Verder met: on dialogue
"Now, from time to time that tribe met like this in a circle. They just talked and talked and talked, apparently to no purpose. They made no decisions. There was no leader. And everybody could participate. There may have been wise men or wise women who were listened to a bit more- the older ones- but everybody could talk. The meeting went on, until it finally seemed to stop for no reason at all and the group dispersed. Yet after that, everybody seemed to know what to do, because they understood each other so well. Then they could get together in smaller groups and do something or decide things"
Uit: On dialogue- pag. 18/19 David Bohm- Routledge
1- Als reactie op de kritische kanttekeningen over het verloop van de vorige keer spreek ik mijn diepe verlangen uit om alle deelnemers zo volledig mogelijk te zien ‘verschijnen’. Ik ben geloof ik (misschien in dit uitzonderlijke geval) niet bezig met te proberen het ‘goed’ te doen of iets te voorkomen. Ik voel een sterk verlangen dat het potentieel dat er is zich mag en kan ontvouwen. Dat is voor mij leading. Ik wil het liefst strijkoctet spelen ook als we spreken.
2- Wat is er ‘waar’ te midden van al die interpretaties en verschillende stemmen. Ik geef merk ik ineens een beschrijving van het hier en nu van de kring, van hoe we zitten en er zijn onder het hoge dak in een punt en met onze voeten op de vloer. Die fysieke aanwezigheid is voor mij tastbaar en concreet tegenover de vluchtigheid van de gedachten. We zijn er. Aanwezigheid.
3- Dan komen de doorgeefblaadjes waar we allemaal op elkaars zin doorschrijven. Een lawine aan opmerkingen, gedachten en concepten komt op gang. De paniek in mijn hoofd wordt langzaam groter en groter. Alle ordelijk denken wordt weggevaagd door de chaos. Ik heb geen taal meer over. Ik bedenk nog dat het gesprek een Bohm- dialoog is, maar zonder voorbereiding en afspraak dat we hem doen. En ik mis Lotte van den Berg en haar project ‘building conversation’ dat over vormen van gesprek uit oude culturen gaat.
4- ‘Ik heb even geen taal’ zeg ik bij de opening van de tweede ronde. Heel gek en ongebruikelijk voelt dat. Maar het mag er zijn. Ik hoor alles en zie alles. Het gaat over dingen waar ik veel over nadenk en zogenaamd ook allemaal ideeën over heb. Maar de impulsen die van binnen opwellen om te spreken, grappen te maken, te sturen en interventies te doen houd ik binnen: containment. Het wordt een oefening in niet-doen. Misschien zoals Patrick het moment om door zogenaamd iets verhelderends te zeggen ‘het licht aan te doen’ opschort.
5- De objecten van Caroline wekken bij mij vooral een tactiele resonans. Ik voel hun omvang, hun materialiteit. Ik wil ze ‘doen’, ze aanraken en natekenen. Heel precies ervaren hoe een punt wordt gezet, een lijn wordt getrokken. Dat maakt geluid. De punt op papier gezet is een pizzicato op de cello, de lijn duurt een strijkstok lang.
6- De hele avond zit ik naast een bevriende danser maar we dansen en spelen niet. Op de een of andere manier is er een onuitgesproken afspraak dat we allemaal op onze stoelen blijven zitten en dat er gesproken wordt. Veel gesproken. Zelf praat ik niet. Ik ben het projectiescherm waar de film op vertoond wordt. Zo voelt het. Opnieuw dat begrip: containment.
7- Ons gesprek vergelijken we met het theatrale maakproces. Daarin wordt er hoe vrij en associatief ook uiteindelijk altijd iets gemaakt. De koorts en de besluitvorming die daarbij mee komen. De datum van de voorstelling staat in de boekjes. Ondertussen in mijn gedachten: Ik herinner mij mijn eigen concept Maitland Late waar ik dat heb ingebouwd. Dan wordt een totaal vrij gesprek zoals het onze tenslotte besloten met een kleine openbare presentatie van de ‘highlights’ voor de gasten op het landgoed. Stukje openbaarheid. Ook herinner ik me mijn pleidooi om, hoe besloten en vrij en intiem ook een gesprek, wel altijd iets met media te doen. Een foto, een korte tekst, een filmpje. Facebook en twitter. Dan ‘maak’ je een zichtbare buitenkant, schep je een beeld. En ik herinner me dat ik ooit de website van Maitland Late (op dat principe gebaseerd) liet zien aan Farouk en hoezeer hij dat waardeerde en onderschreef.
