Keynote

KUNST EN ZORG Ik heb 10 minuten. Dat lijkt me een passende tijd: dat is precies het consult bij de huisarts, of het tien-minuten gesprek op school. Je staat zo weer buiten en toch doet het ertoe! Om het maximaal uit te buiten wil ik het liefst 10 opmerkingen maken: één per minuut. Een key-note als een rap gebracht. Stoelriemen vast. En stiekem neem ik er vijf minuten bij.

Context. Wat speelt er in de zorg? Ik ben als docent verbonden aan TOPCLASS een opleiding voor aankomend bestuurders in de zorg. Wat ik daar zie is een spagaat. Enerzijds de toenemende marktwerking, protocollering, verantwoording, decentralisering met nieuwe rollen voor aanbieders en verzekeraars. Werkprocessen enorm onder druk van systeem. En aan de andere kant toenemende vraag naar ‘kwaliteit van leven’, menskant, een veranderende cliënt- vraag. Niet alleen pleisters. Ook doordat in toenemende vergrijzing domweg niet alle middelen voorhanden zijn om ‘alles’ te blijven doen. Dus daarom kwaliteit/ waarden en waardigheid net zo belangrijk als feitelijke ‘zorg- interventies’. Dus als we iets zeggen over kunst en zorg dan speelt dat in die spagaat. Spanning tussen systeem en menselijke waarden

Dat raakt waarom ik hier sta vandaag. Ik heb een proefschrift gemaakt met de titel Muzische Professionalisering. En ben als lector verbonden aan HKU- lectoraat kunst en professionalisering Daarin laat ik zien dat we in verschillende beroepen waaronder de zorg in toenemende mate baat hebben bij wisselwerking met de kunst. En dat het goed is om ook in ons eigen professionele handelen (welk beroep ook) een zekere kunstzinnigheid (muzisch noem ik dat) aan te wakkeren. Dat versterkt ‘professionele eigenzinnigheid’ en tegenkracht om ons niet zomaar voetstoots neer te leggen bij het protocol en het systeem, maar de eigen professionele ruimte juist op te rekken. In die ruimte komen we elkaar tegen: kunst en zorg. In het versterken van tegenkracht en professionele eigenzinnigheid

Wat kan de kunst dan daar in? En wil de kunst dat? Is misschien helemaal niet zo makkelijk. De uitnodiging voor vandaag zegt ook dat er ‘allerlei interventies gaande’ zijn maar nog ziet zo makkelijk daar een kader, een omvattende visie en begrip over te hebben. Wat moet je nu precies met die kunst vanuit de zorg gezien? Zorg zelf al moeilijk genoeg. Komt er nog een complexe factor bij.
Maar ook andersom dus vanuit de kunst. Ik maakte een post over vandaag op Facebook en noemde vier punten die mij interessant leken. Bevriende componist Rob Zuidam meteen in de pen omdat hij er zeer treurig van werd. Er is altijd de discussie over ‘eigenheid’ van de kunst, ‘autonomie’. Moet je dit wel doen?

Mijn visie daarop? Meedoen en instappen als het je interesseert en dan die eigenheid volledig inzetten. Zou ik overigens van zorgprofessionals precies hetzelfde verwachten. (dus niet zomaar meebewegen).
Kunst en zorg: ontmoeting vanuit wederzijdse eigenheid en autonomie

Ik geloof bovendien dat kunst zich altijd ook als zichzelf bewijst hoezeer je ook praat over toepassing, nut en rendement. Als je het doet ‘de kunst’ heb je vanzelf het laatste woord.

Ik spreek vanuit een achtergrond in de kunst. En maak een paar opmerkingen. Wat inspireert mij?

I- Kunst als zorg
Kunst als zorg zeg je dan. Je voert iets op. Er wordt iets gemaakt en de doelgroep gaat zich er beter van voelen. Ervaart linksom of rechtsom zin en betekenis. Ik heb de foto van die oudere mevrouw die in de aankondiging stond gepost. Kreeg gaandeweg steeds meer ‘zin’ en energie van. Zo een prachtig beeld. Dat laat iets zien van ‘kunst als zorg’ of kunst in het primaire proces. wat die foto laat zien is dat de oudere mens nog steeds in de zin van Johan Huizinga een ‘spelende mens’ een homo ludens is. a- De oudere mens blijft spelende mens

Tweede gedachte toen ik het er thuis over had. Mijn vrouw is bestuurder in de ouderenzorg. Ze zei: ‘sterven is ook nog een hele kunst’. Roept een belangrijke rol van de kunst op. Het vermogen om om te gaan met verdriet, ongemak, schuring, tragedie. Als het ‘gewone’ dagelijkse leven in onze organisaties gericht is op maakbaarheid. Opgewektheid. Nieuwe dingen maken enzo. Dan staat zorg, en lijden, en dat wat mislukt en fout gaat in contrast daarmee. Mooie van kunst is dat die ook tot die kant van menszijn directe toegang heeft en daar ruimte aan geeft. De uitkomst van lijden is er niet minder tragisch om, maar de verhouding die we er tegenover innemen wel.
b- Vertolking van tragedie helpt lot te dragen.

