O ja de inspiratie
We namen te veel van de inspiratie
O ja
Teveel tegelijk
Haastig en kwistig
We gaven en ontvingen
We morsten en lachten
Het ging vanzelf
Want ja, de inspiratie, o ja de inspiratie,
O ja, o ja, o ja,..
Hoe meer we gaven en ontvingen,
hoe leger de woorden werden
tot er nauwelijks nog iets te zeggen viel
Want hé, inspiratie moet ergens vandaan komen
en in woorden, O ja daar woont de inspiratie graag
We namen te veel van de inspiratie
trokken de mooiste woorden leeg
later ook de alledaagse,
en toen er niets meer over was,
de lelijke tenslotte ook
Als geraamten bleven de letters over
Lege omhulsels zonder betekenis
We keken naar elkaar
en naar het slagveld tussen ons in
Een zielloos dodenrijk van wat ooit woorden waren
We wilden het anders zeggen
We knielden neer
veegden ieder een paar letters op onze hand
We bliezen er heel teder
met alle geduld, nieuw leven in
O ja