Machine gun- neermaaien van de muzen
gaat over een setting van inspiratie delen. Daarin dat heilige willen neermaaien met een machinegeweer. vooral die beelden van het muzische. zoetgevooisde. is een contrapunt van dat wakker worden. Helemaal tegenover clocks and clouds. waarom zijn die muzen een klotethema? 1- oude meuk die meekomt 2- dat heilige en niet van vlees en bloed 3-
De zwarte vloer van de theaterzaal staat vol met 120 witte stoelen in groepjes van drie. Aan alle gasten vroeg ik een bron van inspiratie mee te nemen. Welke bron keer je telkens toe terug en geeft mede richting aan je leven en werk? Als opmaat leest theatermaker Lotte van den Berg uit mijn proefschrift voor over het citaatgesprek. Dan gaan de gasten in drietallen in gesprek en wisselen hun bronnen uit. Anders dan gewoonlijk doe ik niet mee. Ik loop rond en blijf overal even staan kijken en luisteren. Dat is leuk, maar ook vervreemdend. Het maakt me een buitenstaander. De uitwisseling van bronnen schept direct betrokkenheid en intimiteit tussen de gasten. Zelfs mijn meest dierbaren waar ik dolgraag even mee zou kletsen zijn nu deel van een groepje. Ze zijn tijdelijk onbereikbaar voor mij: ‘in gesprek’.
Ik moet denken aan de middelbare school, dat ik verliefd was op een meisje. Maar dat meisje verkeerde permanent in een groep vriendinnen. Hoe die onderling konden giechelen! Hoe die nuffig en hooghartig aan zichzelf genoeg hadden! Verschrikkelijk. Dat hield mij op een onoverbrugbare afstand. Wat voelde ik mij een ongelofelijke sukkel. Links en onhandig. Ach val dood dacht ik dan uit zelfbehoud. Wat ik ze allemaal wel aan zou willen doen uit pure frustratie…
Ook het omgekeerde ken ik. Dat ik zelf deel van een sterk en bijna onbenaderbaar groepje ben. De band. De power van op het toneel staan en de macht van de performer. Orkater spelen we in Zurich op een theaterfestival in een grote botenloods. Zoveel succes dat we als een band een toegift spelen. Van achteraf komen we een voor een op terwijl het publiek juicht en joelt. Cento e uno. (gaat over aftellen toch ivm de komeet die de aarde zal verbreizelen). Heel zacht begin. Doodstil. Bezwerend en groots uitgebouwd. Gevoel dat ik one of the guys ben.en hoeveel macht dat geeft.
Ik heb voor vandaag zelf ook een bron meegenomen. Het is een heftige keus: het nummer Machine Gun van Jimi Hendrix. Misschien goed dat ik niet in één van de gesprekken zit. Het nummer gaat over de Vietnam oorlog. Over schieten, over de dood, over uit elkaar gerukt worden, over pijn, over loopgraven en over sluipschutters en over nog meer doodschieten. Het gaat mij om de gitaarsolo’s die naast de tekst het verhaal vertellen en daarin tot het absolute uiterste gaan. Wat daar allemaal in te horen is. Zo zou ik zelf willen spelen. Zo zou ik cello met de stok op de kam willen laten gieren. Zo zou ik op de snaren willen slaan. Dwars, donker en duister. Waarom nam ik het mee? Als een contrapunt van het mooie, verhevene van deze dag, van dit gesprek? Als een reality check op wat het leven ook is? Ik weet het niet precies, maar nu loop ik ermee rond.
overgang---
Maar net nu ik met mijzelf bezig ben deze disciplinering af te spreken en daarmee een begaanbare weg denk te zien verschijnen speelt dat nummer Machine Gun van Jimi Hendrix er doorheen. Takketakketak daa,daa,daa (aflopend) Takketakketak daa,daa, daa in de begeleidende gitaar en het slagwerk. En daaroverheen die huilende gierende noten van de gitaar van Hendrix en hoe hij daar zelf weer doorheen zingt. Er zijn verschillende live- uitvoeringen van te vinden. Er is nooit een volledige studioversie gemaakt. Daarvoor was Hendrix, die niet ouder werd dan 27, te vroeg dood. Dat sijpelt nu allemaal door mijn gedachten, woorden en gevoelens heen. Een verontrustende kwaadheid wordt wakker.
Drie dingen heb ik te zeggen.
