Toendra
van een tuin, dit landschap kent geen lijnen
aangelegd om onbezorgd te kijken, we slijten
ons zicht aan modder kou en stenen
hier weten botten en spieren de weg
wat zich in ons schrap zet is een hypothese
vergeten zijn we dat het in ons zit
wat we doen is wat we weten
geur van hout en smeulend mos, ons evenwicht
verdelen op gladde stenen, we verduren
honger, jeuk en duizend muggen na de regen
om ons heen de uren, we zien het zonlicht
spelen in de schubben van een meerforel
die wij met onze blote handen wegen