the unanswered question
Tweemaal zet ze haar staf met een stevige droge tik op de grond. De bellen aan de bovenkant van de staf rinkelen. En dan, in de stilte erna, klinken de verlossende woorden: ora est.
Ik ben gepromoveerd! Als hun overleg goed afloopt. Maar dat is standaard het geval.
En dan ineens weet ik het. Ik speel niet meer. Naast alle opluchting, trots, (vermengd met twijfel of ik de verdediging die ik net gevoerd heb wel goed was) dat ik het gehaald heb. Ook is er die kleine (een kleine gedachte- ik ben het kwijt…) maar pregnante gedachte: ik speel niet meer. Schiet door me heen. Maar even (trekt een spoortje als in een bellenvat).
Het moment: Even een duizeling. Wegtrekker. Lijk een moment heel ergens anders te zijn.
Iedereen wordt geacht te staan. Publiek staat op. De commissie en het cortege (de volgers) staan op. Zetten hun zwarte baretten op. Trekken hun jassen recht. En zo gaan ze in een lange rij de zaal uit. Overleggen en beraadslagen hoe ik het gedaan heb.
Het wachten begint. Als de laatste weg is komt er een applaus van de genodigden. (is dat zo?) Dat hoort niet in het protocol.
Horen puffen van het publiek.
Ik ben er helemaal en iets in mij is er niet helemaal. (die vreemdheid)
Het klinkt als de openingsmaten van the unanswered question van Charles Ives. Zee van akkoorden. Trompet stelt ‘de vraag’. Blazers ‘geven antwoord’ maar nooit zo dat het past.
Wat was in mijn promotie (mssch zelfs mijn boek) de vraag die niet gesteld werd of die niet beantwoord werd? De vraag waar geen antwoord op kwam, niet op gegeven kon worden? ‘speel je nog’? of nog groter ‘waar ben jij’ muze? Dat wat bezielt. Het verlangen tot zelfoverstijgen.
Beschrijving van alle portretten aan de muur. Waar is de vrouw?
Over ives en the unanswered question:
- Ik zou wel charles ives willen zijn. Herken dat idee dat ik er maar beter niet mijn werk van kan maken. Hij werd verekeringsman en componeerde in zijn vrije tijd. Terwijl ik anders dan de hele tijd te vermengen.
- Unanswered question 1906 NEE 1908! geschreven. Pas in 1940 uitgegeven (dus veel later). Ook ik kom er nu pas mee. Pas in 11 mei 1946 uitgevoerd.
- In zijn revisie werkte Ives het vraagmotief nog bij. eerst eindigde dat op dezelfde noot als waar het mee begon. Maar nu bleef het ‘onaf’ en open….
- Oorspronkelijk heette het ‘a contemplation of a serious matter’ ‘the unanswered perennial question’. De eeuwig onbeantwoorde vraag
- Swafford zegt: drie lagen die in een collage zitten. Strijkkwartet, houtblazer, solotrompet
- Ook de views zijn interessant zoals bernstein in 1973 in zijn norton lectures.
- De strijkers spelen zonder onderbreken. Worden niet afgeleid. Alsof ze eeuwig doorgaan. Cosmic landscape. (stilte speelt daarin ook een rol- is missschien wel het antwoord).
Wikipedia- check vooral de engelse!
En ook: https://www.trouw.nl/cultuur-media/charles-ives-perste-de-klanken-van-connecticut-in-een-europees-keurslijf~b1922300/
De strijkerslaag vormt het fundament van de compositie. Deze speelt lange akkoorden met een tonaal karakter. De houtblazers en de trompet spelen afwisselend, beiden atonaal, in een soort dialoog. De trompet speelt in totaal zeven keer dezelfde melodie en de houtblazers reageren hierop. Elk antwoord van de houtblazers is heviger en dissonanter dan het vorige. Ives verbond een programmatische betekenis aan dit werk: de strijkers zijn een "cosmic landscape", het eeuwige voortschrijden van de tijd. De trompet stelt de grote levensvragen voor, waarop de houtblazers proberen een antwoord te formuleren. Gefrustreerd door hun onkunde wordt elk antwoord meer en meer dissonant, tot de houtblazers hun zoektocht opgeven en de trompet beginnen te bespotten door imitatie van zijn melodie.
Ives was bij het componeren van The Unanswered Question sterk beïnvloed door de filosofie van Ralph Waldo Emerson en andere transcendentale filosofen. Dit uit zich in een zoektocht naar waarheid en een onvermogen om deze uit te drukken in zintuiglijke communicatie.
