De ontmoeting
Ik zat recht op in de nacht en
zei na jaren niet meer wachten
dat ik nu leren wou te leren
wat ik altijd al had geloofd.
Hij nam, nog steeds in mijn gedachten,
zijn lange kroon van arendsveren
van zijn zo lang verlangde hoofd
maar op zijn haar lag nog een poos
de witte krans van vogelroos.
(L. Vroman)