reflectie stagedag 20 april
De studenten hebben een prachtige dag georganiseerd voor elkaar en het werkveld, met een mooie expositie, boeiende workshops en een lezing van Bart over zijn boek Muzische Professionalisering. Bart geeft gelukkig geen lezing. Bart gaat met ons in gesprek, laat ons met elkaar in gesprek gaan, Bart speelt cello, zorgt voor een geïmproviseerde performance van 9 studenten en een stagementor, laat ons met elkaar in debat gaan zoals de Maori dit doen en Bart vertelt vol passie over het muzisch perspectief. Bart werkt ruim een uur met ons en smeedt van ons een muzisch collectief.
Wat resoneert bij mij?
Waarom staat het woord 'inspiratie' nergens in onze competentieset?
Eigenheid creëeren is mensen een eigen stem geven. Vertellen over je inspiratiebronnen en dit met elkaar delen zorgt voor eigenheid en samenspel. Ik realiseer me dat ik in veel van de lessen die ik geef op zoek ben naar de balans tussen eigenheid (de eigen vragen, wensen, ideeën van mijn studenten en die van mij zelf) en samenspel (de interactie, de zoektocht naar collectiviteit, het samen tot nieuwe inzichten komen).
Het belang van vorm, het bewust zijn van je speelveld (letterlijk de opstelling in de ruimte waarin je lesgeeft) en het belang van de werkvormen en het creëren van speelruimte binnen kaders. Te vaak loop ik een lokaal binnen en neem de opstelling de inrichting voor lief. Ik neem me voor vaker het speelveld aan te passen aan wat past gezien de sfeer, de groep en het doel van mijn les.
We hopen dat onze studenten het maken en het lesgeven zelf met elkaar verbinden. In de praktijk blijkt dit voor veel studenten lastig. Bart laat zien dat het niet ingewikkeld hoeft te zijn. Hij stelt ons de vraag:
Wat heb je recent gemaakt, wat is daar belangrijk aan en is er een relatie met hoe je lesgeeft?
Ik leer dat we dit soort vragen vaker moeten stellen, aan studenten, aan collega's en met elkaar dit gesprek levend kunnen houden.
Voor mij persoonlijk is de vraag: hoe denk jij over jezelf als maker nog steeds een hele lastige. Het houdt me al bezig sinds mijn eerste kennismaking met het lectoraat, die mooie dag in augustus in de boomgaard: ben ik wel een maker? Wat maak ik dan? Waarom heb ik er zoveel moeite mee om mezelf als maker te zien laat staan te presenteren?
Okay, ik maak lessen, ik creëer situaties waarin ideeën 'gemaakt' en gedeeld worden. Ik reflecteer, samen met collega's en studenten op wat we doen. Ik improviseer tijdens het lesgeven en ik probeer vaak iets nieuws uit; een nieuwe werkvorm een andere gesprekstechniek. Toch voelt het nog steeds niet als hetzelfde maken als dat van een kunstenaar... Hoe kan ik mijn eigen makerschap meer aanwakkeren?
Tot slot: Bart daagt ons uit om door onze eigen gewoontes heen te breken. Ik realiseer me dat ik de laatste weken vooral geleefd wordt door mijn overvolle agenda, datgene wat "moet" voor laat gaan op datgene wat ik wil en zeer gejaagd door het leven ga. Ik neem mezelf voor vaker dingen te doen waar ik energie van krijg en het onderzoek naar de maker in mijzelf eens wat serieuzer te nemen.
EB, 27 april 2016