De cypher en het lectoraat
Is deel van: Slotrede Lectoraat Muzisch Werk
Bart in intro van Loose Yourself- Eminem: Dit is het nummer ‘loose yourself’ uit 2002 van de rapper Eminem, Het is een iconisch nummer in de hiphop geworden. De boodschap in zijn tekst: ‘Als je één kans had om alles te realiseren wat je ooit wilde zou je die dan grijpen of laten schieten. Doe het dwars door alle angst, tegenslag en afwijzing heen’. En het refrein zegt: ‘Loose yourself in the music’.
2012 Niels Robitzky, wereldwijd bekend als ‘Storm’ in de Urban Dance neemt mij, Gaby Allard en Peter Sonderen mee naar een battle in Düsseldorf. Vanaf de tribune zien we hoe uit de kringen op het toneel telkens twee dansers naar voren stappen om in de cirkel hun moment te pakken, luid aangemoedigd, draaiend, tollend: Een krachtmeting. De MC, Master of Ceremony, zweept de dansers op met de muziek die hij kiest.
In de pauze loop ik de foyer binnen. Leeg. Geen mens te bekennen. Waar is iedereen? Terug op de tribune zie ik publiek en performers beneden in de zaal en op het podium bezig met de Urban Dance. Overal kringen, alle leeftijden, meer of minder gevorderd, moves die worden uitgewisseld. Iedereen doet mee. Dit gaat veel verder dan een ‘dansvorm’. De hiphop is een compleet eigen cultuur met eigen waardenpatronen en omgangsvormen.
Loose yourself in the music.
Terug in ons onderzoekgroepje een paar dagen later. Storm vertelt: Het karakteristieke van variaties maken, het om en om instappen en het tonen van het beste dat je in huis hebt wordt de cipher genoemd. Dat is een oud Arabisch woord voor 0 of cirkel’. Aansluitend doe ik een muzische gespreksvorm met ze. We schrijven, lezen voor, schrijven en lezen voor. Als we klaar zijn komt ‘hét grote inzicht’. Storm zegt ‘deze gespreksvorm is óók de cipher’…. Geen harde muziek, geen gespring en gedans, maar een stil schrijven, om en om voorlezen en aandachtig luisteren en zo met elkaar werken aan het gesprek als een gezamenlijke creatie. Dat is óók de cipher!
‘Dezelfde grondbeginselen zijn werkzaam’. Het zijn er drie:
- Een scheppend principe. De move, de inzet van een ander nooit letterlijk herhalen maar telkens variaties maken. Zo ontstaat iets nieuws dat er eerst niet was.
- Een ethisch principe van elkaar tot goed gezelschap zijn, dat werkt door het meedoen en om en om aan de beurt komen in de cirkel.
- Een politiek principe. In een zaal, op de straat of in een werk- of gespreksvorm, tonen wat er toe doet en daarvoor op de bres gaan staan.
Ik ben nog altijd diep dankbaar voor dat moment van inzicht.
- Maak variaties
- Wees elkaar tot goed gezelschap
- Toon wat ertoe doet
Zo wil ik sindsdien werken. Dat ik metaforisch, soms letterlijk, de Master of Ceremony mag zijn, de MC die de muziek laat horen. Dat ik in werk- en gespreksvormen de moves mag uitnodigen van de deelnemers met wie ik werk. Dat ik mede richting mag geven aan een beweging van steeds meer kringen zoals ik die zag op de vloer van de zaal in Düsseldorf.
De inspiratie uit de hiphop cultuur wordt de slotbladzijde van mijn proefschrift over muzisch werk. Het wordt het begin van het lectoraat en het is de grondtoon van de twee boeken die vandaag uitkomen: ‘Ontvankelijkheid’ en ‘Stappen in het onbekende’.
Ontvankelijkheid- stappen in het onbekende. Dat is de titel van mijn slotrede
Het lectoraat- Waar begint dat?
- HKU vraagt mij bij monde van Jos Schillings en Thera Jonker om in samenwerking met de Baak een lectoraat muzisch werk op te zetten. Wat een mooie kans. Een praktijk van werk- en gespreksvormen, gericht op onderwijs en professionalisering, als actieonderzoek ontwikkelen.
Drie impulsen geven het lectoraat profiel.
Dieper de kunst in.
Samen met Hanke Drop maken we een gemengde kring van HKU- docenten en Baak-trainers. Iedereen neemt eigen manieren van werken mee. Daar bouwen we repertoire mee op. Maar ‘er moet niet alleen gepraat maar ook gespeeld en gemaakt worden’! Dat zeggen de kunstenaar- docenten zoals, Annemiek Vera, Carolien Oostveen, Falk Hübner, Tet Koffeman, Patrick van der Bogt, Annemarie Maas, Peter, Anouk en vele anderen. De vervoering klopt aan de deur, trekt mij uit de filosofie over een muzisch mensbeeld en sleept me als de rattenvanger van Hamelen mee, dieper de kunst in. In de marge van de bijeenkomsten gaan we ‘de vloer op’, en verliezen ons in ‘improviseren’, ‘verhalen vertellen’, ‘free play’ met alles wat aan instrumenten, theatrale gestes, schetsmaterialen en spullen voorhanden is.
