Beste M angstdroom
deze taal is energiek. de zelfaankacjt, maar daarin precies de thema's waar ik ook voor op de bres wil staan. Hoe scherper hope beter...
een droom)
De kritische muze-(waar denk jij dat je eigenlijk mee bezig bent? De muze spreekt zich uit.)
ik droomde dat ik opnieuw mijn proefschrift moest verdedigen. Dat de commissieleden de muzen waren geworden. Strijd aangegaan.
Nu ik het opschrijf komt als vanzelf een droom uit mijn jeugd terug De droom die ik als kind had. Terugkerende nachtmerrie. De huiskamer binnenkwam. Daar werd opgewacht door een heks met rode vlammende ogen en piekerig haar. En hoe ik achterna gezeten werd. Zonder te kunnen ontsnappen. Welke uithoeken ik me ook probeerde te verbergen. Geselend zat ze me na. Krijsend. Doodsbang was ik. De zekerheid dat ik mijn dood tegemoet ging. Wat ik met jou zou moeten doen is wat we met die satyr marsyas hebben gedaan. Hij dacht het op te kunnen nemen tegen apollo! Uiteindelijk de wedstrijd verloren. We hebben hem levend gevild. Dus met een mes zijn huid afgestroopt tot hij het leven liet. En die aan de boom gespijkerd. Ook die andere vergeldingsacties checken. En de razernij en wreedheid. Het onverbiddelijke). Als je het tegen de muzen denkt op te kunnen nemen pakken ze de handschoen op. DE AANKLACHT. Waar die te situeren? Officier van justitie. Dagvaarding. De beklaagdenbank. Zij heeft een toga aan. (RECHT is trouwens totaal geperverteerd). Of is het de gevreesde criticus….Er komt een recensie uit van zijn boek. Of nee: we keren terug naar de verdediging van de promotie! Alsof dat de muzen zijn!! De pakken die ze aangetrokken hebben. En dat ik daar weg wilde komen maar nu door dat artikel van tegenbosch/ verhoeven weer terecht ben gekomen. Maar ook is er het artikel van verhoeven dat zegt dat de muze ook kritiek is. Dat het woord in zichzelf al kritiek is. (via Maitta Tegenbosch)
Willen de promovendus complimenteren met zijn werk Muzische professionalisering daar staat hij voor. Dat wil hIj zoals dat heet in de wereld zetten. Daar is hij voor op pad. En niet zonder succes. Want de vraag groeit. Vijftig organisaties heeft hij inmiddels voor gewerkt. Theatrale lezingen, workshops, adviestrajecten. En zelfs zijn proefschrift zal wel in enigerlei mate worden verkocht. Maar wat doet hij nu eigenlijk en deugt het wel?
(geld en markt) Eerst werkte hij zonder geld en deed hij precies zoals wij het hem wat opkwam. Nu vragen we steeds meer geld.
De geldkwestie is een interessante want dat roept de vraag op wij muzen wel verhandelbaar zijn. Wij zijn toch geen economisch goed. En wat doe jij? (nu rechtstreeks aanspreken) Goed geld mee verdienen. Je trekt ons in een transactioneel model. Voor een bepaald bedrag wil jij wel over ‘jouw muzen’ komen vertellen. Je hebt er heel wat tijd en aandacht in gestopt om ons van nabij te leren kennen. Nu kan zich dat gaan uitbetalen. O dat is die man van de muze.