8- Het concept van meerstemmigheid dat uit Nirav’s bijdragen naar voren komt geeft, realiseer ik me, ook mijn stille stem een plaats. Ik laat dat personage dat niet kan spreken toe in mijzelf. En zelfs naar buiten toe eis ik er de ruimte voor op. En maar liefst in een gesprek dat toch over praten gaat. Dat is, als ik het goed ervaar, óók een bijdrage. Het doet iets. Deze gedachte werpt licht op het begrip professionele eigenzinnigheid en het pleidooi van Nirav dat dat betekent ruimte geven en vragen voor de innerlijke stemmen die er zijn.
9- Caroline vraagt mij hoe het zit in de muziek. Ik heb twee uur gezwegen en hoor mijzelf, terwijl mijn stem het even niet doet, zeggen dat het gaat om de muziek nog eens en nog eens te doen. De muziek is er alleen door hem te doen. Daarna is ie weer weg. En ik hoor dat ik zeg dat de intentie in dat ‘nog eens doen’ niet gericht is op ‘beter’ doen maar op het reiken naar de intensiteit van de werking. Reiken naar wat het doet.
10- We nemen afscheid, pakken de spullen in en gaan de deur door. We stappen op de fiets en in de auto en zwaaien en lachen. Carolien met de cateringspullen achter op haar fiets rammelend Utrecht in. Nirav doet het fort op slot en sluit later het hek als we er door zijn.
Mijn vraag
Mijn fascinatie gaat over alle stemmen horen en die hun plaats laten vinden: eigenheid en samenspel. Hoe werkt dat? Wat dragen vormen, houdingen en inhouden daaraan bij? Hoe kunnen we met elkaar het gesprek aangaan?
Opgemerkt
1- dat motief van eigenheid en samenspel waar ik naar verlang spiegelt voor mij die twee begrippen: professionele eigenzinnigheid en zelfsturing.
2- misschien is het belangrijkste inzicht van gisteren voor mij de opvatting van Nirav dat ‘dit wat wij doen’ verder komt door ruimte op te eisen voor al onze stemmen en die niet te laten beperken. Dat voegt voor mij een dimensie toe aan ‘professionele eigenzinnigheid’.
3- ik beschouw het verloop van gisteren overigens ook als een vorm. Er waren hele duidelijke spelregels namelijk: laten we geen vorm volgen, werken met wat er is, geen leider hebben en de drang om zoals Patrick dat noemt n+1 opmerkingen te maken opschorten. Dan kom je heel dicht in de buurt van de Bohm-dialoog.
4- wonderlijk dat alles zo in de taal blijft. De stilte sprak boekdelen. Valt meer mee te doen. Ook met lichamelijkheid en beweging en klank. Ik had canons bij me want vermoedde een zang-rijp groepje. Nu zie ik dat iets in mij kennelijk last heeft met taal.
5- ik zie twee wegen om door te gaan. 1- Deze groep is een groep die als die bijeenkomt kan samenwerken, een project kan voorbereiden, een seminar op poten kan zetten, een manifestatie kan initiëren. Allemaal mogelijkheden. Dus graag verder! 2- De tweede manier is dat als er twee of drie van deze bij elkaar zijn met een hoop anderen het óók deze groep is. De geest en houding is besmettelijk en kan zich openen naar andere cirkels. Ik denk aan de metafoor van de Urban Dance en hoe die zich ontwikkelt en doorzet. Dus elkaar vragen in of bij het werk en openen naar anderen zou ik ook willen aanmoedigen.
Dank voor gisteravond en deze ontmoeting
Bart
Ellen Vermeulen
Beste Bart, ik lees dit wel maar het lijkt alsof het niet voor mij bedoeld is. Klopt dit? Ik voel een bepaalde sfeer en zie een situatie voor me, in een fort. Het blijft wel vaag omdat ik er niet was en daarmee de context voor mij ontbreekt. Msch is dit ook jouw bedoeling.