Mijn opgave
De blik van studenten. Onrustig zitten ze tegenover me, de een nieuwsgierig, de ander moe, frisse en jonge blikken en ze wachten... ze wachten totdat ik een beweging maak, totdat ik de les start, totdat ik zeg wat ze mogen gaan doen, ervaren en leren. Zo is het om met elkaar in een lokaal te zijn. Zo het is om met elkaar te leren.
Dat begin, dat vertrouwen vind ik nog altijd zo mooi om van ze te ontvangen terwijl ik al bijna achttien jaar in het onderwijs zit. Het geeft me een gevoel van verantwoordelijkheid. Het geeft me een gevoel van dat ik het waard moet zijn om dit van ze te krijgen en deze tijd in te vullen met ze zodat het het waard was; het doet beroep op mijn helemaal inzetten en tonen om zo samen tot een gecreëerd moment te komen dat alles waard was en dat we uit elkaar gaan met een opgeladen energie, helderheid en creatiekracht.
Als we in september 2020 weer starten met fysiek onderwijs ervaar ik een verandering. De studenten hebben door het doorbreken van de normale structuur van school een reset ervaren; wat normaal was, is nu herzien; eigenlijk is het bijzonder om met elkaar in een omgeving te zitten waar we groei en ontwikkeling doormaken, het ritme heeft een waarde en het met elkaar zijn is belangrijk. Studenten zitten met een nieuw besef in de les, door het te hebben moeten missen ervaar je de (meer)waarde.
Het woord zelfbeschikking speelt hierin voor mij een belangrijke rol. Zowel docent als student werden helemaal op zichzelf teruggeworpen en moeten veel op eigen verantwoordelijkheid onderhouden en doen:
Welke kracht wordt hierbinnen sterker zichtbaar? En welke verliezen we?
Het is allemaal niet vanzelfsprekend. Dat was het nooit. En toch is het wel hoe we vaak leven; de kansen die we krijgen, de gezondheid die we hebben, de mogelijkheden die er voor ons zijn, ze zijn er. Corona zet dat in een nieuw daglicht, in een groter perspectief. Ik geloof dat zij, naast alle ellende die er is, ons dát heeft gegeven; dankbaarheid voor hoe het is en de kansen die we krijgen. En dus eigenlijk hoe ongewoon ons normale leven is dat we mogelijk soms vanzelfsprekend voor lief nemen. Ook heeft zij ons nieuwe mogelijkheden getoond van anders lesgeven, van nieuwe manieren van samenzijn, de mogelijkheden van elkaar digitaal ontmoeten.
Heeft corona ons getoond hoe veerkrachtig en flexibel we zijn of heeft ze ons getoond hoe star we vastzaten in structuren en oude manieren van denken? Of kwam het allebei ten tonele?
Keystone-momenten als onderwijs: ‘ontmantel je die ene steen, dan stort alles in elkaar…’
Met mijn vader, Frans Vera, ecoloog en bioloog, praat ik over het ecosysteem. Over hoe, als het ecosysteem in balans is, het dient en zichzelf in stand houdt en een potentieel toont dat vaak niet door wetenschappers kan worden voorzien. Mijn vader spreekt dan over ‘een keystone-moment’ en vertelt dat deze uitdrukking zijn oorsprong vindt in de bouw van Gotische Kerken. Dat er voor het bouwen van de bogen steigers nodig zijn, tot het inbrengen van de laatste steen bovenin de bekende Gotische boog, de sluitsteen. Deze zorgt ervoor dat alle krachten samenwerken op het punt waar die sluitsteen zich bevindt en dat dan de steigers weg kunnen. Deze manier van werken toont een ongekende schoonheid en toenmalige vernieuwing binnen de bouw, die alleen volgens een bepaalde orde, maat en verhouding kon plaats vinden. En heel belangrijk: ontmantel je die ene steen, dan stort alles in elkaar. Wat een sterke metafoor vertelt mijn vader hier.
