Organisator
motivatie 2e ronde muzisch onderzoek
Graag zou ik voor de tweede keer deelnemen aan de werkplaats muzisch onderzoek.
Ik kijk terug naar mijn motivatiebrief (oktober 2017) voor de 1e ronde en lees mijn behoefte het beeldende medium meer te willen onderbouwen en recht te willen doen in mijn begeleidingskundige werkpraktijk. Met het doorlopen van de eerste ronde muzisch onderzoek was aanvankelijk nog sterk mijn vraag ‘wat is de meerwaarde van muzisch onderzoek’ vanuit dit eerdere perspectief. Gaandeweg opende zich door te doen, te maken en de beelden te volgen een landschap aan inhoudelijke lijnen. Waar de eerdere beschrijvingen van begeleidingskundig handelingsonderzoek meer behaalde resultaten beschreven, strekten zich in muzisch onderzoek specifieke potentiele gebieden in onderzoekslijnen uit die bewerkt konden worden en waarmee contact gemaakt of versterkt kon worden.
Het in kaart brengen van dit landschap gaat gepaard met een verschuiving. Een verschuiving van een niet-gegeven-plek te willen verwerven naar het muzische zelf binnentreden en beleven.
Deze verschuiving gaat samen met een perspectiefwisseling waarin ik de ‘koffiekan mee naar buiten heb genomen’. (https://www.musework.nl/nl/page/6107/gesprek-met-de-koffiekan-17-5-2018) Het lijkt alsof ik in de dialoog met de koffiekan de dominante waarheidspraktijk wil aanspreken zoals ik deze tegenkom in mijn werksetting, maar ik realiseer mij al doende dat dit ook gaat om mijn eigen conditionering.
Wat ik aanvankelijk zag als plaatsmaken binnen de rationeel-resultaatgerichte dominante waarheidspraktijk voor het muzische werd een dialoog waarin een rationeel-resultaatgerichte benadering vragen gaat stellen aan het muzische. Op de een of andere manier is het gelukt de nieuwsgierigheid te vinden voor de grillige inhoudelijkheid van het muzische. Daarbij wordt helder hoezeer het muzische verbonden is met het humane, het menselijke, en dit wil aanspreken.
Ik spreek met mijn collega humaniste over ‘de angst voor vrijheid’ rondom werk en eigen levensthema's we ontdekken dat de forensische setting ook voor medewerkers een hospitaliserende werking heeft. Wat durf je niet meer als je hier een paar jaar werkt wat eerder nog heel gewoon was? Welke persoonlijke uitdagingen zouden een tegenbeweging kunnen zijn?
De potentie van het muzische als tegengaan van conditionering (vanzelfsprekendheid) en hospitalisatie, verlevendigen van de werkpraktijk, de werkpraktijk meer in contact met de eigen beleving brengen, bewustwording en meer grip en sturing vanuit eigen ervaring, wensen, verlangens opgaves, queeste, roeping, drive, motivatie, bevlogenheid. Het muzische als uitnodiging zich hierover uit te drukken, dit te uiten, te delen en te verbinden. Het muzische als hulpmiddel van het bespreekbaar maken van ervaren en moeilijk te benoemen fenomenen (evaluatieformulier). Deze wijze van muzisch sensitiever worden lijkt bij te dragen aan een humaner behandelinhoudelijk werkklimaat.
Mijn wens voor het traject in 2019
Graag zou ik de ingezette beweging voortzetten met de HKU als vertrek- en terugkeerpunt. Het heeft mij de voorgaande periode enorm gesterkt en geholpen om gezamenlijk te onderzoeken. De laatste tijd ligt mijn focus nog steeds op de dominante waarheidspraktijk zoals ik deze in de instelling waar ik werk tegenkom met dien verstande dat mijn aandacht zich richt op het bevragen van vormen van conditionering waaraan wij als werkers onszelf committeren. Welke conditionering is dienstbaar aan de bedoeling van ons werk en welke niet?
Tijdens een recente vakantie verloor ik mijn mobiele telefoon en was als het ware van een door connectie met internet gecreëerde zekerheid/geruststelling afgesneden. Dit gebeuren deed mij best schrikken en ik werd mij bewust van mijn eigen kwetsbaarheid waarmee ik mij door een grotendeels rationeel technisch aangedreven wereld beweeg. Bovendien zag en ervoer ik ineens de achterkant van het plaatsen van mijn zekerheid in deze technologie. Ik realiseerde mij dat de thematiek hiermee maatschappelijk breder werd. Gezien de snelheid van recente technische ontwikkelingen zal dit soort maatschappelijke vragen naar waarschijnlijkheid toenemen. Hoe kunnen wij aandacht houden voor het menselijke en laten wij ons niet dicteren door wat de door ons gecreëerde techniek van ons lijkt te verlangen? Het gegeven thema ‘gevangenschap en vrijheid’ dat door de setting waarin ik werk is aangesproken lijkt in het mee naar buiten nemen een grotere actualiteit te krijgen.
