presentatie en representatie

 

In het begeleiden van de opstellingen stellen we steeds de vraag:

Wilt u een object kiezen dat voor u staat voor...?

Ik reflecteer hier op dit gesprek en hoe het gesprek mij verder voert.

Een object dat ergens voor staat. Mensen kiezen een voorwerp. Dit doen ze soms intuïtief en soms met een  bedacht concept in het hoofd. De natuur wordt een stuk steen. De steen staat voor natuur. Vervolgens spreken mensen uit waarom ze dat hebben gekozen. Het stuk steen staat voor oud, oorspronkelijk, hard, gelaagd door de tijd. Dit lijkt bestaande beelden en gedachten te koppelen aan het voorwerp. Natuurlijk zegt de keuze veel, het had ook een heel ander voorwerp kunnen zijn en brengt het een gedachtengang op gang, maar er ontstaan nog geen nieuwe beelden.

Wat als het object vervolgens gaat terug spreken? De steen is niet alleen oud en oorspronkelijk, maar ook breekbaar want het blijkt ook gebroken. Dan kan er een nieuwe gedachte ontstaan: de natuur is breekbaar. Dit kan een geheel nieuwe gedichtenstroom op gang brengen ten aanzien van de breekbare natuur. Op het eerste oog hard, oorspronkelijk, maar dan ook juist in die hardheid en oorspronkelijkheid breekbaar. Breekbare hardheid die door de breuk zijn oorspronkelijke vorm verliest. Als iets gebroken is, is het dan nog oorspronkelijk? etc. etc. Er ontstaan nieuwe gedachtesporen die voorbij gaan aan de eerste gedachte. In hoeverre zijn deze gedachten echt nieuw of een reactivatie van eerdere logica in gedachtenstromen?

En hoe zit het dan met het lichamelijke? De opstellingen roepen ook fysieke sensaties op. En vanuit de fysieke sensatie kunnen nieuwe gedachtenstromen ontstaan. En niet alleen dat. Want wat als we heel dicht bij de fysieke sensaties blijven? Ze gewoon laten zijn? Wellicht roepen ze een emotie op, maar vooral er heel dicht bij te blijven. Ergens lijken ze meer verbonden met emoties dan met gedachten.

Er komt een jongen uit Noorwegen binnen. Hij stelt de natuur op met ronde ringen die staan voor de cyclus van leven en dood. Vervolgens stelt hij voor zichzelf een stuk ijzerdraad op dat eruit ziet als een spiraal. "Dit is mijn cyclus in het leven waar ik steeds gebroken wordt. En na het breken sta ik weer op en ga ik door, maar het steeds breken maakt me moe." Hij raakt ontroerd met tranen in zijn ogen. Er beweegt van alles in hem. Het raakt mij als begeleider ook. We worden stil. Even geen behoefte om te spreken of het te laten doordringen naar uitleg of verklaring. We voelen het allebei. We kunnen alleen heel instemmend naar elkaar kijken. Er wordt 'een waarheid' geraakt.

Wat wordt hier geraakt? Wat wordt hier geactiveerd of gereactiveerd? Het bijzonder is dat we het allebei ervaren. Het is niet alleen van hem of van mij, het is van ons allebei. Het is een collectief moment. Er is iets verschoven.

Ik weet nog niet hoe maar ergens is dit een moment waarin er volledige openheid is die de mogelijkheid schept tot iets nieuws te komen. De mogelijkheid van een presentatie vanuit presentie.

 

Ik laat me gedachten nog even gaan.

 

 

 

 

Reacties