de nachtegaal- (drie personages)
1- Het hospice- els- de nachtegaal- de oranje kerk en dennendal.
De dromengroep kwam ook langs. Vertellen en duiden van dromen waar ze goed in is.
Haar ‘gewone’ doodgaan. Dat alles eigenlijk zo wonderlijk was. En dat haar levende en bezielde leven gewoon doorging. Altijd een verstandig woord.
De parallellie tussen de keizer uit het sprookje die de dood van zijn borst verjoeg en ik die speel en sprookjes lees en de dood van haar borst verjaag. Ze wil blijven leven tot 1 januari. Dat is handiger voor de belasting van haar zoon. En zo ging het ook.
De dood had gewacht. En was toen gekomen. Als op afspraak. Een nieuw jaar. Nu zonder haar.
vermengen met
Deze scene gaat mssch wel over al die mensen van wie we denken dat ze niemand zijn. Die zijn weggestopt. Zoals de dementerende in de oranjekerk. En de clienten op dennendal. Wat is de muziek daarachter. Versus dat diner van de politie. Dat ademt het ‘iemand zijn’. Is ook werken voor bestuurders. Hoe verschillend dat is. Of ook weer niet. Als het toch gaat om de muziek daarachter, daaronder
O muze,
- De scene in de oranje kerk. Samen ouder en wijzer. De dementerende man. Zijn opkomst iets te laat. Indrukwekkende figuur. Nog steeds. Dat hij zelf toegeeft iets te leren. Dat zijn inzicht in de dag is dat we ‘mensen’ zijn. Hoeveel tijd hij vroeg. Zag je groepje mee worstelen. (omdat ze de spelregels wilden doen). Daar stond hij boven of naast.
- De cello en de akoustiek
- De hartfladders. En de kleine kapel aan de straatkant.
Tweede scene is dennendal. Helemaal einde terrein de locatie. Hoe daar de patienten door elkaar lopen met de professionals. Hoe handen voelden. Hoe de dans. Het elkaar bedanken. De man die overduidelijk het briefje geeft geschreven ‘er waren nu ook veel jonge vrouwen bij’. dat hoor je misschien niet te zeggen, Maar was wel precies wat er was. Hij had het al eens eerder mee gemaakt. Maar dit was het fijnste.