Afgelopen jaar kwam ik via het lectoraat Kunst en Professionalisering in aanraking met allerlei professionals uit diverse beroepsgroepen. Mijn eigen professie is schrijven. Ik ben schrijver van theaterteksten, poëzie en proza. Door de stap te maken buiten het theater en in het kader van professionalisering te werken met mensen uit de zorg, de politie en het onderwijs, ontdekte ik allerlei nieuwe dingen over taal en over de mogelijkheden van mijn vak ‘schrijven’ in andere contexten dan de mij bekende.
Het viel mij op dat er overal waar ik kom veel wordt gepraat. Meestal zitten we, als we praten. We bedoelen. We zoeken soms naar woorden en soms weten we het zeker en drukken we onze woorden door. Door harder te spreken, of het nog een keer te zeggen. We tonen powerpoints, schrijven kernwoorden op flapovers en delen A4-tjes uit. De hele dag zijn we bezig met woorden: we schrijven emails, appen, tweeten, voeren gesprekken, vergaderen, maken grapjes, refereren, verwijzen, stellen vragen,… En toch gaat het meeste van wat we zeggen en schrijven verloren. Ik merk dat taal vasthouden heel moeilijk is. Wat blijft ons bij na een dag praten met elkaar? Wat klinkt nog na? Wanneer luisteren we eigenlijk echt? Hoe kunnen we begrijpen en begrepen worden?
Ik schreef mijn bevindingen op in het artikel 'Het gewicht van woorden' dat gepubliceerd is in Blad 2. Dat artikel zie ik als een begin. Een begin van een onderzoek naar hoe het gebruik van muzische taal bij kan dragen aan het gesprek over wat ons drijft in ons werk.
Dat onderzoek wil ik komende tijd gaan doen op drie niveaus:
- In de eerste plaats wil ik onderzoek doen in de wereld. Ik wil in andere beroepsgroepen en met anderen blijven werken aan de vraag hoe taal bij kan dragen aan professionalisering. Welke schrijfmethoden kan ik ontwikkelen om werkelijk bij te kunnen dragen aan dat ‘betere’ gesprek (mondeling en op papier)? Om zo de verbinding tussen mensen onderling en hun werkelijke passie meer te versterken.
- In de tweede plaats wil ik onderzoek doen op de HKU. In mijn werk met studenten en mijn directe collega’s. Maar ik wil het onderzoek ook breder trekken dan alleen mijn lessituatie. Ik wil vanuit het lectoraat een werkplaats opzetten waarin ik met geïnteresseerde collega’s binnen de hele HKU ga onderzoeken hoe taal bij kan dragen in ons dagelijkse werk. En hoe ons werk verder kan reiken dan alleen de wereld van de kunst.
- In de laatste, maar niet de minste plaats, wil ik onderzoek doen binnen mijn schrijverschap. Ik wil blijven schrijven. Alsmaar die woorden. Ook als niemand er op zit te wachten. Niet schrijven in opdracht. Maar schrijven in vrijheid.
Er zijn woorden
die raken
Er zijn dezelfde woorden
die niets zeggen
Woorden kunnen
gevuld zijn of leeg
Woorden kunnen barsten
Ze kunnen openscheuren
lekken
Ze kunnen hun laatste adem uitblazen
leeglopen
en sterven
Elk levend woord weegt minstens 21 gram
Daarom vind ik het zo zwaar
om echt te zeggen wat me in hemelsnaam bezielt
Weet je wel wat alleen
‘in hemelsnaam’ al weegt?
Ik ben voorzichtig met wat ik zeg
Geen enkel woord mag barsten
omdat ik het zomaar laat vallen
omdat ik het gewicht verkeerd heb ingeschat
Ik ben bang dat mijn woorden sterven
tussen mijn mond en jouw oor
naam: | Anouk Saleming |
email: | anouk.saleming@hku.nl |
site: | http://www.anouksaleming.nl/anouk/ |