Michiel de Ronde ontwikkelde deze vorm een herhaling in drieën.
Waarbij het doel is om inzichten vast te leggen.
Een oefening in 2 tallen.
A is de inbrenger, B bevraagt A.
Ronde 1
Welke vraag of fascinatie heb je? Vertel er over.
A vertelt zijn vraag, B bevraagt. Een paar minuten in gesprek
Schrijf over je vraag/fascinatie (maximaal 20 woorden)
B nodigt A uit om te schrijven wat hij juist vertelde
Lees je vraag/fascinatie voor.
B nodigt A uit om zijn vraag voor te lezen.
Ronde 1b De rollen worden omgedraaid. A nodigt B uit om te vertellen over zijn vraag, te schrijven en daarna voor telezen.
Ronde 2 gaat op dezelfde manier als ronde 1. Alleen het onderwerp is anders. B bevraagt A
- Vertel me over een exemplarisch voorbeeld, een verhaaltje, een unieke anekdote over deze vraag. Vertel zo dat een ander het kan ervaren, dat hij/zij erbij was.
- Schrijf deze exemplarische anekdote op in maximaal 200 woorden
- Lees deze anekdote voor.
Ronde 2b. Wissel van rol
Ronde 3 gaat op dezelfde manier als ronde 1 en 2.
- Vertel me over het generieke inzicht dat hoort bij de vorige rondes.
- Schrijf het inzicht op (in maximaal 80 woorden)
- Lees dit inzicht voor.
Ronde 3b. Wissel van rol
Lees daarna in 4 tallen de geschreven teksten voor. Mogelijk laat je elke tekst volgen met een theatrale reflectie