Doel: Visie op opleiding DBKV formuleren; maker als motor laden; teamontwikkeling/verbinding tussen praktijk- en theoriedocenten. 

Gesprek waarbij elk voorbeeld dat genoemd wordt extra geaccentueerd wordt. dit betekent dat we niet te snel langs de voorbeelden gaan, maar juist het gesprek stilzetten en nogmaals horen waar het voorbeeld uit de praktijk over ging, hoe het verliep. 

Het laden van het begrip Makerschap: meerstemmige definitie. Mijn stem mag er zijn, niemand hoeft de ander overtuigen. Ook hier op zoek naar de praktijkvoorbeelden en -verhalen: Hoe werk jij, hoe werk jij en hoe werk jij? en niet in de abstractie van het gesprek belanden. 

Welke vragen passen hier bij: Wat voor maker ben jezelf? Wie ben jezelf als maker? Hoe benader je jouw klaslokaal ? Het klaslokaal als atelier/stilteruimte/etc. Wij zijn de regisseur, transformatie van de ruimte.
Wat heb je nodig voor maken? Ruimte: hoe/waar/welke? Met deze vragen het makerschap stretchen. 
(op zoek naar de inclusieve benadering: alles wat maken bevat zit in dit gesprek)

Doen met de docenten, practice what you preach creeeren. 

Projectsturing

Aansluiten op wat is: visieontwikkeling/andere groepjes/.. 

Zoeken naar goede aansturing van dit project door zowel groepje Visie als groepje Maker als Motor te combineren. Dit is het kernteam. 

Zij moedigen aan en dagen uit tot experiment en verzamelen voorbeelden over maker als motor. Door o.a.  een uurtje bij elkaar meekijken. Hoe ziet maker als motor er uit in je les, in je tutorgesprek, tijdens de schouw, etc. 

Aandacht houden en hebben voor verkregen inzichten, niet laten vervliegen. Vastleggen is daarmee van belang van het inzicht en bijkomende dilemma's.

Bijkomende onderwerpen vaststellen, zoals onderzoeken en reflecteren. Reflectie: je hoeft niet precies te vertellen wat ze maken.Maar we willen dat ze kunnen formuleren: ik kan wel zien dat ik op een andere manier maak dan de ander Dus niet vertellen wat je maakt. Levende voorbeelden: student die wisselt tussen klei en film. Niet omdat hij anders wilt, maar omdat het ene werk reflecteert op het volgende. Dat is maakproces van hem. Wat betekent dit verhaal voor hem? Zijn manier is een methode. 

Kleine call doen  aan docenten over maken/makerschap en passende anekdotes. Bij DBKV betekent het dat makerschap zowel docent als kunstenaarschap in zich heeft. Hier moet gesprek over gaan.  

Kleine experimenten doen zoals meelopen, oefening in de les, interventie tijdens de schouw, infiltreren en met ervaring terugkeren naar eigen les. Duo-schap etc. Als je Maker als motor door hele opleiding wil laten gaan, dan moet je het verbindend naar andere groepen brengen.  En zo meerstemmigheid eren en erkennen dat hij bestaat. 

Tijdspad vanaf nu:

voorbereiding:
-  3 dingen: ogen en oren openen over voorbeelden, gesprekjes doen
- zelf zeggen van uitnodigen, kan ik bij jou kijken en jij bij. 
- ontwerpopgave als makermoter wat betekent dat dat voor tutor/schouw/lesvoorbereiding, beetje oefenen

januari: welke vragen meegeven op studiedag.
2 feb: kleine toelichting.  wat er gedaan
begin april:studiedag.