De B staat voor Bart, die procesbegeleider was, de H voor Heleen die de inbrenger was en de kleine letter voor de responses van de vier groepsleden. De cijfers staan voor de verschillende rondes in het proces.
- H: Met pieken heb ik bepaalde hobby’s. Zo maakte ik een tijd lang kaarten. Ik hou van kaarten. Ze zijn zo klaar en je kunt ze weggeven. Deze kaart is mijn favoriet. Ik kan hem niet weggeven. Ik maak de kaarten intuïtief en dan pak ik ze in. Deze heb ik meegenomen vanwege de zin uit de kring onderwijsonderzoek die hier centraal staat: ‘Ontvang het in je lichte deel.’
- Ik zie beeld en ‘mag ik jouw lichtheid zijn?’
- Ontvang het … heeft jou geraakt
- Spontane proces van ontstaan kwam naar voren – maakproces, spontaniteit, verrassend.
- ‘je licht deel’ intrigeert mij.
B: Komt er nog meer op?
- Kleuren, vormen
- Roept vragen op. Bijv. is er ook een donker deel?
B: Er kan nog meer komen.
2. Vragen aan ons, responders (denk je in dat het work in progress is en dat je feedback vraagt)
H: Een deel is beantwoord – wat roept het op? Een andere vraag is: Biedt het voldoende houvast, kan je er iets mee?
- Als je mij de zin geeft ‘Mag ik jouw lichtheid zijn?’ ontvang ik dat graag.
B: Je kunt hier doorvragen als inbrenger.
H: Is dat verrassend voor je?
- Ik kan het goed gebruiken.
- Zet iets in beweging. Dit is een mooie vorm om te verwerken – krijg zin om ook iets te maken.
H: Wat doet de kleur?
- Niet zoveel, de compositie wel.
B: Heb je genoeg antwoorden op je vraag? Heb je nog een vervolgvraag?
3. Vragen van de responders.
- Hoe lang doe je dit al?
H: Ik werk altijd met deze 4 kleuren, dit formaat. Dat ik ze inpak is nieuw.
B: Ik aarzel bij deze vraag – heb je een vervolgvraag? Wil je ergens naartoe of is het nieuwsgierigheid.
- Nieuwsgierigheid of er nog meer komt.
B: Je zou kunnen vragen ‘Hoe zie je het vervolg hierop?’
H: Dat weet ik niet. Voor mijn gevoel ben ik veel dingen aan het maken – wordt misschien één geheel. Het zijn fragmenten van iets groters.
B: Vraag bijvoorbeeld hoe dat zou kunnen zijn. Bedenk evt wat je later als tip wil geven.
- Zijn er kunstenaars die je als voorbeeld hebt?
H: Ine Schroder met haar skaletsels, tijdelijke bouwwerken in de ruimte, toevallige samenloop. Mijn tante, die grote collages maakte van kleine onderdeeltjes. Tracey Emin, die zo onverhuld en krachtig haar escapades (zwarte kant?) in beeld brengt.
- Wat denk of voel je als je iets klaar hebt?
H: Meestal weet ik de volgende dag dat het OK is, klaar. Soms laat ik het mijn man zien.
- Op basis waarvan voel je dit is deel van een groter geheel?
H: In hoe ik ermee bezig ben.
B: Is dit een antwoord op je vraag? Nee. Wil je hem nog eens stellen?
H: Het gaat altijd zo.
- Het ziet eruit om weg te geven. Is dat ook de bedoeling?
H: Ik geef het soms niet weg.
- Wat is de betekenis van weggeven?
H: Dat het zijn weg vindt. Wat een ander zegt is een cadeautje.
- Wat is waardevol/betekenisvol in krijgen en geven?
H: Dat het betekenis heeft – materie waar betekenis aan zit.
- Wat is de relatie met onderwijs/onderzoek?
H: eenzaamheid/autonomie in onderwijs. Als je dat ontvangt in je lichte deel kan het ook positief zijn.
B: Soms kun je terug naar de 2e ronde.
4. Wie wil er een tip geven?
- Ik heb een idee over een kunstenaar. Wil je die horen? ‘Ja’ David Hockney. Hij plaatst dingen naast elkaar in een grotere vorm.
- Mooi hoe je werkt, wil werken. Mooi hoe jij intuïtief kunt werken.
- Ik heb een idee over een dieper liggend iets… Wil je t horen? ‘Ja’ Als je zegt dat het gaat over geven en ontvangen, wat is dan de connectie met je missie?
- Ik heb een opvatting over de kern van het project.. wil je het horen? ‘Ja’ Heb het gevoel dat het gaat over geven en nemen tussen mensen en de betekenis daarvan. Misschien is dit een prototype van het geheel.
- Mag ik nog een opvatting over het onderzoekende, hoe je dat inzet? ‘Ja’ Er ligt een mooie relatie tussen dit en onderzoek. Herkennen dat dit een onderdeel is en de stevigheid ervan benutten.
B: De laatste stap van de facilitator is iedereen te bedanken… En hoe is het met de inbrenger?
H: Kwetsbaar. Dat zit in de schoonheid van wat jullie zeggen. Dank daarvoor.
Duiding, bijna een jaar later op 16 december 2020:
Een vraag die bij mij blijft hangen is hoe dit een prototype kan zijn van geven en ontvangen, als groter geheel. ‘Ontvang het in je lichte deel – Mag ik jouw lichtheid zijn?’ Als ik deze zinnen zo naast elkaar zet krijg ik daar een gevoel bij. Ik kan niet zomaar het licht op iets laten schijnen. De ontvanger moet het willen ontvangen. Dat kan alleen als het niet als een aanklacht wordt ontvangen en dat gebeurt soms wel, ook al bedoel ik het niet zo. Ontvang het in je lichte deel is ook dat je als ontvanger vrij bent om er iets mee te doen. Net als ik dat zelf ben in het ontvangen van suggesties van anderen. Soms sta ik zelf ook niet zo open voor een gift of advies. Ontvang het in je lichte deel is ook het advies aan mezelf om open te staan voor advies van anderen. Het te ontvangen in het lichte deel, zodat het gezien wordt en je er daarna nog steeds mee kunt doen wat ik wil. Het voelt fijn om ontvangen te worden. Om lichtheid te kunnen zijn. Ook al weet ik dat ik ook donkere kanten heb. Maar moet ik perfect zijn om ontvangen te worden? Moet ik een positie hebben, moet er een wetenschappelijke basis zijn voor een advies? Of mag het ook intuïtief en persoonlijk zijn? ‘Mag ik jouw lichtheid zijn?’ is niet exclusief, maar inclusief. Mensen kunnen het elkaar ook een beetje makkelijker maken. En toch zichzelf blijven.