Constellaties als onderzoeksinstrument
1. Waar in de onderzoekscirkel
Gegevens verzamelen
Gegevens duiden
2. Doel
Door het doen van een constellatie of opstelling ontsluit je andere bronnen en vormen van informatie en kennis. Je lichaam functioneert als waarnemingsorgaan. Je ziet informatie als een systeem van elementen en hun onderlinge betrekkingen. De verschillende elementen in jouw onderzoek worden als geheel zichtbaar.
3. Synopsis
Op verschillende momenten van je onderzoek ben je op zoek naar nieuwe informatie, naar de onderlinge relatie tussen onderwerpen of elementen in je onderzoek en naar verborgen kennis (tact knowledge) in jouw onderzoek.
Een opstelling helpt je de verbanden zien.
Je laat anderen elementen in jouw onderzoek representeren door een plek in de ruimte in te nemen. Daarmee wordt jouw onderzoek fysiek gerepresenteerd door anderen en kan je er zelf met een afstand naar kijken.
Dat wat moeilijk onder woorden te brengen is wordt zichtbaar en bespreekbaar. Er ontstaan nieuwe inzichten, verbanden en betekenisgeving. Wanneer je je gegevens als elementen opstelt spreken ze voor zichzelf en kan je de verhoudingen en verbanden zien die je onderzoek verder helpen.
4. Wijze van gegevens verzamelen en duiden
Vertellen, fysieke representaties, foto's maken van de opstelling, opnames van de reflectie op de opstelling.
5. Hoe het werkt
Aanwijzingen
Het is goed om met een begeleider te werken. Het kan ook zonder wanneer de groep als geheel de 'holding space' voor de opstelling draagt.
In een kort gesprek/ inleidend interview met de begeleider of met elkaar bepaal je de elementen uit je onderzoek die je wilt opstellen. Elementen kunnen mensen zijn uit je onderzoeksveld (inclusief jezelf), het kunnen thema's zijn, het kunnen onderwerpen zijn, het kan eerder gevonden data zijn, het kunnen woorden of concepten zijn. Je kan elkaar helpen met de keuze van de elementen.
Vervolgens kies je representanten die een bepaald element representeren. Je kan als onderzoeker zelf de representanten kiezen of de vraag stellen: 'Wie zou ... willen representeren?". Vervolgens vraag je die persoon of personen om een plek in de ruimte te zoeken. Een optie is om de elementen op een vel papier te schrijven en deze neer te leggen ten opzichte van elkaar. Als onderzoeker kan je vervolgens zelf op de vellen papier staan of anderen vragen dat te doen. Dit kan open of blind. Open betekent dat het woord voor iedereen leesbaar is. Blind betekent dat je het vel met het woord naar beneden legt. Niemand weet dan wat er op het vel staat.
Vervolgens vraag je de representanten wat ze ervaren door vragen te stellen zoals:
Hoe is het op die plek?
Wat voel je in je lichaam?
Waar is je aandacht op gericht?
Welke beweging zou je willen maken?
Wat voel je?
Wat komt er in je op?
Als onderzoeker en omstanders kijk je naar het geheel, naar het Gestalt van de opstelling. Hoe dicht opeen staan de representanten? Waar kijken ze heen? Waar lijkt er iets of iemand te ontbreken? Wat zijn de gezichtsuitdrukkingen? Hoe is de ademhaling, gezichtskleur, lichaamshouding? Welke, vaak minimale bewegingen willen naar buiten treden?
We proberen in een opstelling als onderzoeksinstrument niets of niemand te helpen. We zijn alleen op zoek naar inzicht en kennis. Het kan helpend zijn om dingen te testen door bijvoorbeeld representanten te laten bewegen of een andere plek te geven.
Tot slot danken we en vragen we de representanten om uit hun representatie te stappen.
Een goede manier om data te verzamelen is om na de opstelling iedereen iets kort (muzisch) te laten schrijven. Dit zijn waardevolle gegevens en duidingen van gegevens.
Werking (gebaseerd op informatie van het Bert Hellinger Instituut)
Een systeem is een geheel van elementen en hun onderlinge betrekkingen. Het geheel is niet alleen méér dan de som der delen, maar heeft ook andere eigenschappen die uit de som van de afzonderlijke elementen vaak niet te verklaren zijn. Er is een collectief bewustzijn in een systeem waarin bepaalde principes gelden om het systeem vruchtbaar te laten functioneren:
- Binding: ieder heeft even veel recht op een plek (in onderzoekstermen welke factoren/ elementen/ variabelen horen erbij?)
- Ordening: er is een rangorde (in onderzoekstermen wat is de orde en indeling van de factoren/ elementen/ variabelen?)
- Balans tussen geven en nemen (is er een balans tussen geven en nemen?)