Dus the unanswered question staat voor de vragen van de commissie en mijn pogingen te antwoorden. En dat die vragen misschien ook te groot zijn. En niet beantwoord moeten worden. Omdat ze ieder van de drie tot ‘de grote vragen’ horen. Dus het werkt op het ‘ora est’ moment
Maar het staat ook voor ‘mijn vraag’ die ik elke keer opnieuw stel. Waar ik maar beperkt antwoord op krijg. Waarmee ik ook in treurige/ scheve/ lachwekkende situaties terecht kom. Net als ik alles denk te weten blijft ‘de vraag’ opnieuw staan. (de grote levensvragen).
NOTA BENE- voor mij agendeert the Unanswered Question de thematiek dat je op de grote vragen van het leven niet zomaar antwoord kan geven. Je probeert dat. Maar staat ook weer met lege handen. Gaat ook over de spanning tussen de muziek die ‘is’ en de taal die ‘wordt’ of ‘wil zijn’. Die twee niet tot elkaar te herleiden werelden. Het verlangen dat toch te doen. Het onaffe dat daar in zit. Dat gedoemd te mislukken.
Ik ga ondanks dat op zoek met die vraag en blijf hem stellen. Niet zevenmaal. Maar zeven maal zevenmaal. Dus 49 keer. De vraag is een verlangen. naar de muze, naar overstijgen van mijzelf. Met anderen
Overigens denk ik dat ‘het antwoord’ al die tijd ook in de muziek van Ives al aanwezig is. In de tijdloosheid. De stilte. Dat omvattende waarin alles verschijnt.
Helpt the unanswered question mij ook om het boek vorm te geven? In die zin dat het stukjes mogen worden. En dat ‘het antwoord’ dat in elk stukje op ‘de vraag in variaties’ die verschijnt niet ‘het antwoord’ is.
(nog te verwerken:
Eerder al vandaag waren er tekenen van die opkomende vragen nu ik eraan terugdenk. In een kamer die van enige hoogte uitkeek over het domplein in Utrecht werd ik verzocht te wachten op het begin van de plechtigheid. Van alle kanten zag ik de belangstellenden aankomen over het plein. Een levende liefdevolle landkaart van al mijn verbindingen. Dierbare vrienden, vergeten collega’s, wijze leermeesters, eigenwijze kunstenaars, geëngageerde radiomakers, betrokken studenten, mijn moeder, mijn lief en mijn jong volwassen kinderen waarvan één op het allerlaatste moment met een studievriend achterop. Ieder trok zijn eigen spoor over het plein. Snel of langzaam, zoekend of doelgericht, een blik van herkenning over en weer, een verraste begroeting, kleine groepjes die zich vormden en anderen die solo voorwaarts gingen. En uiteindelijk allemaal door de deur van het academiegebouw. Stil en in afwachting, zo stond ik daar te kijken. Vergezeld door twee dierbare paranimfen die er voor het behoud van mijn goede orde ook maar het zwijgen toe deden. In die stille choreografie springt in mij plotseling een vraag op: kom je ook? Ben ook jij zelf, die vanmiddag zo centraal staat, aanstaande? Hoe tof zou dat zijn! Maar ik laat de gedachte passeren als grappig en als gekkigheid, een gril van het denken. En vestig mijn focus weer op mijn lekenpraatje waar ik straks mee begin. Heb ik je op precies dat moment over het hoofd gezien vraag ik me nu af?)
hieronder de jij-aanspreekvorm veranderen. Maar wel de verbinding leggen naar de gewoonte om O muze te zeggen. en de vraag wat er gebeurd zou zijn als ik het wel had gedaan. de vergelijking maken tussen O muze en the unanswered question.
Misschien ben ik op mijn promotie wel twee vitale woorden vergeten uit te spreken, de woorden ‘O muze’. Want toen jij en je zusters er eenmaal waren werd het de gewoonte dat schrijvers en dichters hun stukken begonnen met de aanhef O muze. (invocatio- check. )Homerus deed dat. En Vergilius deed dat. En velen na hen deden dat, de muze aanroepen. Ik heb dat totdat ik met deze brief begon tot op de dag van vandaag nog nooit gedaan in al die tien jaar. Had ik dat misschien wel moeten doen…. jou aanroepen? Was je dan gekomen? Over het plein? Lopend of achter op de fiets bij een dierbare? Zou je zijn verschenen in de kritiek van de opponenten? In mijn antwoorden? Of was je al die tijd al heel gewoon aanwezig om hier en daar de verbeelding aan te blazen, een wending aan te wakkeren? Keek ik er overheen? Ik weet het niet.
Ik speel niet meer. (ik realiseer me dat ik op datzelfde hora est nog iets dacht. Ik speel niet meer. probeer nog weg te komen met de gedachte dat ik toch even gespeeld heb. Het hele ritueel begon met enkele noten. Eerst spelen dan spreken. Maar dat was niet genoeg. Het was tokkelen. Geen lied. Geen frase. Wat speel ik eigenlijk nog? Welke rol speelt de muziek in dit alles?)