In het vervolgen van de ingezette beweging overweeg ik een deel van het traject 2019 een zen-retraite (Colorado, USA) te laten zijn (jan-april). Ik ben er nog niet definitief over uit of het lukt dit te realiseren. Mogelijk past een andere beweging bij de dialoog met de koffiekan naar buiten. In ieder geval zou ik mij graag committeren aan het vertrekpunt van de gezamenlijkheid van een volgende muzische werkplaats waar deze beweging onderdeel van zou kunnen zijn, en mij ook de mogelijkheid biedt mogelijkheid de ervaringen hierin weer mee terug te brengen.
Vragen tijdens het startgesprek
Met welke onderzoeksvraag zou je aan de gang willen?
Ik zou verder willen met de beweging van de koffiekan; naar buiten. Hoe radicaal dat is kan ik niet zo goed zeggen en is onderdeel van onderzoek. Ik wil zowel uit de comfortzone als er voldoende in blijven om niet ontregeld te raken. Deze balans maakt onderdeel uit van mijn onderzoek.
Ik heb een landschap gevonden aan muzische mogelijkheden die nu nog grotendeels subjectief is en wil hier in de tweede werkplaats meer richting intersubjectief bewegen. Hoe bruikbaar is wat ik gevonden heb in bredere zin? Ook kan ik het verhaal van de koffiekan verder uitwerken als metafoor van conditionering.
Kan je het ook kleiner maken? Mag het ook een onderzoeksvraag zijn op kleine schaal?
Ik noem iets over gezondheid bewaren in het beladen werken van een forensische setting. Ik noem de moeilijkheid van starten vanuit wantrouwen en de moeilijkheid vandaaruit tot vertrouwen te komen.
Je wilt nog een keer deelnemen. Wat betekent dit nog een keer te doen?
Nog een keer deelnemen betekent wel dat er al een en ander ligt waarop ik verder kan. Toch wil ik mij niet voorstaan een oud-gediende te zijn en zal ik mij opnieuw open stellen en inzetten. Ik merk dat de gezamenlijkheid van de vorige werkplaats mij erg geholpen heeft. Een gezamenlijk vertrekpunt voor mijn onderzoeken is zeer helpend, een gezamenlijk vertrekpunt waar ik naderhand ook weer aan terug kan brengen.
De vorige werkplaats gaf mij moed en durf stappen te zetten die ik zonder deze gezamenlijke commitment niet had durven doen.
Je noemt veel wat je komt halen, wat kom je brengen?
Ik zal mij committeren aan de werkplaats wat voor mij betekent dat ik mijzelf zal uitdagen meer naar buiten te brengen dan ik gemakkelijk vanuit mijzelf zou doen. Net zoals de eerste werkplaats heb ik mij voorgenomen sneller naar buiten te brengen dan mijn twijfel achterhouden kan. Dus; bij twijfel doen en niet achterhouden.
Ik was blij verrast met de (h)erkenning van Daan als methodoloog voor mijn wijze van werken in materialen. Vanuit mijn professionele ontwikkeling heb ik aandacht voor materialen en processen welks ik ook wil inzetten en beschikbaar wil stellen voor anderen. Ik zou mij graag inzetten voor het verstevigen van het methodologisch fundament van muzisch onderzoek.
Je noemde iets over kringen, kan je daar iets meer over zeggen?
Gedurende de eerste werkplaats heb ik wel een aantal kringen gevormd. Daar ben ik blij mee en deze zal ik continueren. Ze hebben op dit moment echter nog niet zo’n body dat zij een voldoende solide vertrekpunt vormen. Ik zou hier graag nog wat aan verder bouwen. Bij het einde van de eerste werkplaats heb ik gezegd dat verbinding theorie en praktijk aandacht behoeft. Ook in komende werkplaats wil ik de aandacht houden op de verbinding en bruikbaarheid van wat we doen voor de praktijk.
Heb je na de eerste werkplaats suggesties wat wij in een tweede werkplaats anders kunnen doen, of waar wij meer aandacht aan kunnen besteden?
Als deelnemers zijn wij gestart met veel zoeken. De momenten dat we samen waren hebben we hard gewerkt. Dit was tevens het contact dat we hadden. Hoe kunnen we iets meer zorgen dat we letten op een opbouw, differentiatie in tijd, pauzes, rustmomenten, samenvattingen, plaatsbepalingen, keuzemomenten en afrondingen. Ik denk dat we inmiddels meer in staat zijn te differentiëren en verschil te laten bestaan. Op welke wijze hoeven we het niet enkel met elkaar eens te zijn maar kunnen we ook elkaars verschillen benutten.
Voor het gesprek praten we over de valkuil het maken uit de weg te gaan en te verdwalen in uiteenzettingen. Ik onderschrijf de intentie aandacht en alertheid voor het radicale en het maken te houden.
Tot slot merkte ik in het gesprek dat de basis voor de hele werkplaats op grotendeels onbetaald eigen initiatief is. Ik weet niet of dat klopt. Ik vind dit geen onbelangrijke constatering die mij hiervoor nog meer waardering laat hebben. Bij de gewekte wens naar gelijkwaardige en adequate beloning voor dit werk is het naar mijn idee goed hierover transparant te zijn. Dit helpt ons te positioneren op pad naar een gewenste ‘volgroeiende’ positie.
september 2018