Ik zie onze studenten voor me. In de steigers van hun leven. We willen hen zo graag voeden, helpen en stutten en naar het moment toe dat ze op het punt aankomen dat ze dat zelf kunnen, zonder die steigers nodig te hebben. We willen ze hun eigen sluitsteen laten ontdekken, zodat ze onafhankelijk van ons kunnen zijn. Een reeks vragen vlamt op:
Kennen of herkennen de studenten hun eigen keystone-momenten? En hoe draagt ons onderwijs hiertoe bij?
Hoe helpen wij het (innerlijk) vuur in ze aan te wakkeren? Hoe helpen wij dit te kanaliseren?
Hoe letten we erop of het goed brandt en niet opbrandt? Of dat het zo hoog laait, dat we ons eraan branden?
Hoe helpen we ze het te temperen wanneer dat nodig is?
Werken vanuit mijn missie
Hier ligt voor mij als docent mijn missie. Ik wil studenten graag in contact brengen met dit vuur, met hun bevlogenheid, hun spirit en ‘het gewone’ herzien; ik wil de studenten in aanraking brengen met dat wat er al was; maar dit op een nieuw level tot hen te laten spreken, opdat zij mogelijkheden erin zien, patronen erin herkennen en hun eigen wijsheid erin ontmoeten. Mijn lessen zijn erop ingericht om een student te brengen bij het grote potentieel dat in hem of haar leeft. De wijsheid, de levenservaring en de mogelijkheden.
Om dit te kunnen bedacht ik aan het begin van mijn loopbaan een methode: Return to Sender. Deze vorm is in de loop der jaren uitgekristalliseerd en aangevuld met werkvormen die muzische principes in zich dragen. De vorm is ook van naam veranderd en heet tegenwoordig Return to Center doordat een student had begrepen dat het zo heette en ik eigenlijk deze naam zo treffend vond. Return to Center; terug naar het midden; terug naar het centrum, naar je eigen krachtveld, je innerlijk vuur om vanuit daar het leven te betreden.
Return to Center - ‘schatkist van de ziel’, het verhaal van Luka
Luka startte begin september in een proces van zeven weken met het aanleggen van een archief door ‘zomaar’ veertig afbeeldingen te verzamelen.
Ik ben Return to Center gaan zien als “Schatkist van de Ziel”. Ik geloof dat je zelf zo zien iets in je opent wat er mogelijk altijd al was, maar wat je vergeten bent dat het er was of dat het zo vanzelfsprekend bij je hoort dat je er geen zicht op hebt, je het niet opmerkt als bijzonder. Je zou de vorm, eenvoudig gezegd, kunnen vergelijken met het omkeren van een spaarpot. We doen er graag veel in (kennis, levenservaring), we zijn bezig met dat er wat ingaat, maar hoe vaak kijken we nou werkelijk waarmee het gevuld is? Als we de spaarpot omkeren, dan zie je het. Een berg kleingeld. Dan is de ordening nodig om te weten hoeveel het is. Precies dat is wat deze vorm voor je doet. Jezelf omkeren; zien wat er in je leeft, wat er aan wijsheid en kennis is en dat dit een voedingsbodem kan zijn voor alles wat je doet. En vooral voor studenten om tot creatieve processen te komen die wij op een kunstacademie proberen te activeren en te optimaliseren.
Mijn vertrekpunt voor het ontwikkelen van deze methode was dat ikzelf als student heel veel afbeeldingen verzamelde en dat ik opmerkte dat deze direct aansloten bij mijn gemoed of zienswijze op dat moment. Dus als je daar goed naar leert kijken, naast het feit dat ze je raken, dat er informatie uit te halen is; ze werken als het ware als spiegels van het onbewuste, of dieper nog, als spiegel van de ziel. Kunst is ook bedoeld om iets wezenlijks te laten resoneren; een boodschap over te dragen. Ik koppelde dit aan mijn eigen blik op de wereld; elk beeld dat ik zie en mij aanspreekt of wat mij afschrikt zegt iets over triggers in mijzelf. Wat kan het brengen om deze triggers echt te vangen, ze helemaal te zien met meer dan kijken alleen? Wat kan de symboliek voor je betekenen? Wat gebeurt er als je taal aan die intuïtieve trigger geeft? Wat gebeurt er als je ze kunt plaatsen in een context, het handen en voeten te geeft, of in woord, of in je bewustzijn? Wat kan dat aanwakkeren? Rijkheid, nieuwsgierigheid, antwoorden, vragen, een drive en ik geloof een scheppende kracht; een drang tot maken.
