Spelen is vrij?

In een klein groepje in een lokaal op HKU janskerkhof zitten we bij elkaar; twee studenten, twee collega's en ik. We hebben allemaal de eerste tien bladzijdes van hoofdstuk 1 uit Homo Ludens gelezen. Voorzichtig beginnen we aan de eerste stap, citeren en een toelichting schrijven. Na wat onduidelijkheid over citeren en toelichten rolt de dialoog zich uit.

de tekst roept veel verschillende vragen op over wat spel is en hoe we ons allemaal apart tot het begrip spel verhouden.

is spel vrij? Is het verheffen van de geest een doel van spel? Dient spel om te ordenen? Dient spel om de ordening te onderzoeken of om de ordening te begrijpen? Wanneer begint spel en wanneer stopt het? Spel is een afspraak. Hoeveel kaders heeft spel nodig?

Is oorlog spel? 

Die vraag raakt me. Hoewel we op die vraag niet dieper in zijn gegaan, blijft hij hangen.

tot hoever reikt spel eigenlijk? vraag ik me nu een week later af. 

Studenten kwamen met praktijkvoorbeelden en verwoorden wat spel voor hen betekent. Verbanden binnen de opleiding en de vraag hoe we ons als opleiding verhouden tot het begrip worden genoemd, evenals koppelingen met de HKU community play and learn en de training Ludodidactiek. 

De tijd nemen om na te denken over wat spel is of kan zijn, ideeën te delen en de open vragen te laten liggen. Hét antwoord niet te hoeven geven...

dat smaakt naar meer..

 

Reacties