Een werkplaats heeft een werkplaatshouder. Iemand die de spreekwoordelijk deur van het slot doet, de machines opstart en de werkplaats opent. In een muzische werkplaats neem je een bijzondere positie in. Je bent niet de leraar, trainer of coach en toch begeleid je, nodig je mensen uit, stuurt e-mails en zetten je dingen in gang. Je bent veel meer wat in de urban dance de 'master of ceremony' genoemd wordt. Jij bent degene die zegt 'what time is it? Show time!', je zet in en je zet aan. Je bent niet de expert die alles weet, maar wel degene die mogelijk maakt. Je zet de beweging in, maar doet vervolgens zelf mee. Bij een dergelijke rol horen een aantal handelings- en houdingsaspecten die daarbij helpend kunnen zijn.

De onderzoeker

De eerste is dat je primair mede-onderzoeker bent. De onderzoekerrol dus. Je stapt in met je eigen vragen en opgaven. Helpt mee aan de opgaven van anderen door vragen te stellen, mee te werken en wat al niet meer. Je laten leiden door oprechte nieuwsgierigheid helpt om niet per ongeluk de rol van expert op je te nemen.

De ontwerper

Je ontwerpt bijeenkomsten. Dat doe je niet alleen, maar met een klein groepje, mogelijk steeds wisselend van samenstelling. Wanneer de manier van werken in een werkplaats meer en meer wordt gedeeld kan je steeds meer deelnemers in de werkplaats uitnodigen om verantwoordelijkheid te nemen voor een tijdslot in het programma. kan zijn dat je af en toe de ontwerpersrol aanneemt waarin je meedenkt in de opgaven van de deelnemers.

De initiatiefnemer

Je zetten, nodigt mensen uit, bedenkt werkvormen en doet de instructie ervan. Vervolgens stap je zelf altijd in de werkvormen zelf in. Je initieert en instrueert en vervolgens doe je mee dus. Hier gaat een dubbelrol spelen, want terwijl je instapt behoudt je de verantwoordelijkheid voor het geheel. Die rol kan je niet naast je neerleggen.

De aanjager

Je blijft, ook tussen bijeenkomsten door, deelnemers steeds attenderen door kleine uitnodigingen te doen. Door het contact op te zoeken, mogelijk periodiek een mailtje te sturen waarin mensen worden aangezet om iets te oefenen. 

De organisator

Er moet ook georganiseerd worden. Ruimtes, agenda's, materialen, lunch etc. Een goede werkplaats is ook altijd goed georganiseerd.

Natuurlijk hoeven al deze rollen niet in één persoon verenigd te worden. Het werkt goed om een klein groepje te maken die samen de werkplaats 'houden'. Een klein ontwerp- en begeleidteam dus, die op zichzelf ook weer een onderzoeksgroep zijn waarin wordt gereflecteerd en waar je met elkaar kennis opdoet op de vraag hoe in jouw organisatie een werkplaats werkt.