Annuleren
Bewaren
Publicatie
English
Nederlands
Gepubliceerd in
العربية
Deutsch
English
Español
Eesti
Français
Nederlands
Polski
Русский
Türkçe
中文
Titel (ar)
Subtitel (ar)
Inleiding (ar)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Titel (de)
Subtitel (de)
Inleiding (de)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Titel (en)
Subtitel (en)
Inleiding (en)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Titel (es)
Subtitel (es)
Inleiding (es)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Titel (et)
Subtitel (et)
Inleiding (et)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Titel (fr)
Subtitel (fr)
Inleiding (fr)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Titel (nl)
Subtitel (nl)
Inleiding (nl)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Titel (pl)
Subtitel (pl)
Inleiding (pl)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Titel (ru)
Subtitel (ru)
Inleiding (ru)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Titel (tr)
Subtitel (tr)
Inleiding (tr)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Titel (zh)
Subtitel (zh)
Inleiding (zh)
Intervisie met Kunstobjecten Er zijn verschillende rollen. Er is één persoon die een vraag inbrengt. Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep. 1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag. 2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de situatie van de inbrenger is. 3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast. 4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk. Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over. 5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
العربية
Deutsch
English
Español
Eesti
Français
Nederlands
Polski
Русский
Türkçe
中文
Mediabestand toevoegen aan pagina
Mediabestand toevoegen aan pagina
Mediabestand toevoegen aan pagina
Mediabestand toevoegen aan pagina
Mediabestand toevoegen aan pagina
Mediabestand toevoegen aan pagina
Mediabestand toevoegen aan pagina
<p>Kunstenaars laten zien dat</p> <p>als je iets helemaal doet,</p> <p>zonder reserves, in alle kwetsbaarheid en zichtbaarheid,</p> <p>je inspirerend bent.</p> <p>(IJsseling, G. (2016) Staging Leadership in Blad jaarboek HKU lectoraat Kunst en Professionalisering)</p>
Mediabestand toevoegen aan pagina
Mediabestand toevoegen aan pagina
Mediabestand toevoegen aan pagina
Mediabestand toevoegen aan pagina
Gekoppelde media
voeg een mediabestand toe
Reflectie
Bewaren
Bewaren en bekijken
Verwijderen
Bewaren