In het beeldarchief van Luka kwam iets op waar hij het moeilijk mee had. Het verlies van een van zijn favoriete personen in zijn leven. Hoe ga je als jong mens om met zulk groot verlies en wie leert je dat? We spraken erover omdat Luka eigenlijk dit niet wilde aangaan binnen de muren van de HKU. Het voelde voor hem pril en het maakte hem kwetsbaar. Ik heb ook een diepe ervaring van verlies en deelde dit met hem. Ik zei hem dat ik in mijn verdriet en in die pijn ook zoveel liefde kon voelen en vanzelfsprekende dingen niet meer als vanzelfsprekend zag. Dat er naast mijn verdriet ook iets kwam staan als ik er anders naar keek, dat er een dieper niveau van leven bij kwam. Dat het kijken naar mijn verdriet mij enorm wezenlijke nieuwe gevoelens opleverde naast alleen het verdriet zelf te zijn en toe te laten. En dat het ernaar kijken, niet alleen vanuit gemis, maar ook vanuit dankbaarheid maakte dat het er meer mocht zijn, dat het verdriet ook een vorm van eren was. Luka begreep dit, mogelijk herkende hij dit.
Hoe gaan we om met verdriet, hoe snel leven we verder? Hij heeft ermee gewerkt.
Na zeven weken toont hij een film en begint te vertellen: “In de donkerste nachten schijnen de helderste sterren. Dat is zoiets wat mensen je als gemoedsrust toedichten als je iets zwaars hebt meegemaakt. Het is niet waar. In de donkerste nachten schijnen dezelfde sterren. Je zou dan nog kunnen zeggen dat je die sterren extra goed ziet omdat het verder zo donker is. Ook dat is eigenlijk totaal onlogisch. Donkerste nachten zijn de nachten waarin het bewolkt is, dan zie je helemaal geen sterren. Je zou beter kunnen zeggen, ook in de donkerste nachten schijnen sterren. Misschien zit er een wolk voor, maar ze zijn er.”
Hij zegt daarmee dat werkelijk verdriet zwaar is.
Hij vertelt daarna over hoe hij zijn archief heeft gebruikt als lantaarnpalen in die donkere nacht, hoe het hem de weg wees, hoop en liefde bracht, hoe hij via zijn verdriet is gaan kijken naar wat we werkelijk nodig hebben in het leven, over hoe hij zijn waardes bepaalt. Dat in de regen buiten, staand een patatje eten met zijn vriendin op vakantie hem een ultieme gelukervaring gaf. Dat zo’n gelukervaring niet afhangt van een restaurant, van geld, van luxe, maar van hoe je iets beleeft in het moment zelf. Luka nam ons in 5 minuten mee in een wijze monoloog, waar leven, dood, liefde, hoop en beleving prachtig uitgelegd werden.
Hij heeft het zichzelf toegestaan dit binnen Return to Center te openen, te delen en zichtbaar te maken. Als klas schreven we daarna hem een brief. En een iemand las hem een brief voor, de rest gaf hem de geschreven brief. Luka was dankbaar, wij waren hem dankbaar. Ik deelde hem dat de impact van wat hij neerzette fenomenaal is. Dat hij zo aan ons was verschenen gaf hem zicht op zijn potentieel. Over hoe hij mensen kan raken en hoe authenticiteit en zijn autonomie daar een rol inspeelt. Zijn film is een document, een film die blijft. Later spreek ik Luka weer. Hij zei me:
“Ik voel zoveel energie, zoveel lichtheid. Hoe kan dat nou na die film waar zo’n enorme zware geconcentreerdheid en diepte inzit? Is het niet gek dat ik mij nu zo goed voel?”