- Echt naderen kan alleen als ik ergens doorheen breek. Ten eerste door de afstand in de tijd. Door de muze de hele tijd te denken in de oud griekse samenleving flink wat eeuwen voor onze jaartelling kom ik maar niet dichterbij. Ik word er stoffig van. Er komt allerlei oude meuk mee waar ik geen boodschap aan heb. Net zoals je antiek meubilair met zorg moet behandelen ontstaat rondom de muze de verkeerde zorgvuldigheid. Als ik al zou willen schieten om de nevels op te laten trekken dan is het daarop. Op dat precaire van wat oud is.
- Het tweede is dat de muzen niet ‘gewoon’ mensen van vlees en bloed zijn maar goddelijke wezens. Dat heilige zweem wat om jullie heen hangt is soms ronduit irritant. Het lukt me gewoon niet om op ooghoogte of armlengte afstand te komen. Alsof ik tegen je zou moeten opzien. Dat maakt je onbenaderbaar weet je?
- En dat derde ding heb ik eigenlijk al gezegd. Dat is dat klitten in dat groepje met je zusters. Zoals beschreven wordt omdat jullie samen één ziel zouden hebben. Maar wat moet ik daarmee? Hoe kan ik mij daartoe verhouden? En als ik zoals nu bezig ben is het moment niet veraf dat ik er de fik in steek zoals Hendrix dat deed met zijn gitaar. Een heilig vuur waarin alles moet branden. En dat ik dan zelf met zo’n machinegeweer zou schieten en alles neermaaien. Dat mijn oefening in naderen de jacht is die ik nooit heb begrepen. Sluipen en mij verdekt opstellen. Door bosjes kruipen totdat ik mij doel scherp in het vizier heb. En dan schieten. Een fataal schot. Een moment van ultieme eenwording van mij met mijn doelwit. Dat jij dat zou zijn muze. Ik zou je doden uit een te grote liefde, een te groot verlangen, je vernietigen door te dicht bij te komen, zoals een mot onweerstaanbaar wordt aangetrokken door het licht van de gaslamp om even later te verbranden en in rook op te gaan.
Het publiek juicht en joelt en Hendrix wakkert met zijn handen wapperend het vuur aan waarin zijn gitaar in rook opgaat. Hij zit er geknield achter en de vlammen laaien omhoog op de aanstekervloeistof van …(noot: over de precieze toedracht en dat de schrijver hier twee Hendrix gebeurtenissen verbind die eigenlijk in de tijd ver uit elkaar lagen) Fluisterde je ook Hendrix in zijn oor muze? Ja natuurlijk deed je dat! Ik kan er bijna niet naar luisteren naar dat nummer “Machine Gun” en toch doe ik het. Het is een bron van inspiratie die me helpt om iets over de dood te zeggen. Over mijn angst jou te verliezen muze als ik je te dicht nader. En daarin ligt waarschijnlijk ook mijn eigen eindigheid besloten. Een gek mengsel van angst en verlangen dat in woorden niet goed te begrijpen is, maar in het spelen van muziek die tot het uiterste gaat wel.
En het is een bron van inspiratie die me herinnert hoe veelbetekenend het ‘bandje’ is. Zoals jullie ‘de muzen’ zijn had Hendrix zijn ‘band of gypsies’. Altijd erg tot de verbeelding gesproken. Dat nomadisch zwervende, met een busje door de wereld trekken, dat subculturele van het ‘wij zijn dit’. Hier zijn wij van. En je bent een knapperd als je daar iets tegenin brengt. Dat hele spectrum zit er in: van mijn eigen onvermogen van het benaderen van een leuk meisje in een groepje tot zelf op het toneel staan in een bandje en de macht van de performance hebben. (trots, aanzien, aantrekkelijkheid, hoe lekker dat is, sensualiteit en zelfs geilheid die daarbij hoort.)
Toneel is veranderd omdat tussen alle stoelen nu opstellingen van bronnen zijn ontstaan. Hier zijn wij van. Kijk maar. Ze staan er voor. Ook al kenden ze elkaar een uur geleden nog niet of maar beperkt.
aantekeningen voor reflectie:
tweeluik clocks and clouds en machine gun. in eerst komt de ochtend, het positieve van het schrijven het meidatieve en de griekse oudheid als het ware met die subtitliteiut van clocks en clouds tot leven. In het tweede is het zwart en verbnietigend. aanklacht tegen alles wat er mis is. geen doekjes voor het bloeden.