verslag

De stuurgroep komt voor de tweede keer bij elkaar. Bij de start van het onderzoek hebben we elkaar ontmoet en nu. Aanwezig zijn Martin Groenhuis, manager trainers van De Baak, en Warner Boer en Marianne van Steenvoorde van ROC MN. Bart van Rosmalen en Carolien Oostveen presenteren de resultaten van het onderzoek.

Kunst als interventie, zo heet het onderzoek. Wat kan kunst bijdragen als kunst in de leeromgeving van De Baak. We maken dus geen begeleidingsinstrumenten, maar zoeken naar het moment dat kunst als kunst verschijnt. Martin Groenhuis was sterk bij het onderzoek betrokken. Hij heeft de mogelijkheid gecreëerd om de trainers van De Baak te informeren over het onderzoek dat plaatsvond op beide locaties van De Baak. 

In dit gesprek bespreken we hoe datgene wat onderzocht is, en de resultaten die we behaald hebben vertaald kunnen worden naar het onderwijs bij ROC MN. In eerste instantie leggen we Warner en Marianne dan ook uit wat we gedaan hebben. Voorstelling als interventieExpositie als interventie enWerkplaats als interventie.

Bij de voorstelling licht Bart toe dat Anouk en hij maken wat ze zelf willen maken. Er ontstaat een autonome voorstelling. Recent speelde zij een stukje uit de voorstelling in de training Communicatie met Impact. Je weet van te voren niet hoe het gaat werken, zegt hij. De voorstelling krijgt nieuwe betekenissen die beide makers van te voren nog niet bedacht hebt. Onderwerpen waar het werk zich toe blijkt te verhouden. Het onvoorziene speelt dus èn aan de kant van de deelnemers die opeens een voorstelling krijgen èn aan de kant van de makers, die nieuwe betekenis horen.

De thema's van de Baak trainingen sluiten goed aan bij wat de drie concepten aanbieden. Marianne vraagt zich af of het ene thema beter aansluit bij de interventies dan de andere. Juist het niet kiezen of afstemmen van kunstinterventie bij thema biedt iets nieuws en verrassends. Er ontstaat dan een echte uitnodiging aan de deelnemers om in de positie van de kunst te gaan staan. Zo instaat er tweerichting-verkeer tussen de werkelijkheid van de kunstenaar en de werkelijkheid van de training. Iedereen wordt zo verantwoordelijk voor 'de schepping'.  

Martin bevestigt dat in de leeromgevingen en ontwikkelingsomgevingen van De Baak het over open stellen gaat. Je zegt als organisatie niet precies wat voor soort ontwikkeling de deelnemers doormaken. Door open te stellen leren ze bij De Baak. Daarom klopt dit onderzoek Kunst als Interventie ook. Kunst vraagt ook om open staan en in stappen. Marianne maakt daarbij de vergelijking met Mieke Telkamp en het feit dat zij gedraaid wordt op uitvaarten. Dat is voorspelbaar en daardoor een cliché. Het gaat dus om het onvoorspelbare.

Wat vraagt het van de trainers? Er is enthousiasme om mee te doen, maar ondertussen merken we dat het daadwerkelijk mee doen lastig lijkt. Martin geeft aan dat stiekem er onzekerheid is bij de trainers om kunst daadwerkelijk een plek te geven in de training. Ze vragen eigenlijk: Kan je er niet meer bij uitleggen, bij die interventies? We moeten ze duidelijk maken dat ze er geen verstand van hoeven te hebben, dat ze het zo durven doen. 

Ik herken de moeite vanuit mijn eigen trainerschap. Opeens realiseer ik me hoe de kunst als interventie daadwerkelijk intervenieert in het programma van de training. past dat wel? wil de collega waar ik mee werk dit wil? allemaal onzekerheid vragen. Ik ben wat dat betreft een exemplarisch voorbeeld, terwijl ik zelf het onderzoek vormgeef en trainer ben bij de Baak. 

 

De vertaling naar ROC MN. 

We spreken samen het scenario door wat nodig is om kunst als interventie in de school in te kunnen zetten. Als je een scenario hebt, dan kan je spelen en wordt het ook te gebruiken voor anderen. De onzekerheid van de trainers wordt herkend als de onzekerheid van docenten. Warner geeft aan dat er wee ontwikkelingen zijn binnen ROCMN: verder protocoliseren als rocmn en daarnaast gepersonofiliceerd onderwijs. Spanningsveld om met dit soort interventies onderzoeken. Hoe bouw je binnen dit spanningsveld beter onderwijs. Marianne: je wist precies hoe je lasser op moest leiden, we leiden nu op voor beroepen die nog niet bestaan, hoe ga je met die onzekerheid om als docent en als middel voor leerling.