Ik zei hem dat dit het bijzondere is van hoe we in elkaar zitten, als gevoelens er mogen zijn en in waarde erkend en gezien worden. Dat er dan een levensenergie vrijkomt. Ik ken die kracht ook.
Een opgave voor onderwijs
Is dit niet ook de vraag wij onszelf als docenten moeten stellen binnen het onderwijs nu? Ik geloof het wel. Zit er in de corona-situatie waar wij ons in bevinden niet heel erg een vraag verscholen:
Welke tekorten komen er nu aan het licht? Welke mogelijkheden leven hier? Hoe kan ik met wat ik ervaren heb door uit mijn normale manier van lesgeven te stappen en het nieuwe wat op mij af is gekomen, helpen te herscheppen? Een stap te maken in een transitie, door het oude los te laten en een nieuw veld te betreden?
Niet alleen Corona bracht ons dit. Het leeft natuurlijk al langer. Er zijn nieuwe behoeftes binnen onderwijs. Of, ik stel ze als nieuw; nee ze zijn niet nieuw. De beweging is er al langer en heel veel mensen werken er al aan. Alleen is dit mogelijk het goede moment. De ene student heeft meer hout nodig van ons als docenten om het vuur brandende te houden en de ander haalt het hout op andere plekken.
Hoe gaan we daarmee om en hoe geven we dit vorm?
De opgave en ambitie van Fine Art and Design in Education Deeltijd
Dit zijn vraagstukken die mij interesseren en inspireren. Vanuit de deeltijdopleiding kwam er de behoefte drie jaar geleden om het wensenpakket van de student die komt studenten, te herzien. Is het belangrijk dat degene die het verlangen heeft beeldend docent te worden een opleiding heeft volbracht aan de kunstacademie? Eerder heerste deze overtuiging wel. Nu zijn we drie jaar op een andere manier hiermee omgegaan. We hebben studenten toegelaten die geen kunstacademie achtergrond hebben, maar wel bekend zijn met het creatieve proces. We hebben deze studenten een traject op maat aangeboden om mee te kunnen kijken hoe de levenshouding van een kunstenaar in hen brandt en waar deze nog “opgestookt” moet worden en hoe zij dit overdrachtelijk kunnen maken als docent. Of in de termen van de sluitsteen te spreken; eerder waren we bij de volledige (op)bouw betrokken en nu kijken we; wat is er gebouwd en welke steen ontbreekt of waar hang je nog in de stijgers? Wat vraagt om meer aandacht? Die vragen roepen een afstemming met de student op zoals het voorbeeld met Luka waarin ik hem zicht gaf op mijn eigen ervaring met verlies en dit vraagt mogelijk om een meer persoonlijke en individuelere benadering dan eerder, omdat iedereen andere ervaringen en ‘gebouwen in wordingen’ heeft.
We kunnen stellen dat na drie jaar met mensen ‘op maat te hebben gewerkt’ er hele mooie resultaten zijn geboekt. Het vraagt alleen andere voorwaarden, een andere blikken en een andere mentaliteit van ons als docent. Vanuit deze positieve ervaring is er een onderzoeksgroep gestart met een pilot Flexibilisering die het mogelijk maakt om flexibel onderwijs aan te bieden binnen de opleiding zodat studenten binnen de opleiding kunnen versnellen, vertragen of verdiepen. We staan aan het begin van deze pilot die ons uitdaagt een nieuw systeem te bouwen binnen een bestaand systeem. Ik wil als onderzoeker van de werkplaats het muzisch perspectief inbrengen om ons als groep te helpen waarden van de opleiding zichtbaar te maken en afgestemd op het potentieel van de student, zelfbeschikking aanmoedigt en het innerlijk vuur aanwakkert en de sluitsteen (h)erkent. Hier leeft mijn opgave. De ambitie is om een flexibel, persoonlijk en naar buitengericht onderwijsconcept neer te zetten met elkaar.
naam: | Annemiek Vera |
site: | http://www.annemiekvera.com |