Ontlezing en de Artistry of the Teacher
Een stralende bedrijfsleidster van Broese poseert voor De Utrechtse Internet Courant (DUIC) achter de tafel waar de top tien aan leestips ligt uitgestald. Er bestaat een tweeledig beeld over het leesniveau onder Nederlandse kinderen. Onlangs kwam in het nieuws dat het maar blijft dalen. Maar bij Broese zien ze jongeren met stapels boeken de winkel uitlopen. Vandaag snuffelde ik ook even rond in deze imposante winkel die aanvoelt als een instituut voor boekenliefde. Een jonge medewerkster weet mij minuten te boeien met haar genre-kennis van fantasyboeken. ‘Dark academia is een subgenre waarin een student of een groepje iets mysterieus of iets spannends ontdekt en niet de consequenties van het inzetten of verbergen van die kennis overziet’, weet ze met grote levendige ogen te vertellen. ‘Eigenlijk dragen al deze boeken de basisgedachte: ‘Wat als studeren echt spannend was?!’ Het lukt mij niet coherent te reageren. Er schieten teveel beelden en gedachten door mijn hoofd als hbo-docent. Maar ik warm me aan haar liefde voor boeken en lezen, terwijl ik mijn ogen en vingers laat gaan over de prachtig vormgegeven kaften.
In mijn eigen onderwijs zoek ik steeds meer het moment om ineens een boek op tafel te leggen. Ook collega’s vraag ik om eens iets mee te nemen wat zij met veel aandacht hebben gelezen. Bij ons op de hogeschool lijken alle boeken opgeborgen te zijn in archieven, kasten of de rekken van de ‘mediatheek’. Je ziet gelukkig af en toe een verdwaalde kartonnen doos met ‘weesboekjes': Om mee te nemen! Als je boeken wilt zien dan zul je naar koffiebarretjes moeten of treinen of de universiteitsbibliotheek waar dikke pillen opengeslagen liggen als aangespoelde walvissen om ontleed te worden door wanhopig voorover gebogen geneeskundestudenten. Maar ik weet van mijn studenten dat ze allemaal wel beschikken over een bijzonder boek, iets wat ze aan het lezen zijn, iets wat zij via TikTok of een podcast of een familielid op het spoor zijn gekomen. Bij collega’s raak je of ongebreideld enthousiasme of een snaar van schuldgevoel en schaamte als je hen vraagt wat zij momenteel lezen. Ik ken een briljante collega die prachtige onderwijsconcepten ontwikkelt die zelf ‘nooit iets leest’. Ik ken er ook die leesclubjes willen beginnen, met hun studenten (als ‘community of practice’) of met mij (als onderdeel van een ‘werkplaats’).
Er gaat iets leven als we lezen of wanneer we elkaar vertellen over wat we gelezen hebben. En niemand kan om een boek heen als het daar op tafel ligt of als iemand er mee in je gezicht staat te zwaaien. ‘Hallo! Hier is kennis! Hier is een hele wereld! Hier is liefde!’
Ik kende een student die het onzinnig vond om fictie te lezen. ‘Daar staat niets nuttigs in, niets wat je direct kan toepassen’ beweerde hij. Inmiddels verdient hij geld door ‘containertjes te flippen’: plastic spullen en masse uit China bestellen en hier van de hand doen online. Zou het lezen van de Odyssee hem behoed kunnen hebben van deze keuze waar de planeet geen haar beter van wordt? Je gunt het hem bijna om naakt aan te spoelen op een vreemde kust, als drijfplastic, en dan de barmhartige gastvrijheid van Nausicaä en het hof van haar vader aan te treffen, gewarmd door haardvuur en de zintuigen gestreeld door de sierlijkste dansers voorstelbaar.
Boeken bevatten scènes die je nooit meer vergeet. Scènes die iets zeggen wat jou niet lukt om uit te drukken. Scènes die achter je staan wanneer je in de echte wereld op iets stuit wat jou ontkent of geweld lijkt aan te doen. Je leeservaringen zijn de coulissen van je levenstheater waar je iets kan herpakken van wat je in het volle schijnsel op het podium -gadegeslagen door kritisch publiek- veel moeite kost om aanwezig te houden en onder de aandacht te houden van anderen. Ik vraag me af of onderwijservaringen ook zo kunnen zijn. Dus niet alleen functioneel ‘omdat je er direct wat aan hebt’, maar voor later als een innerlijke sfeer die je blijft voeden en ondersteunen. Een studietijd waarin je sensitiviteit voor de wereld zowel verruimd is als gestut. Dat je als docent dan als een boek bent: iemand die iets opent waar je in kan stappen en iets kan vinden waarvan je niet wist dat je erom kon vragen -dat je het kon ervaren en verkennen.
Misschien zit hier wel iets van de artistry of the teacher. Om dat uit te zoeken neem ik vanaf nu elke week een boek mee dat ik ergens probeer in het midden te leggen. Niet als missionaris voor de inhoud, maar als ambassadeur voor het lezen, voor de wereld die vraagt om nieuwe perspectieven om haar te leren kennen. Het fysieke boek is niet mijn instrument, maar mijn meester. Het boek is al gelukt. Ik volg de aanwijzingen die het geeft. Wat roept het op bij anderen? Hoe houden ze het vast? Waar rusten hun ogen? Gaan ze bladeren? Wat gebeurt er als je even een paar zinnen leest? Vijf minuten iets doen tegen de ontlezing. Dat klinkt haalbaar, toch?
Epiloog
Op een klein grafmonument zien we een jongeling gebogen over een boekrol. Onder de stoel rust een hond. Het stelt waarschijnlijk een jonge Athener voor uit de vijfde eeuw voor Christus. Waarschijnlijk is deze jongen overleden tijdens de slopende oorlog tussen Athene en Sparta. Misschien was hij het slachtoffer van de pandemie die onder de binnen de muren bijeengepakte Atheners enorm huishield. We weten het niet. Maar het schept een band met onze tijd. Hij is vereeuwigd met iets wat hij het liefst deed: lezen. Voor Atheense burgers de brandstof om samen politiek te bedrijven en hun stad naar een leefbare toekomst te richten. Dat mislukte soms. Misschien lukt het ons ook niet de komende eeuw. Maar laat het niet door ‘ontlezing’ komen!