Bildung volgens Gadamer
Citaat uit: B.van Rosmalen (2016) Muzische Professionalisering- publieke waarden in professioneel handelen Utrecht: uitgeverij IJzer.
Bildung
Vorming heet in het Duits oorspronkelijk Bildung. Daarin wordt volgens Gadamer de gedachte uitgedrukt dat de mens door cultuur pas werkelijk mens wordt. Herder definieert Bildung als: “vorming tot humaniteit” (Gadamer 2014:23) De herkomst van het begrip bild in Bildung heeft een geschiedenis die teruggaat naar de middeleeuwse mystiek. Daarin draagt de mens het evenbeeld van God, waarnaar hij gevormd is en waarnaar hij zichzelf ontwikkelt, in zich. Kant en Hegel hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het Bildungsconcept dat een centrale plek in het humanisme kreeg.
Bildung gaat eerder over worden dan over zijn. De ontmoeting met het andere en onbekende is hetgeen waardoor we ons in Bildung vormen. Het is geen kwestie van leren en weer vergeten. De werking van de beleving van het andere is diepgaander. Het transformeert wie we zijn, we maken ons dat andere volgens Gadamer onvervreemdbaar eigen. Daarin ontstaat gemeenschappelijkheid. Gadamer stelt dat het delen van het gemeenschappelijke niet naar een universele waarheid verwijst, maar eerder berust op een gedeelde beleving van zin. In dat gemeenschappelijke overstijgen individuen een deel van hun particuliere individualiteit, verlangen en vrijheid. Alsof wij daar een gemeenschappelijk zintuig voor zouden hebben legt Gadamer wat de werking betreft het verband tussen zin en zintuiglijkheid. “Het is een algemeen en gemeenschappelijk zintuig” (Gadamer 2014: 30).
Gadamer legt een relatie tussen Bildung en het werken als professional, eerst praktisch, dan theoretisch. “Praktische vorming blijkt dan uit het feit dat men zijn beroep helemaal, in al zijn aspecten vervult. Dat impliceert echter dat men het vreemde, dat dit beroep voor de bijzonderheid die men zelf is vormt, overwint en het volkomen tot het zijne maakt. De toewijding aan het algemene van het beroep betekent dus tevens dat men ‘zich weet te beperken, dat wil zeggen dat men van zijn beroep helemaal zijn zaak maakt. Dan is het geen beperking.” (Gadamer 2014:26) ). Over theoretische vorming zegt Gadamer: “Zij bestaat eruit te leren ook iets anders te laten gelden en de algemene gezichtspunten te vinden om de zaak ‘het objectieve in zijn vrijheid’, zonder baatzuchtig eigen belang te vatten”(Gadamer 2014:26). De essentie van Bildung is een beweging van het zichzelf verliezen en weer hernieuwd terugkeren bij zichzelf. Afstand kunnen nemen tot jezelf en je persoonlijke doelen betekent dat je ze kan zien zoals anderen ze zien.
Twee dingen wil ik opmerken over deze beschrijving.
- Bildung gaat over hoe wij als mens vorm krijgen, onszelf vormen. Dat vorm krijgen en de vorming, blijven verbonden met iets van een doel en een richting. Er blijft een Bild dat richting geeft. Op dat punt ontwikkelt MacIntyre het begrip narrative quest. Het is belangrijk om op te merken dat vorming in deze opvatting een richting heeft.
- Het tweede punt dat ik naar voren haal is het motief van het overgeven aan en opgaan in een activiteit. Dat sluit aan bij wat MacIntyre zegt over de relaties tussen deugden en praktijken. Daarbij speelt het verliezen van zichzelf en het opgeven van een zekere particulariteit. Gadamer legt een sterke relatie naar de zintuiglijke beleving als basis daarvan. We verliezen onszelf door in de muzische beleving die dat oproept mee te gaan. Daarin komen de twee perspectieven van het eigen en het vreemde bij elkaar in wat Gadamer ‘horizonversmelting’ noemt. Door beleving van het vreemde en andere wordt de mens pas volledig mens. Dat is de culturaliserende werking van de beleving. Daarin zit zoals Gadamer beschrijft de kern van de “vorming tot humaniteit” (Gadamer 2014:23).