- Bestemming (wat is het doel van je onderzoek? Wanneer heb je je bestemming bereikt?)
Opstellingen blijken een goede methode te zijn om eigenschappen van een systeem geheel zichtbaar te maken. Hoe dat precies werkt kan wetenschappelijk nog niet verklaard worden, maar er zijn erg veel observaties waarmee we een aantal zaken kunnen proberen te duiden. We denken hierbij meer in termen van een model, een bruikbare manier om onze waarneming in onder te brengen, dan in termen van een theorie. Observaties worden eerst gebundeld, ingedeeld en in een communiceerbaar beeld gevat. Later ontstaat er misschien een theorie die causaal de verschijnselen en de werking van het beeld kan verklaren.
Een opstelling biedt dus de mogelijkheid om dynamieken in een systeem zichtbaar te maken op een manier die door veel mensen waardevol en nuttig is gebleken. Twee fenomenen lijken bij een opstelling duidelijk aanwezig te zijn: de vraaginbrenger weet onbewust andere dingen over het systeem dan hij bewust weet en mensen zijn in staat om (als representanten) met hun lichaam in een opgesteld systeem eigenschappen van dat systeem waar te nemen.
Veelal is informatie onbewust. Bij een opstelling maken we gebruik van informatie over het systeem die in of via de vraaginbrenger/onderzoeker beschikbaar is. De de vraaginbrenger aan te moedigen in een toestand te gaan waarbij de aandacht gecenterde is en datgene dat bewust wordt geweten over het systeem zoveel mogelijk even te vergeten, lijken we een goede toegang tot die systeeminformatie te krijgen.
Een vergelijking die helpt om te accepteren dat iets dergelijk überhaupt mogelijk zou zijn is die van de cellen in een lichaam. In iedere cel is in chromosomen informatie opgeslagen over het totale bouwplan en eigenschappen va het gehele lichaam. Elke cel heeft dus informatie over het lichaam als geheel.
Wanneer je je onderzoek (of een deel daarvan) opstelt krijg je informatie over het geheel en ontstaan nieuwe inzichten en verbanden die je verder helpen als manier om nieuwe gegevens te verzamelen en te duiden.
Duur
Het is goed om een onderzoeksopstelling niet langer te laten duren dan 25 minuten (5 minuten inleidend gesprek, 15 minuten opstellen, 5 minuten schrijven).
Benodigdheden
stoelen gearrangeerd in een kring, voldoende ruimte in het midden van de kring, schrijfmiddelen.
6. Reflectievragen
- Welke elementen heb je opgesteld? Beschrijf per element welke inzichten de opstelling opleverde.
- Zijn er elementen die erbij zijn gekomen of ontbraken? Kan je ze voor het vervolg van je onderzoek een plek geven?
- Wat zag je in het geheel? In de relatie? Hoe zou je de dynamiek beschrijven?
- Welke rol had je zelf? Waar was je als onderzoeker ten diepste loyaal aan? Ben je alleen aan het onderzoeken of wil je ook helpen, wil je iets oplossen?
7. De werkvorm als muzisch onderzoek
De rol van vertellen, spelen, maken
De werkvorm start met het vertellen van je eigen verhaal/ vraag of onderzoek.
Vervolgens kies je als een vorm van spelen representanten die zich in de ruimte plaatsen en bewegen. Hoewel ze geen rol 'spelen' is er een duidelijk element van spel aanwezig.
Het schrijven achteraf is een maakproces.
De onderzoekstappen in de werkvorm
Deze werkvorm is een vorm van onderzoek in drie lagen:
- Je start met een verhaal over je onderzoek waarin je data presenteert.
- De opstelling zorgt voor nieuwe gegevens, de verhouding tussen gegevens en duiding daarvan. Impliciete kennis wordt expliciet gemaakt.
- Na afloop van de opstelling verzamel je nieuwe gegeven van wat iedereen heeft opgeschreven.
De kwaliteitscriteria
Criteria in de werkvorm
- Wees helder over de start en het einde van de opstelling.
- Wees precies in de keuze van de elementen.
- De kwaliteit ziet in de kwaliteit van waarnemen en luisteren en het uitstellen van oordelen.
- Wees scherp op de bron van waaruit iemand praat. Praat iemand vanuit kennis uit het hoofd of vanuit de opstelling?
- Spreek iemand in de opstelling niet bij naam aan, maar als datgene wat hij of zij representeert.
- Probeer niets op te lossen. We onderzoeken alleen.
Criteria over vastleggen
- De opstelling is navolgbaar doordat her foto's zijn, wellicht geluidsopnames en de geschreven teksten.
Criteria over verantwoording
- De resultaten zijn herleidbaar doordat is beargumenteerd hoe de antwoorden op de reflectievragen volgen uit het gesprek
8. Verankering
Er is veel geschreven in systemische literatuur.