Aanwijzingen
Vooraf
Elke deelnemer denkt na over een onderwerp, vraag of idee en schrijft dit kort op papier.
Tijdens
Deel 1:
Er wordt een open gesprek gevoerd waarbij de deelnemers ombeurten hun idee inbrengen en daarop bevraagd worden door de anderen. In eerste instantie zijn dit vragen die erop gericht zijn om het idee of het onderwerp helder te krijgen, zodat iedereen begrijpt wat de inbrenger bedoelt.
Deel 2:
De inbrenger wordt bevraagd op zijn of haar eigen motivatie of fascinatie voor het onderwerp. Doel is de inbrenger te laten benoemen wat zijn of haar ‘drive’ is om met dit idee aan de slag te gaan. Het gaat in dit gesprek dus niet om wat relevant zou zijn voor de opleiding/het werkveld/de maatschappij maar puur om de inbrenger te helpen ontdekken waar zijn of haar motor van gaat lopen. Het is van belang dat tijdens het gesprek vooral open vragen gesteld worden en er geen oordelen worden uitgesproken of ideeën of mogelijkheden worden afgewezen.
Deel 3:
Tot slot geeft elke deelnemer kort aan de inbrenger terug wat hem of haar aanspreekt in het onderwerp / het idee dat besproken is. Hierin mag meegenomen of de deelnemers bij elkaar een ‘vonk’ of ‘drive’ hebben waargenomen.
Aan het einde van het totale gesprek krijgt elke deelnemer de tijd kort op te schrijven wat het gesprek hem of haar heeft gebracht.
Werking
Wat is het onderliggende mechanisme; waarom en hoe werkt deze oefening?
Duur Groepsgrootte Benodigdheden
45 – 90 minuten; minimaal: 3 Geen
15 minuten per persoon maximaal: 6