• 09:00 - 13:00

Studiedag Docent Theater

Voorbereiding thuis! 
Bij deze bijeenkomst werken we weer samen met Bart van Rosmalen. Zijn vraag is een citaat voor te bereiden en mee te nemen. De opdracht is: Wat is voor jou een bron die jou persoonlijk inspireert, een bron die een achtergrond of ondergrond is van waaruit je handelt. Een bron om telkens  naar terug te keren. Dat kan een stukje tekst zijn, maar ook een schilderij, een muziekstuk, of zelfs een gebouw. Denk van te voren na over je keuze. Zorg ervoor dat je de bron op papier (zelf te bedienen audio) met een paar regels persoonlijke toelichting meeneemt naar de werksessie van donderdag. Daar gaan we dan aan de hand van de geciteerde bronnen met elkaar in gesprek. De oogst van de bronnen verzamelen we tot slot. 

 

Verloop van de sessie:  
13.00 Het eerste blok gaat over individuele inspiratie delen. Wat je drijft en voedt je?  Waar haal je ‘het’ vandaan. 

14.00 In het tweede blok gaat het erom met elkaar tot het verhaal van de huidige opleiding te komen. Wat waarderen we daarin? Wat is de kracht? Hoe kan een en ander optimaal gerealiseerd worden? 

15.30 In het derde blok nemen we de een paar extra uitdagingen mee aan boord: 

  • wat vraagt een steviger doorwerking van de kennisbasis van ons?
  • hoe vertalen we de vragen die uit de accreditatie voortkomen in de toekomstige opleiding?  


In de blokken twee en drie werken we telkens heen en weer tussen drie kwartier werkgroepen en een half uur uitwisselen en pitchen van resultaten. Tutoring en spel haken daar op in. In de grote lijn werken de drie te vormen werkgroepen zo aan de opzet van hun agenda en werkwijze voor drie opvolgende sessies  van drie uur, te realiseren in de periode oktober- december. Elke werkgroep krijgt daarin ruimte om gasten uit te nodigen en een aantal vormen van gesprek en reflectie te verkennen die ook in de opleiding een rol zouden kunnen gaan spelen. We ronden af met het maken van afspraken over de trajecten die we in gang zetten.     

De reflectie op deze DOCENTENdag van THEDU van Daniela Moosmann:

Wat inspireert mij? wat heb ik in de afgelopen weken gelezen, dat mij heeft geraakt en waarmee ik in de toekomst iets wil doen?

Iedereen heeft meteen iets paraat, iedereen heeft iets gehoord, gelezen, gezien of over iets gesproken dat hem of haar inspireert en dat tot verder nadenken aanzet. We zitten in groepen van drie mensen. Een collega vertelt over een uitzending van Stine Jansen die ze zag, waar het over ‘de vrije creativiteit’ gaat, maken vanuit vrijheid en grenzeloosheid. Hoe doe je dat? En hoe moet dan onze didaktiek in elkaar zitten? Wat doen we nu en moet het misschien niet heel anders? Hoe gaan we om met media en techniek? Hoe verbinden we de filosofie van ipd (opleiding Interactive Performance Design) met onze opleiding Theatereducatie?  Een andere collega heeft het over de vraag hoe je verdieping kunt vinden zonder het oude en de oude tradities weg te gooien. Ook hier een link naar didactiek, naar het ‘hoe’. Ikzelf heb een artikel gelezen van Andreas Reckwitz over de creativiteitsimperatief. Overal gaat het over creativiteit, iedereen MOET creatief zijn en hoe meer je het moet hoe meer het je hindert het te zijn. Het wordt aanvaard dat je niet creatief bent, want dan heb je oefeningen en manieren om het te worden. Maar wee jou je wílt het niet zijn. Dat kan niet. Je moet het willen zijn, creatief. Misschien moeten we onze didactiek op de HKU hierop aanpassen? Zijn we te pushy als het gaat om creatie en creativiteit? Moeten we het roer omgooien en de mislukking voorop stellen? Falen en blijven falen en uit het falen leren? Reflecterend falen en falend reflecteren?

Ook hier weer de link naar didaktiek, naar het wat en hoe.

We luisteren en we reageren vanuit ons eigen referentiekader. Bart zei in het begin al: het gaat niet over intervisie, het gaat er niet om één persoon in het middelpunt te zetten, maar om uitwisseling, om de associaties die het gezegde oproept, om het verder denken en erop voortborduren.

Hoe frappant is het te zien, dat hoewel we allen met onze eigen fascinatie zitten, met onze eigen onderwerpen en ingangen beginnen te spreken, we toch één thema, één gezamenlijke noemer vinden: in wezen gaat het bij ieder van ons over didaktiek en het nadenken over HOE je iets over wilt en kunt brengen naar een student. Welke wegen wil je inslaan en bestaan er andere manieren om te werken? Hoe we dit concreet in ons werk in kunnen zetten is onduidelijk, maar er ontstaat meteen herkenning en daardoor verdieping tussen ons. Herkenning verrijkt het contact en de verdieping is de aanzet tot verder denken.

De ontmoeting schreeuwt om een vervolg.