waarde van poëzie als feedback
Utrecht, 30 mei 2018
Wat als we vooraf gevraagd hadden of dit mocht…
Jochem Naafs
Ik ben deze dag gekomen met een vraag waar ik al langer mee bezig ben. Ik ben niet zozeer op zoek naar een antwoord, maar eerder naar manieren om met deze vraag om te gaan. Ik zoek naar verschillende invalshoeken om met deze vraag te werken en mezelf op deze manier te blijven bevragen in wat ik doe. Wat is de waarde van poëzie als vorm van feedback? Ik denk dat ik zo’n vier zes geleden voor het eerst een gedicht schreef om samen te vatten en zo feedback te geven op een gebeurtenis. Sindsdien ben ik blijven schrijven, bij lezingen en symposia, maar vooral bij voorstellingen. Ik schrijf tijdens of vlak na dansvoorstellingen gedichten. Deze gedichten deel ik met de makers en soms met het publiek. Ik draag ze voor, ik breng ze tot opvoering. Dit is onderdeel geworden van mijn onderzoek naar feedback en reflectie voor ArtEZ en naar performatieve onderzoeksmethodes voor HKU. Op deze afsluitende dag wilde ik graag de vraag weer voor mezelf opwerpen en kijken wat dat teweeg bracht ik een groep met onbekenden.
Vlak voor ik wegging, kreeg ik het inzicht dat wat we in onze groep, Terpsichore, gedaan leken te hebben is de tekst om te zetten in handeling. We bewogen de problematiek die werd opgeworpen in de groep. We hebben lelijke processen verbeeld, we hebben efficiëntie en effectiviteit ingezet en onderuit gehaald. Waar ik met mijn gedichten woorden zoek voor de beweging, voor de handeling en zo probeer studenten en professionals feedback te geven, daagde Terpsichore – zij die graag danst – ons uit om de woorden om te zetten in beweging. Een mooie wending, een omdraaiing van mijn vraag die me er weer even bewust van maakte dat ik niet moet vergeten te handelen. Uiteraard zocht ik toch nog naar woorden om te schrijven en te delen. Het schrijven als handeling. Poëtische reflecties op dat wat er gebeurde werden onderdeel van dat wat er gebeurde.
We spreken niet
Door woorden te uiten
Die we al gesproken hebben
We spreken niet
Door koffie te drinken
Die we al gedronken hebben
We spreken niet
Door te kijken naar
Wat we al gezien hebben
Het duurde echter wel even voordat we tot handelen kwamen. Het eerste uur waren we toch vooral aan het praten. We stegen boven de concrete vragen uit en spraken op een soort metaniveau over problematieken. Dit was een tweede inzicht voor mij die dag: de handeling kan ook zitten in het niks doen. Ik kan even stil zijn, stil zitten en dat wat er gebeurd laten gebeuren en luisteren naar wat er gezegd wordt. Als groep spraken we met gesloten ogen uit wat er speelde in ons lichaam. We gaven woorden aan wat we fysiek voelden. Dankzij een van de leden werd de tafel die tussen ons in stond weggehaald en vormden we een kring. Ik sprak uit dat ik last had van mijn voeten en graag wilde gaan zitten. Ik zat, ik zat op de grond in een kring van staande mensen. Het gesprek duurde voort. Ik merkte dat ik stiller werd en dat er
over mijn hoofd gesproken bleef worden. Ik daalde af, maar het metagesprek bleef bestaan. De verbinding naar mijn vraag is daarin niet zeer concreet, maar wel naar de praktijk die daaraan ten grondslag ligt: het schrijven van poëzie tijdens of na het kijken naar dans. Als ik schrijf na afloop van een voorstelling, merk ik dat ik eerder probeer een totaalplaatje te schetsen. Het gedicht pakt het totaalgevoel dat een voorstelling bij me heeft losgemaakt. Als ik schrijf tijdens de voorstelling, schrijf ik in het moment. Wat er uitkomt, komt op papier. Geen tijd om te reflecteren op wat ik schrijf of waarom. Geen noodzaak om metafysisch de voorstelling te duiden. Het gedicht beschrijft momenten en combineert dit met mijn sensaties op die momenten. Het staat tussen mij en de voorstelling in en zweeft er niet boven.
Uiteindelijk voeg ik daarom ook graag de tekst die ik in het moment schreef bij als bron (foto’s van de dag zelf die ik meestuur).
De vraag hoe je via poëzie feedback kunt geven is beantwoord. Niet op een manier dat de vraag er niet meer is, maar als een proces. Ik heb ondergaan en daarmee ervaren wat er gebeurt. Ik sloot mijn ogen en zag de lichamen van mijn groepsgenoten van binnenuit. Ik benoemde mijn voeten, schenen en hoofd. Ik hoorde over denken aan straks, over tafels in de weg. Ik ging zitten en er werd over mijn hoofd heen gesproken.
Ik spiek, zie schoenen, hoor stemmen analyseren en ik voel nog steeds mijn lijf. Ik wil mijn lijf voelen. Ik zie post-its op de vloer. Ik zie ze verdwijnen. Geschrokken maak ik iets nieuws. Ik maak een leegte: witte vellen op de vloer, geordend, maar één plakt elders. Langzaam komt er meer. Een drup koffie wordt een vlek. De handeling is de feedback van het gesprek. Het geeft weer wat niet gezegd is, legt de blinde vlek bloot.