(zogenaamde macht en ijdele trots daar bij te zijn) en hoe trots ben je als een van s’ lands grootste organisaties je vraagt om een voorstelling van 20’ voor het kerstdiner van de top. Over een groot en belangrijk onderwerp: zorg voor elkaar. Maar wat doe je daar? Je wacht op de zolder van een chique dinerboerderij totdat alle auto’s met chauffeur de bazen hadden afgeleverd…..etc. (de vraag naar complimenten achteraf, was het U vraagt wij draaien, in welk script van wie waren we eigenlijk beland). De trots: we spelen voor de top. En andersom hoe de top blij is om ‘een passende act te hebben’ die geen plat vertier is, tot nadenken stemt, maar ook lichtvoetig blijft. We waren daar de entre’act. De muze werd een amuse, een tussengang….(maar misschien moet dat ook wel- optillen/ alle zorgen even laten varen) pervertering
(professionalisering en deelnemergedrag) Wat doe je bij de Baak? Daar heb je jezelf uitgeroepen tot in residence. Maak denkbeeldig eens een rondje over het landgoed. Alle inspirerende prikkels die je tegenkomt. Alle citaten die je een kort moment proberen te verleiden anders tegen de gewone werkelijkheid aan te kijken. De gedichten die op de learning lane staan. Maar vooral de industrie die jullie gemaakt hebben van leren/ professionaliseren. De klant is koning. Want hoe zit het. Hij werkt zich al jatren het schompes. En mag nu van de baas op cursus. Dat moet voelen als een ‘cadeau’. En zo kan je de deelnemers zien, ze nemen letterlijk hun deel: ‘we hebben er dik voor betaald dus nu moet het in orde zijn ook’. ‘ik kom hier leren. Nu staat mijn hele hebben en houden centraal’. De deelenemer die aandacht vreet. En bijna verzuipt in zijn zelf blik/ zelf licht. De formulieren achteraf invult. De enquetes of het goed was. Waar ik zelf mee worstel is welke nummers we dan spelen als we een training binnenlopen. Hoeveel eigen onzekerheid, hoeveel eigen zoeken, hoeveel niet-weten is er eigenlijk mogelijk? En wenselijk? En relevant? En je weet dat donders goed Bart Je bent je er zelfs bewust van dat een en ander al zeer geinternaliseerd is. Dat je ruim voor de daf van vandaag al heb zitten puzzelen op de juiste antwoorden. Dus dat ik helemaal dat ambigue en meerduidige niet zo toelaat. Niet durf toe te laten).
(feel good) Flinterdunne grens tussen goed werk en feel good. Heeft dus te maken met al die beloften die je overal doet. Kunt U iets komen doen over de muzen? Ja graag en natuurlijk kan ik dat. They love it. They eat it.
(de werkvormen industrie) En dan nog zoiets. ‘muzische werkvormen’ de vraag naar muzische werkvormen stijgt. Als zoete broodjes over de toonbank. Talk of the town. ‘er zijn nu ook muzische werkvormen’ O wat leuk. Waar kan je die krijgen? Kunnen we niet een paar muzische werkvormen doen, maar wat zijn dat. In hemelsnaam? Ik ben bang dat jij dat zelf bedacht heb die term. Uit jouw verlangen voortgekomen om mij met mijn zusters naar de praktijk te brengen. In de markt te zetten. Er is een grote vraag naar manieren van werken. Maar hoe ga je daar mee om? Lever je dat wat er nodig lijkt te zijn? U vraagt wij draaien. Daarmee demp je het oorspronkelijke ‘muzische verlangen’ dat er achter schuil gaat (je zou veel eer onderscheid maken tussen ‘muzisch verlangen en wat dan is’ en ‘manieren van werken’. Het gaat er niet om dat die manieren van werken werken, maar dat ze ons, de muzen, kunnen laten verschijnen. En dat de verschijning van de muze juist niet zonder complicaties is. Want extase. Want mania. Dus wij hebben allerlei bijwerkingen zonder dat jij een fatsoenlijke bijsluiter bijsluit. Je brengt het als een vakantie naar en exotische bestemming: net doen over een zongarantie wordt meegeleverd. Het recht op zon-uren. In die hoek kom je terecht als ije niet oppas. Verkoper van toeristische droomgezichten. (wat je eens goed zou moeten lezen is Grand hotel europa- interessant om op een aantal manieren die vergelijking te trekken omdat ook bij ons de muzen het thema echt versus nep aan de orde is)
(de verrader) Deze hele verdediging van jou en de openlijke of bedekte bekentenissen die je doet lopen erop uit dat ik vrees dat jij in jouw enthousiasme een verrader bent geworden. Dat jij ons hebt verraden en verkwanseld. Had je niet beter kunnen zwijgen? Dan ons in de uitverkoop te doen? Want wat zijn wij nog ‘gedumpt op de markt’. Wat hebben wij te zoeken in de hoek van plezier en fun en belevingsindustrie terecht. Als een pooier met zijn hoeren zet jij ons jouw geliefde muzen in de etalage.
Horen wij daar thuis? Dat is de vraag die wij jou willen stellen…..Wat is daarop je antwoord? Geef antwoord….kan je niet meer praten ineens?..... Of kan je soms niet tegen kritiek? Heb je een lage frustratietolerantie? Wat een rottournee….he…Nou we zijn benieuwd….
Dan komt de pedel binnen. Stok met bellen. Gered door de bel. En volgt de laudatio- zie tekst van Harry. En van Ruud. De lofprijzing.