Hoe maak je die stap naar de andere wereld?
Op de HKU waar ik de Master Crossover Creativity volg, zit ik in een werkgroep die begeleid wordt door Bart van Rosmalen. Afgelopen dinsdag vertelde hij dat hij die avond, bij de opening van de expositie van Tamar Clasquin in trainingscentrum de Baak, een bijdrage zou leveren samen met Anouk Saleming. Bart is cellist en theatermaker, Anouk is theaterschrijfster. Ik begrijp dat ze iets aan de expositie willen toevoegen. Ik weet dat Bart en Anouk kunst in verschillende vormen onderzoeken, zoals het spelen tussen het publiek in plaats van op een podium, improviseren en aandacht geven aan het creëren om verbinding met de toehoorders te krijgen.
Die avond zullen Bart en Anouk voor het eerst samenwerken met Tamar Clasquin. Tamar is beeldend kunstenares en maakt klein ruimtelijk werk en schilderijen. Op de expositie zal een groep komen die een training bij de Baak volgt. Wat Bart, Anouk en Tamar gaan precies doen is nog onbekend. Bart beschrijft het als een zoektocht: hoe kan iemand, met een hoofd vol van de training, zich open stellen, zich laten raken en in de wereld van het kunstwerk stappen.
Ik zie hier de parallel met mijn eigen onderzoeksvraag naar zelfsturend leren. Daarom twijfel ik geen moment als Bart vraagt of ik meega die avond.
Als ik de expositie bekijk, ben ik onder de indruk van het werk van Tamar. Ze werkt vanuit haar thema “zoek, reis en twijfel”. Het werk nodigt uit tot het gebruiken van je fantasie. Per schilderij kan ik me in de verschillende situaties wanen.
Dat Tamar bij de expositie aanwezig is, maakt het kijken naar de kunstwerken persoonlijker. Ik kan me beter verplaatsen in diegene die het heeft gemaakt. Daarbij realiseer ik me dat zij uren aan de kunstwerken heeft gewerkt, waardoor het een soort intiem wordt om er deelgenoot van te zijn.
De expositie bestaat niet alleen uit schilderijen, maar ook uit kleine werken in 3d. Doordat ze klein zijn, moet je dichtbij komen om ze goed te kunnen zien. Daarbij is er één werk waarbij je door een kijkgat moet kijken.
Hierdoor is het werk niet alleen om te bekijken, maar vraagt ook om betrokkenheid, omdat je dichtbij de muur moet komen en het je in een bepaalde houding zet. Daarmee wordt het een samenspel van degene die kijkt en het kunstwerk.
Bij aanvang van de opening van de expositie, komt de groep die vandaag een training bij de Baak heeft gevolgd, de ruimte binnen. Tamar, Bart en Anouk stellen zich voor aan de groep.
De groep krijgt 5 minuten om te kijken naar de expositie. Wanneer ze Bart op zijn cello horen spelen, is dat het teken om naar Anouk en Bart te gaan, die tussen het werk van Tamar zitten. Bart maakt muziek, en Anouk vertelt haar tekst. Voor mij gaat deze tekst erover dat je verlangen naar iemand die ver weg is, je in gedachten op reis kan laten zijn.
“Het meisje houdt de wereld in haar handen
dat nieuwe stuk dat ze niet kent
alleen de blik waarmee het in haar handen is gelegd, kent ze”
Vervolgens kijkt de groep weer naar de expositie, tot Bart weer op zijn cello speelt. Anouk vertelt over reizen en twijfelen. Een tekst die tot nadenken uitnodigt: ‘wat laat je thuis als je op reis gaat?’ Anouk is een ware woordkunstenares, zoals ze met woorden kan spelen. ‘De volgende keer dat ik twijfel, ben ik op reis’
Bart vertelt over de situatie rondom de expositie: hoe je dicht bij de muur staat bij het kijken naar de kunstwerken, het verschil van kloktijd en belevingstijd en hoe de kunstwerken vragen je fysieke houding te veranderen. Door dit te benoemen, word je je bewust van het kijken naar de expositie. Eigenlijk speelt iedereen dan opeens mee in de voorstelling die geen voorstelling is. Onbewust zijn de toeschouwers performers geworden.
Vervolgens vertelt vol passie Tamar over haar inspiratiebron: schilderes Helen Verhoeven. Tamar vertelt op een eenvoudige manier over de wijze waarop Helen Verhoeven schildert, maar de vaktaal die er soms tussendoor sluimert, maakt indruk: Tamar weet waar ze het over heeft.
Voor het laatste deel van de expositie, wordt het publiek meegenomen naar een kleiner deel van de zaal, waar ronde roomdividers van takken (zie foto) in een cirkel staan. Het ziet eruit als een nestje, waarbij het publiek over de rand mag gluren, naar de kunstenaars die er ter plekke hun kunst maken. Tamar schildert, terwijl Bart op zijn cello speelt en Anouk vertelt, wat lijkt op een soort gedicht. Alles wordt geïmproviseerd, waardoor het publiek zich nog meer bewust wordt dat dit, wat nu gecreëerd wordt, uniek is.
Is het publiek inderdaad in de wereld gestapt van het kunstwerk, zoals ik wilde ontdekken in de parallel van onze onderzoeken?
Voor mezelf raakten, naast de kunstwerken, de muziek en de tekst me: ik liet me meevoeren en ik ging erover nadenken. Aan de gelukkige gezichten na afloop te zien, kreeg ik de indruk dat de groep de opening van de expositie ook als een cadeau heeft ervaren.