Stabbursdalen
op de kaart lijkt een mateloze leegte, ons maken
is niets anders dan dit zwoegen, ons laten
raken door wat wij niet kunnen meten
duur kent geen wijzers, hier telt iets anders
het ligt uitgebreid buiten ons weten
we zien dat de zon niet ondergaat, de dag niet verstrijkt
dat hitte een strenge meester is, aan de rand
van de kaart stroomt de voortdurende rivier,
dansen ontelbare muggen in strijklicht, zwemmen
de forellen voor vanavond nog rond
waar wij ook zijn, we willen verstaan waarom
het juist dan begint te stromen, als we ons kamp
opslaan en stellig op verhaal beginnen te komen