunst in innovatie binnen jouw beroep?</li>
<li>Wat zijn de sterkste remmende factoren bij innovatie in jouw beroep? Welke rol spelen die bij jou persoonlijk?</li>
<li>Op welke wijze heeft deze zoektocht je visie op je beroepsuitoefening beïnvloed?</li>
</ol>
 Beoordelingscriteria (elk 25%)
<ol>
<li>Diepgang
<ol>
<li>Actualiteit en relevantie (overtuigingskracht) van gekozen bronnen</li>
<li>Reflectie op Bijbelse uitgangspunten</li>
<li>Integratie van bronnen in je eigen verhaal en visie</li>
</ol>
</li>
<li>Juistheid
<ol>
<li>Aansluiting gebruikte bronnen bij eigen vraagstellingen</li>
<li>Actualiteit en relevantie (overtuigingskracht) van gekozen bronnen</li>
<li>Beantwoording van de vijf hierboven genoemde vragen</li>
</ol>
</li>
</ol>
<ul>
<li>Concretisering en conceptualisering
<ol>
<li>Concreet verwoorden van ervaringen, gedachten, concepten</li>
<li>Verbinding theorie en praktijk</li>
<li>Toegevoegde waarde voor bezinning innovatie, kunst en vakmanschap</li>
</ol>
</li>
</ul>
<ol>
<li>Professionaliteit
<ol>
<li>Netheid</li>
<li>Structuur en opbouw van je verhaal, verslag, film</li>
<li>Argumentatie, logica, overtuigingskracht en begrijpelijkheid</li>
</ol>
</li>
</ol>
 
<ol>
<li>(0,5 EC) “Blog”</li>
</ol>
Hou gedurende de minorweken een blog bij waarin je mijmeringen, indrukken en ervaringen beschrijft (of via beelden / filmpjes vast legt).
Lees minstens 2 blogs van de andere minor-studenten (degene die alfabetisch vóór en na jou komt in de presentielijst) en stuur kort je reactie naar Jelle (jaterpstra@che.nl).
 
<ol>
<li>(4,5 EC) “Werken aan Concept in werkgroep en Presentatie”</li>
</ol>
Deze minor is sterk persoonsgericht. Via uitdagende inhouden; prikkelende stellingnames; afwijkende praktijken; inspirerende sprekers en grensverleggende opdrachten werken we aan diepe verwerking. Een reflectieopdracht is dan een logische toetsvorm. Daarnaast is je actieve participatie in de werkgroep essentieel en is de presentatie ook een toetsvorm.
Centrale vraag: werk een concept uit. Dat kan een vraagstuk zijn waar je beroepsmatig mee worstelt, een aspect dat je zou willen toevoegen aan ons leven (in de meest brede zin), een ontwerp of verhaal waarin voor jou belangrijke waarden zichtbaar worden of een levensvraag waar die jou raakt en van betekenis is voor je leven/werk en dat van anderen.
Wat is een concept? Een concept kan worden gezien als een kapstok, waar je alles aan op kunt hangen. Het moet toegevoegde waarde hebben en het liefst iets toevoegen aan het beter of mooier maken van de wereld. Het moet mensen inspireren.
Een communicatieconcept trechtert unique selling points en emotional selling points van een positionering, visie en missie en zet deze om in een onderscheidend verhaal. Het is direct begrijpelijk, raakt de doelgroepen en creëert volgers en fans. Een goed concept verwoordt de ziel van een product, community of organisatie. Het raakt de essentie van wat een organisatie beweegt, of verwoord waar deze passie voor heeft. Effectieve concepten moeten vandaag de dag aan een aantal voorwaarden voldoen, willen ze het beoogde resultaat hebben. Vroeger waren waarden als functionaliteit, logica, zakelijkheid en argumenten belangrijk. Tegenwoordig zijn de volgende waarden of zintuigen essentieel:
<ul>
<li>Design: Het ontwerp gaat verder dan de functie van het product alleen, het moet de zintuigen prikkelen.</li>
<li>Storytelling: Waarmee je de emotie raakt en er een gevoel aan koppelt.</li>
<li>Symphony: Het vermogen om nieuwe relaties en combinaties te maken die eerder door niemand werden gezien.</li>
<li>Empathy: Dit gaat verder dan de logica en emotie en betrekt intuïtie erbij, zodat je begrijpt wat mensen beweegt en raakt.</li>
<li>Play: Speelsheid, humor en luchtigheid zijn essentieel.</li>
<li>Meaning: Betekenis geven aan de wereld vanuit het ‘waarom’ je iets doet. ‘Veel bedrijven weten wat ze doen, sommigen weten hoe ze het doen, maar weinigen weten waarom ze het doen’, zo legt Simon Sinek uit.</li>
</ul>
Ons denken verschuift van analytisch naar conceptdenken. Het conceptuele tijdperk, waarin we nu zijn beland, gaat om combinaties leggen tussen je linker- en je rechterhersenhelft. Beide hersenhelften zijn nodig om te komen tot de juiste context om betekenis te kunnen geven aan dingen. Met conceptdenken activeren we andere delen van de hersenen. Daarmee dragen we effectievere oplossingen aan voor de ingewikkelde problemen van vandaag.
Verdere beschrijving toets (presentatie, plus reflectieve uitleg) Deze opdracht maak je natuurlijk voor 90% voor jezelf. Tegelijk is het een toetsvorm. Bij het beoordelen letten we op
<ul>
<li>Aanwezigheid van en Samenhang tussen de verschillende delen (Design, Storytelling, Symphony, Empathy, Play, Meaning)</li>
<li>Diepte in relatie hoofd, hart en handen</li>
<li>Diepte in relatie kunstenaar en vakman</li>
</ul>