III Voice dialogue

Je doet een voice dialogue sessie met een deelnemer/sessieleider, waarbij vanuit verschillende invalshoeken wordt gesproken. Nodig elkaar uit om fysiek op verschillende plekken te staan en vanuit dat perspectief de sessie te belichten.

1. De sessie: Waaruit sprak kritische kwaliteit in jouw sessie? (denk aan opmerkingen van sprekers of bezoekers, een rol of werkvorm, etc)
2. De kritische kwaliteit: Wat betekent, na de sessie, kritische kwaliteit voor jou?
3. De deelnemer: Hoe ervaarde je de kritische kwaliteit van de sessie?
4. De sessie-leider: In hoeverre beïnvloedde jij de kritische kwaliteit van jouw sessie?
5. De opvolger: Wat zou je volgende keer anders doen in relatie tot kritische kwaliteit?