Aan-tekeningen

Is deel van:

de dag na mijn promotie word ik wakker met een verlangen om te gaan tekenen. Komen eigenzinnigheid. duiken voor kritiek. het zelf wel oplossen. Move van een kreeft. In naar voren.
  • Aan-tekeningen

 

Tekenen is ook muziek. Het maakt klank in de stilte. De streek, het puntje, de kras, de golvende lijn, de arcering, de veeg en het staccato: het is er allemaal. Dat is wat ik meer of minder bewust hoor als ik teken. En ik laat me er soms ook door leiden, door de stille muziek van dat tekenen. Dan is de penseel een strijkstok en het potlood een drumstick. Ik speel weer. Maar even geen cello, piano of zang. Dat komt wel weer. 

Beginnen is altijd weer beginnen met niets. Ik teken niet iets na. Soms is er bij het wakker worden aan de rand van mijn bewuste zijn iets van een beeld. Laat ik het een verschijnsel noemen, omdat het zich zo op de rand van verschijnen en verdwijnen bevindt. Als een schuw dier moedig ik het aan om dichterbij te komen.

Wanneer ben je er en ben je er dan echt en helemaal, of ben je nog in wording? Mij fascineert het moment dat een ongeordende abstracte lijn ineens menselijke trekken krijgt. Dat er een houding zichtbaar wordt. Dat er een uitdrukking in komt die een gevoel oproept. Dat er zeggingskracht ontstaat. Dat ik daarnaar kan kijken en dat er dan in mij iets mee gaat leven met wat gestalte krijgt.

Grappige ervaring is dat: het stipje dat ik zet in de ronding die ik voor een borst aanzie, voelt totaal anders dan een stipje op de bosgrond. Tekenen is al sensueel door het tactiele van al die materialen, het aanraken en vegen. Maar borsten en tepels tekenen voegt daar nog een dimensie aan toe. Het is lekker om te doen.

Vanaf het moment dat de ogen in de tekening verschijnen draait er iets om in de verhoudingen. Tot nu toe keek ik naar de tekening die ontstond, maar nu begint de tekening terug te kijken naar mij. De tekening komt tot leven in de gezichten met de ogen. Ik kan er niet zomaar meer mee doen wat ik wil. Er gaat iets van een eigen leven, een eigen identiteit, van de tekening uit als de ogen komen. Ik word zorgvuldig en behoedzaam in wat ik doe. Ik wil dat wat tot leven komt niet kapot maken. Bovendien word ik daarbij nauwlettend op de vingers gekeken. 

De muziek van al dat tekenen voert me zoals alle goede muziek naar de stilte. Ik spreek niet, ik zing niet. Er klinkt niets anders dan de zachte ruis- en krasgeluiden. Ik spreek ook in mijn hoofd weinig woorden. De taal blijft weg. Ik kom in een gebied voordat er woorden zijn. Ik speel met verdwijnen en verschijnen. Met onthullen en verhullen. Met toedekken en ontdekken.    

 

 

 

Reacties