De auteur wil zeggen dat er meer is dan alleen het mythische binnen de kunst. Het doet iets met de creëerder, maar ook, of juist, kan het iets doen met de omgeving van deze kunstenaar. In een wereld waar alle gezamelijke waarden aan kracht inboeten en we omringd worden door nieuwe fenomenen en crises en ‘broos geworden sociale relaties’, zou de kunst gezamenlijk op moeten/kunnen gaan met andere culturele vormen als onderwijs, wetenschap, techniek, politiek enz.En een tegenkracht kunnen bieden. Kunst moet niet teveel op een voetstuk geplaatst worden, maar het zou een plaats in het leven moeten hebben zoals dat zich dagelijks aan ieder van ons openbaart.
‘Daar waar de privésfeer of de sfeer van het werk een zekere beslotenheid met zich brengt is een grondtrek van het muzische juist de openbaarheid. De opvoering brengt publiek op de been. Dat publiek wordt deelgenoot van de opvoering. De muzische activiteit schept daarmee zin en betekenis in grotere gemeenschappelijke verbanden, in een gezamenlijk gedragen cultuur.’
Wat dat betreft zouden we een voorbeeld kunnen nemen aan landen waar culturele uitingen veel meer met tradities verbonden zijn. Is dit kunst? Er wordt verteld, gespeeld, (ambachtelijk) gemaakt en gedeeld, zonder vernieuwend te willen zijn of een speciale bedoeling van de maker of speler mee te willen geven. Nee, ze zijn onderdeel van een gemeenschap waar iedereen de code’s kent, mee kan doen, en ook kan genieten van een schouwspel. Hier gaat het juist niet over een status aparte maar meer over het verhaal van de muzen.
‘Wat de mythe laat zien is een directe verbinding tussen muzische beleving en de morele dimensie van het ontstaan van gemeenschappelijke waarden’
Nu zijn deze culturele uitingen een voortvloeisel van rituelen uit het verleden of rechtstreeks in verbinden met godsdienst. Je zou kunnen zeggen dat daar waar deze rituelen nog bestaan, de gezamelijke waarden nog niet aan kracht ingeboet hebben en ze daarom ook overleven. En met afwijken van de gebaande paden heeft dit natuurlijk ook niet zoveel te maken.
‘Ik haal daarbij het muzische scheppende expressieve moment naar voren dat in elk ambachtelijk handelen besloten ligt.’
Ikzelf heb een voorliefde voor het ambacht, heb Sennett nog niet gelezen maar ga dat spoedig doen.
Wat is de bedoeling van de auteur?
De auteur wil zeggen dat er meer is dan alleen het mythische binnen de kunst.
Het doet iets met de creëerder, maar ook, of juist, kan het iets doen met de omgeving van deze kunstenaar.
In een wereld waar alle gezamelijke waarden aan kracht inboeten en we omringd worden door nieuwe fenomenen en crises en ‘broos geworden sociale relaties’, zou de kunst gezamenlijk op moeten/kunnen gaan met andere culturele vormen als onderwijs, wetenschap, techniek, politiek enz.En een tegenkracht kunnen bieden.
Kunst moet niet teveel op een voetstuk geplaatst worden, maar het zou een plaats in het leven moeten hebben zoals dat zich dagelijks aan ieder van ons openbaart.
‘Daar waar de privésfeer of de sfeer van het werk een zekere beslotenheid met zich brengt is een grondtrek van het muzische juist de openbaarheid. De opvoering brengt publiek op de been. Dat publiek wordt deelgenoot van de opvoering.
De muzische activiteit schept daarmee zin en betekenis in grotere gemeenschappelijke verbanden, in een gezamenlijk gedragen cultuur.’
Wat dat betreft zouden we een voorbeeld kunnen nemen aan landen waar culturele uitingen veel meer met tradities verbonden zijn.
Is dit kunst?
Er wordt verteld, gespeeld, (ambachtelijk) gemaakt en gedeeld, zonder vernieuwend te willen zijn of een speciale bedoeling van de maker of speler mee te willen geven. Nee, ze zijn onderdeel van een gemeenschap waar iedereen de code’s kent, mee kan doen, en ook kan genieten van een schouwspel.
Hier gaat het juist niet over een status aparte maar meer over het verhaal van de muzen.
‘Wat de mythe laat zien is een directe verbinding tussen muzische beleving en de morele dimensie van het ontstaan van gemeenschappelijke waarden’
Nu zijn deze culturele uitingen een voortvloeisel van rituelen uit het verleden of rechtstreeks in verbinden met godsdienst. Je zou kunnen zeggen dat daar waar deze rituelen nog bestaan, de gezamelijke waarden nog niet aan kracht ingeboet hebben en ze daarom ook overleven.
En met afwijken van de gebaande paden heeft dit natuurlijk ook niet zoveel te maken.
‘Ik haal daarbij het muzische scheppende expressieve moment naar voren dat in elk ambachtelijk handelen besloten ligt.’
Ikzelf heb een voorliefde voor het ambacht, heb Sennett nog niet gelezen maar ga dat spoedig doen.
‘reflecteren door te spelen’