Derde gedachte kwam door mijn dementerende (en twee jaar geleden overleden) schoonmoeder en dat we op het laatst vooral contact hadden als we de gedichten van Szymborska voorlazen. De woorden staan daarin zo verrassend naast elkaar dat haar dat raakte in haar lethargie. Ze lachte. Ik weet heel goed dat Szymborska niet speciaal voor ‘de doelgroep van dementerenden’ heeft geschreven, en mijn pleidooi is niet om dat nu zorgbreed landelijk in te voeren, maar hemel wat waren we blij met de bundel. Onmetelijk zinvol en betekenisvol. c- Kunst en dementie meer mee doen
Zie ook die film ‘alive inside’ die nu zo in is. Prachtige film.

II- Professional, muze en dialoog
Dan over wat de zorgverlener kan doen ‘aan het bed’. Ik raakte een jaar of tien geleden in vuur en vlam over het begrip ‘connecting conversations’. Wanneer verbindt een gesprek hoe kort het ook is? Als inspiratie in het spel is! Muzen zijn daar de bron van. Mijn fascinatie ging en gaat zo ver dat ik er een proefschrift over geschreven heb: muzische professionalisering. Één van de gedachten is dat je elke interactie tussen zorgverlener en client kan zien als een scene. Een dialoog, hoe kort ook. Wat gebeurt er? Wat is de tekst van de personages? Wat is de spanningsboog? Wat zijn de verwikkelingen die tot een crisis leiden en hoe ontstaat de catharsis? In het lectoraat met hele groep docenten in de kunst bezig met gespreksvormen die direct toepasbaar zijn ook in andere setting zoals de zorg en de scene aan het bed.

a-‘Het gesprek als theater’ Is een manier van kijken die andere interventies in beeld brengt.

Een voorbeeld dat daarop doorgaat ben ik zelf mee bezig met twee collega kunstenaars: Martijn Engelbregt en Marjolijn Zwakman. De gedachte is dat in die dialoog aan het bed aanraking een belangrijke rol speelt. Maar niet makkelijk te bespreken. Bezwaargevoelig. Als je het fout doet hang je. Het staat in geen enkel protocol. Je kan het niet afvinken. Toch is de betekenis en de waarde zonneklaar. Maar hoe dan? Hoe maak je daar als professional ruimte voor en geef je er richting aan. In dit project ontwerpen we voor een groot zorgevent in augustus 2017 in het Amsterdamse Bos een ‘kom aan mijn lijf huis’ ....(beetje provocatieve titel- maar maakt wel duidelijk dat we het over die aanraking willen hebben, en dat ook willen doen). Leuke van de benadering vanuit de kunst is dat aanraking dus niet in de sfeer van het therapeutische zit maar in het kunstzinnige. Is een andere manier van denken en werken die dingen mogelijk maakt die anders niet kunnen. b- Kunst en fysieke aanraking

Professional en muzisch gesprek kan ook een rol spelen onderling. Dus in organisatie. Op veel plekken zie kanteling van hierarchische organisatie naar zelfsturing. Heel lastig en complex. Door elkaar heen bewegen van verschillende logica’s . Gebrekkig functionerend ‘wij’. Paradoxale inzet om zelfsturing van bovenaf te organiseren en de vraag te stellen. Hoe ‘krijg je ze mee’? Waarom toch die eilandjes? Mijn stelling daarin is dat dat ‘wij’ dichterbij is dan we denken. Versterken door ‘hoe we met elkaar spreken’. Ben telkens geïnspireerd door hoe dan co-creatie werkt in de kunst. Wat is het dat een gezelschap tot een voorstelling brengt? Wat is het dat een koor doet zingen? Wat is het dat een collectief beeldend kunstenaars bij elkaar houdt? Wat is het dat een ‘ensemble’ ensemble doet spelen. Kijk in plaats van naar de plank boeken over organisatieverandering meer naar de kunst...... het vormgeven van rituelen, dat wat je viert, de opvoering die je publiekelijk deelt. Haal gewoon een groep of gezelschap in huis, in residence.
c- Co-creatie in de kunst inspireert tot anders organiseren.

