Trektocht
is oud, maar tevreden zien wij uit over dalen
en verlangen een stevige vleesmaaltijd, in dit soort koude
verhalen komen wij eenvoudig thuis bij het vuur
het gelach, de sterke drank, maar grijzer
zijn we en minder zelfverzekerd, onderweg
wilden wij zangers urenlang het zweven bewaren, maar wie
luistert er nog naar een lied over de weg terug.
We drinken en praten, hevig verliefd zijn we
vergeten hoe zwaar onze rugzakken waren
hoe kaarten verwachtingen wekten, hoe zwanger
we raakten van een ongekend geluk of andere zaken
die we zwijgend bespraken, verwarmd door het kampvuur;
de vochtige koelte van het duister achter onze rug.