Met de andere begeleiders van afgelopen donderdag is afgesproken dat ieder van ons een samenvattend stukje maakt dat een beeld geeft van werkwijze/ opbrengst/ casuïstiek en eventuele afspraken in ons gesprek. Hieronder heb ik opgeschreven wat ik heb ervaren en wat voor mij kenmerkend was aan het gesprek.
Spelen. Nadat de verdeling in groepen toch echt een feit was hijgden we nog even na van de opgebouwde spanning: ‘wie gaat er met wie, zit ik in de juiste groep, wat vraagt dit van mij….’. Om die spanning te laten zakken werd de vraag gesteld of Bart (ik) even iets kon spelen. Dus bracht ik om te beginnen een aantal lange zachte tonen. Grappig was dat er daarna, in de indalende stilte, toch nog één deelnemer bij kwam: ‘kan ik toch hier, wij willen nu toch graag splitsen…’. Dat was meteen midden in het onderwerp: de eigen-wijze professional die eigen ruimte opzoekt. Net aan het landen in de nieuwe setting klonk van verre de stem van de achtergelaten collega: ‘ik raak nu toch wat in de war’. Ook dat hoorde bij de uitbeelding van het onderwerp. Het is voor collega’s niet altijd makkelijk dealen met eigenzinnige professionals.
Werk in opvoering. Bart (ik) stelde vervolgens voor om te werken met de spelregels van ‘werk in opvoering’. Eerst allemaal nadenken over de eigen casus. Dan bepalen wie de inbrenger is. Tegelijkertijd vragen of een van de anderen de zogenaamde kunstenaar in de hoek zou willen zijn. Die luistert van afstand en geeft aan het slot van een eerste time slot zijn/haar observaties in een eigen dicht- of verbeeldende vorm. Na de inbreng is er ruimte voor verhelderende vragen. Maar niet te lang. Dan wordt er geschakeld naar een feed-back vorm die maximale ‘eigenzinnigheid- eigen stem’ geeft aan de deelnemers. Zoals ‘schrijf een brief aan de inbrenger’ of ‘ontwikkel een metafoor’ of ‘geef antwoord vanuit een inspiratiebron’.
Binnen- buiten aanwakkeren. De eerste inbreng van Maurice (Zuid-Holland) thematiseert het probleem dat professionals maar moeilijk uit hun schulp komen en naar buiten treden. En hij vertelt erbij dat hij zelf een sterke ervaring had toen hij met Bart vorige keer samen speelde. ‘In het niet-weten en het onbekende stappen en dat toch doen’. We schrijven brieven. Best veel over een analyse van wat er in dat moment van samenspel gebeurde. Maurice ontvangt ze. Zo verkennen we zes ‘oplossingsrichtingen’. Die schrijven we ook allemaal mee op. Na de kunstenaar in de hoek keert iedereen met de opbrengst terug naar zijn/haar eigen casus.
Duurzame inzetbaarheid. In de tweede casus komt de inbreng van TU-delft. Hoe duurzame inzetbaarheid van professionals te ontwikkelen? We verkennen de vraagstelling. Dan herformuleert iedereen op papier de vraag in de richting waarvan hij/zij denkt dat ie het meest productief kan worden benaderd. Ieder houdt de vraag nog voor zichzelf en stapt daarmee in, in een kort stukje theatrale dialoog met een duo-partner. Pose 1 wordt beantwoord door pose 2. 1 stapt uit en kijkt naar 2 en beantwoord opnieuw de overblijvende pose. En zo verder. Terug aan tafel is de vraag: welke aanzet vind je in het theatrale spel (welk beeld) voor de beantwoording van de vraag die je herformuleerde? Tenslotte geeft ieder zijn vraag in herformulering met een paar beelden voor de beantwoording terug aan de inbrenger. Na de bijdrage van de kunstenaar in de hoek keren we terug naar eigen casussen.
Dan volgt een nagesprek. Wat zijn we aan het doen? Waar leidt het toe? We merken dat al onze stemmen hoorbaar konden worden. De vorm is geen mal die dwingt maar juist ruimte maakt voor eigenaarschap .En letterlijke eigen-zinnigheid. Er komt door andere invalshoeken die het gewone gesprek doorbreken ruimte in de vraagstukken en ‘zin’ om er mee te gaan experimenteren. Wat bevalt is de lichtheid, de ernstige speelsheid in het samen werken en verkennen.
Tenslotte bespreken we hoe dat wat wordt meegenomen weer terugkomt bij ons groepje. Want dat maakt de cirkel (en de wederkerigheid) rond: niet alleen meenemen, maar ook teruggeven. “laten we als we in de praktijk iets uitproberen ieder voor zich een eigen vorm vinden om daar iets van terug te geven aan iemand uit de groep of aan allen”. Free format dus. Maar wel met een bindend gevoel: elkaar niet in de kou laten staan.