III- Zorg en openbaarheid.
Een andere tendens is dat zorginstellingen steeds minder wegstopinstellingen worden. Niet meer aan de rand van samenleving als laatste halte voor het vertrek. Maar midden in samenleving. We worden ouder, leven langer. Het is niet langer random waar je ‘huis’ staat. De omgeving wordt belangrijk. Zorginstelling opent zich naar samenleving. Neemt plaats in. Verbindt met andere organisaties. Wordt zichtbaar in publieke ruimte. Als kennis- instelling, als plaats van wijsheid door verzamelde ancienniteit. Is een nieuw beeld. Een nieuwe verbeelding

Ineens moet ik in verband hiermee denken aan Hans Zwarts. Oud hoofddirectie ING en CEO bij Randstad. Was een tijdje mijn voorzitter in een componistenhuis in Bilthoven. (Het walter maas huis). Ik nam hem mee naar debatten in de kunstsector. Midden in de tijd dat kunstenaars werden uitgedaagd om ondernemerschap te gaan leren. Wat hij zei was dat er maar éen beroep was dat in de buurt van de ondernemer kwam en dat was de kunstenaar.... Prikte in 1 keer dat hele beeld door dat kunstenaars niet zouden ondernemen. Dat doen ze juist in hoge mate. Overeenkomst tussen ondernemer en kunstenaar is dat ze iets dat er nog niet is in de wereld zetten. En daar alles voor over hebben. Ze gaan tot het uiterste om dat te realiseren. Gek genoeg denk ik dus dat de zorg van de kunst kan leren wat betreft ‘ondernemerschap’... Werkelijk anders durven denken en dat ook nog realiseren. Nieuwe beelden en verbeelding van de zorg vragen ondernemerschap dat veel verder gaat dan bedrijfsvoering. Kunst als ondernemerschap

IV- Verhalen vertellen.
Als ik een innovatieatelier doe voor het LKCA en dus werk met educatie mensen die ik vraag om innovatieve ideeen, of als ik datzelfde doe met de Master Kunsteducatie bij HKU waar ik als docent aan verbonden ben maak ik een wedstrijdje van een paar uur. Duo’s maken. Planvorming aanwakkeren. En dan pitchen. Ik zet een symbolische prijs op het spel die ze kunnen winnen. Geheid dat 1/3 e van de plannen die er uit komt over de zorg gaat. Generaties elkaar laten ontmoeten. Verhalen die gehoord mogen worden. Telkens weer. Is dat opportunisme? Even iets met ouderen dan winnen we de prijs.. Nee. Het is interesse, fascinatie, levende betrokkenheid ..... Er komen gewoon steeds meer mensen die werkelijk geïnteresseerd zijn in het leven en de verhalen van ouderen: waar ze vandaan kwamen, hoe het was, wat er gebeurde toen we er zelf nog niet waren. Wat ik wil benadrukken dat we steeds meer gevoel krijgen voor het ‘levende culturele erfgoed’ van die verhalen. Ook dat radioprogramma OVT en tal van andere mediaformules onderstrepen dat. Verhalen vertellen als ‘cultureel kapitaal’.

Concluderend: wat ik dus laat zien is:
- Kunst als zorg. Dus in het primaire proces: de tragiek en het verdriet rond ziekte en sterven, de dementie maar ook de spelende mens die maar niet ouder wordt.
- Kunst en het ‘verbindende gesprek’ in de scene tussen zorgverlener en cliënt aan het bed, tot en met de fysieke aanraking aan toe. En de vraag of kunst kan inspireren tot nieuwe ingangen voor zelfsturing en co-creatie.
- Kunst en toenemende openbaarheid van de zorg die beweegt van de rand van de samenleving naar het centrum: tempels van wijsheid en anciënniteit. Plekken vol kennis over wie we zijn, hoe we kunnen leven, voor onszelf kunnen zorgen. Daarbij de kunst als ‘ondernemer’ van ongedroomde posities en profielen.
- En tenslotte: Kunst van de verhalen die we als zorg als cultureel kapitaal in huis hebben.

Wat houdt ons nog tegen?
Daar gaan we nu in twee rondes aan sleutelen. Benieuwd naar de uitkomsten over twee uur!
En zoals ik al zei in het begin. Als je het doet de kunst heeft kunst zelf altijd het laatste woord. Een evidentie en autonomie van zichzelf. Kunst bewijst zichzelf. De laatste minuut zal ik spelen.

Bart van Rosmalen

Reacties