En ik? Ik zou wel willen tekenen. Allemaal stemmen in mijn hoofd die heel hard zeggen ‘doe het niet’ ‘schoenmaker blijf bij je leest’ ‘wees lector’ en een zachte stem die zegt ‘doe het wel. Sta jezelf toe om amateur te zijn, liefhebber’. Ik koop een boek met bruine bladen en begin. Een van de eerste tekeningen (dat is die..) gaat over negen muzen die eigenzinnig en activistisch uit het gelid van de notenbalk springen en zich verliezen in de vrijheid van het spel.
Verder de wereld in
De tweede grote impuls komt vanuit de HKU- kunststudenten. Die van de Masters crossover-creativity en kunsteducatie bijvoorbeeld. Ze willen en zullen de wereld verbeteren. Geraakt zijn ze, door klimaat, ecologie, identiteit, voeding, kansenongelijkheid, zorg en politiek. Ze hebben en nemen veel op hun schouders. Alle grote vragen van onze tijd komen in hun projecten terug: de hele waaier. Ze stappen van het vertrouwde podium af, het onbekende tegemoet. Niet makkelijk…want alleen ‘een werk maken’ is niet genoeg, het vraagt om een relatie aan te gaan met ‘waar je werkt’ en ‘met wie je werkt’. Mij trekken ze, met hun engagement en activisme verder de wereld in dan ik ooit eerder was. Wie is hier de docent en wie is de student?
Dieper de kunst en verder de wereld in is de dubbele beweging die we met ons lectoraat maken.
De derde impuls komt via drie sleutelfiguren waar we voortdurend mee samen werken. Met Harry Kunneman over werk dat deugt en deugd doet, met Daan Andriessen over het oprekken van de grenzen van praktijkonderzoek door de kunsten en met Manon Ruijters over goed werk en opgavegericht werken. Hun kritische en constructieve samenwerking draagt bij aan de zeggingskracht van ons lectoraat zowel in de diepte als de breedte.
In 2022 vraagt HKU mij om na acht jaar lectoraat, nog twee jaar, as we speak dus tot nu , te werken aan het oogsten van wat is opgebouwd. Trouw aan de dubbele beweging ‘dieper de kunst én verder de wereld in’ maak ik twee boeken:
Ontvankelijkheid is het literaire deel dat zich laat lezen als een roman.
Het idee van een maakbare wereld is verleden tijd. We hebben geen pasklare antwoorden meer. Hoe nu verder? Geraakt door beelden van fragmenten en scherven ga ik met een hoofd vol muziek en mijn cello op de rug op zoek naar momenten van ontvankelijkheid.
Het tweede boek, ‘stappen in het onbekende’ is een handboek muzisch werk.
- Om variaties te kunnen en durven maken moet je door hardnekkige zichzelf telkens herhalende patronen heen breken. In de hiphop cultuur heet dat change the game.
- Om elkaar tot goed gezelschap te kunnen zijn moet je door tegenstellingen, polarisatie, eigenbelang, manipulatie en macht heen ruimte maken voor verbindingen en leren van en met elkaar. In hiphop heet dat each one teach one.
- Werkelijk tonen wat jij belangrijk vindt is kwetsbaar. Het vraagt een zekere moed tot waarheid. Speak truth to power heet dat in de hiphop
Het handboek bestaat uit veertig lessen met werk- en gespreksvormen om hieraan te werken. Vormen van reflectie, inspiratie en bezieling, werken met lichamelijkheid, muziek en verbeelding, andere soorten feed-back, werken aan ‘goed werk’ inclusief professionele eigenzinnigheid, lessen over het opzetten van grotere concepten zoals een werkplaats, festival of platform en een uitgebreid hoofdstuk met aanwijzingen voor begeleiders. Stappen in het onbekende is gericht op drie doelgroepen: het onderwijs, de kunst en leiderschap en organisatie.
Muzisch werk doe je niet alleen, maar samen. Pendelend tussen beide boeken maakte ik samen met Anouk Saleming en Peter Rombouts een programma van zeven korte theatrale hoofdstukken. Daar nemen we jullie nu graag in mee.
Bart speelt: is dit een begin?
- Een begin (tekst Anouk)
Een begin. Dit is een begin. Dit zou een begin kunnen worden. Dat weten we later pas.
Eerste keren griffen zich in hoofden, laten sporen na, herinneringen, zodat je later terug kunt keren. Naar het begin.
Het begin. Dit is het begin. Dit zou het begin kunnen zijn. Het begin duurt altijd het langst. Het neemt in een hoofd meer opslagruimte in dan alle keren daarna.
Wat er hierna komt, is aan ons. Maar wat vergeten wordt, heeft geen begin. Dus laten we onthouden hoe het is, nu, hier. Dit moment.
Peter tot het publiek:
Mag ik je vragen om in je gedachten terug te gaan naar een moment in je werk dat er voor jou toe doet. Wat was zo’n moment voor jou? Afgelopen week, de week daarvoor, of wat langer geleden. Een werkmoment dat iets laat zien van het ‘waarom jij doet wat je doet’. Waarvan je zegt ‘ja daar draait het mij om!’. Neem even tijd in stilte om iets op te laten komen. Laat de casus en de context weg en focus op wat er precies gebeurde. Zie dat als in een scene opnieuw in detail voor je. Hoe zag het eruit? Wie waren erbij? Weet je nog een letterlijke uitspraak? Denk er heel even over na in stilte.
Bart tokkelt terwijl het publiek nadenkt.
Peter: Wissel jouw moment kort uit met een buurmens. Jij een minuut, de ander een minuut. (Bart loopt als dat klaar is naar standaard voor)