Werkvorm als omgangsvorm
Is deel van: Werkvormen - waarom zoveel aandacht?
In het werk kennen we allemaal een aantal niet zo zindelijke gewoontes. Tafels vol laptops met hoofden erachter die tijdens de vergadering nog gauw even iets anders doen. De pikorde van wie het langst wil en mag praten en de vormen van exclusie die daar mee gepaard gaan. Gelijkhebberigheid en geldingsdrang tieren welig. In de samenleving zien we die beelden terug. Tegenstellingen staan op scherp, er is een toenemende polarisatie, shaming en blaming en wie niet voor mij is, is tegen mij. Het belang om aandacht te besteden aan de relationele kant van samen leven en samen werken wordt steeds groter.
Wat is hierin de belofte van de werkvorm? Interessant aan een werkvorm is dat die spelregels bevat over hoe we met elkaar omgaan. Gedurende de tijd van de vorm volgen we richtlijnen hoe lang we iets doen, wanneer we aan de beurt zijn en hoe we omgaan met de bijdrage aan een ander. Als vanzelf komen daarmee omgangsvormen mee: beleefdheid, ruimte voor de ander (zorgzaamheid), aannemen wat gezegd wordt en daar iets aan toevoegen, het gesprek als gezamenlijke creatie.
Nog groter gemaakt kunnen we van werkvormen zeggen dat het eigentijdse rituelen van samenkomst zijn. Het vieren van het samenzijn. Is dat helemaal over de top? Het werk is hoe je het wendt of keert een vorm van samenkomst. Hoe geven we daar uitdrukking aan? Door samen te werken! Wat helpt ons daarbij? De manieren waarop we het werk vormgeven. Daarmee is de worm (naast alles waar ie instrumenteel toe dient) óók een expressie van het samen. Het versterkt tijdelijk het gemeenschappelijke en geeft een impuls aan het versterken van het relationele.
Wist je dat? Dat als je werkvormen ontwerpt en inzet ook werkt aan het weefsel van de samenleving. Wat doet die gedachte?