Het gouden midden
"In geen van beide gevallen kunnen de cirkels samenvallen: er ontstaat geen identiteit tussen godheid en de mens. De godheid blijft het andere, omdat juist in dat anders-zijn het goddelijke bestaat. De mens, die van de godheid vervuld is, blijft minstens in de wanden van het vat, dat hij wordt, een mens, en de mens die geheel in de godheid is, verdwijnt daar niet restloos in. De menselijke eigenstandigheid wordt in het enthousiasme niet vernietigd, maar aangevuld. De identificatie is niet totaal. De concentrische cirkels lopen parallel. De mens volgt de godheid en de godheid achtervolgt de mens. Het andere is in het eendere aanwezig en openbaart zich daarbuiten. De menselijke zelfstandigheid is in haar minimumgedaante nog zo groot dat zij plaats biedt voor het vermogen zich door de godheid te laten aanspreken, een vatbaarheid voor inspiratie. Zelfs in het tot een minimum gereduceerde eendere is het andere nog aanwezig: hun middelpunt en reductiepunt is één en hetzelfde centrum" (Enthousiasme, Paul Verhoeven)
Dit citaat geeft een idee over hoe je je als mens kunt verhouden tot voelbare godheid. Over hoe godheid in balans is met het menselijke. Over hoe je als mens dus nooit echt kunt verdwijnen in het goddelijke. Die balans tussen beide eenheden zie ik na het lezen van dit citaat als een gouden midden in plaats van een gouden keuze tussen het een en het ander. Beide zijn kostbaar en nodig. Wellicht een bevestiging van mijn bevindingen dat systemen en regels betekenisvol kunnen zijn mits het gevoel er in verborgen blijft. In mijn onderzoek naar de begeleider als maker waarin het voelen en volgen van impulsen voor het werken met groepen een uitgangspunt is geworden, verschuift de onderzoeksvraag naar Hoe je als begeleider je mens-zijn kunt inzetten. Met mens-zijn bedoel ik alles wat je als mens meeneemt vanuit je hele wezen, met in mijn beeld meer de nadruk op de –soms vergeten- gevoelskant en het improvisatievermogen dan op het rationele vermogen. Mijn gevoel is dat we als begeleiders die balans voor onszelf meer mogen onderzoeken tussen wat hier godheid en het menselijke genoemd wordt. Leren aanvoelen wat nodig is en welke aspecten we in een bijeenkomst aanraken. De impuls zou een ingeving van de godheid kunnen zijn en daarmee is de ratio niet uitgesloten. Want de ratio kan weliswaar geïnspireerd worden door de godheid, maar beslissen de impuls te laten liggen.
"Intuïtie is niet een enkele manier van weten, maar ons vermogen om onzekerheid te verdragen en onze bereidheid om te vertrouwen op de vele manieren waarover we beschikken om tot kennis en inzicht te komen, waaronder instinct, ervaring, geloof en rede." (Brené Brown, 2013)