Worsteling met onzekerheid is er in complexe onderwijsvraagstukken en dat vraagt traagheid. Daar kan kunst voorzorgen.  Bart zegt: in school hangen allemaal dingen aan de muur. Er is heel veel. Een setje aanwijzingen is over hoe je er mee kan werken is dan belangrijk. Je hebt een plek op school nodig, waar iets hangt, of je iets neer kan zetten. of waar een theatermaker iets kan spelen. In deze aanwijzing staat ook hoe je met deze kunstenaar en collega docenten het gesprek aangaan? Zo kan je de wederkerigheid aangaan. Je gaat van twee kanten een open ontmoeting aan

Het is allemaal gericht op wat je zou kunnen maken en doen vanuit onderzoek om die onzekerheid kleiner te maken. Welke persoon zou dit experiment aandurven. Warner en marianne willen dat doen en nodigen een klein groepje uit die meedurft te doen. Dit is een manier van laagdrempeligheid. Hoe groter het je het maakt, hoe meer weerstand je kan verwachten. Het gaat er om dat je met handreikingen en de Architectuur van de eerste stap met een aantal mensen het zelf doet. Dan begrijp je wat de werking is van kunst en interventies. 

Marianne: met elkaar in contact blijven om lef levend te kunnen houden. Na twee pogingen blijven proberen.  Voorlopers die kunnen meelopen. Het rad draaiend houden. Het noemen van een termijn helpt daarin ook. Hoe lang gaan we dit onderzoek/project doen. het gaat om het doen van actieonderzoek. Eerste stap: we zijn zelf ingestapt. Hoe ervaren we dat zelf.

2estap: vinden van voorlopers die actieonderzoekers worden. Handreikingen doen, kringen maken. We hebben de voorkeur voor een kortcyclisch proces, procesmatig ingezet, inspirerend. Met het idee van een vrijplaats.

Ook leerlingen kunnen meedoen. ROCMN heeft een excellentie programma. Studenten die iets meer willen dan gewoon, beroep doen op excellentieprogramma, financiele .. vak verdiepen, heel anders doen, ondernemerschap. Dit zou mooie vrijplaats voor leerlingen. Een andere doelgroep zijn de docenten in opleiding.

Je wil dat de uitkomsten onbranden bij aantal andere organisaties. Dat is het idee van scenarios. Dat leidt tot eigen voorstelling van zaken elders. Zowel de trainers en docenten van Baak en HKU kunnen dit proces op andere plekken begeleiden. Bart presenteert een idee: Hij schetst dat de netwerken er al zijn. Je zou met 10 scholen 4 x een middag kunnen organiseren waarin het onderzoek verder uitgediept en verankert. 

Warner: denkt meer aan kleine interventies in bijvoorbeeld intervisie. Mensen in de praktijk er mee aan de slag gaan. Martin vertelt dat er bij De baak Trainers komend jaar 6 dagen gepland staan om samen over het vak te hebben. Experimenteren met de kunst.

We spreken over het feit dat De Baak en ROC Mn zelf moeten kunnen staan in dit onderzoek. Dus eerst autonoom begrijpen en werken met kunst als interventie. Daarbij voorkom je dat je teveel op elkaar gaat leunen. Martin beaamt dat.             

Marianne vraagt zich af: Moet je niet iets van creativiteit of kunstzinnigheid in je hebben? Kan je er mee spelen? Je neemt alles mee. Persoonlijkheid en alles wat in je zit.In het onderwijs. Martin: in je opleiding ook andere dingen aanboren dan feitelijk de instrumenten die je nodig hebt voor vak. Martin geeft het voorbeeld dat in een training leiders 4 dagen van functie en plek wisselen. Deelnemers ervaren dan dat je iets kan zonder dat je context kent. Eigen potentieel aanwakkeren en onderzoekend tegemoet treden. Je stapt zelf in.

Beschrijven

  • hoe kom je tot ontbranding>
  • hoe maak je gebruik van wat er al is?
  • kaarten en gesprekvormen/handvatten hoe je moet doen?

 

WB: niet alleen aantal scenario’s opleveren, ook een vorm om er mee te werken. Hoe kom je er mee op gang? Daarmee start maken, laten ontbranden. De ervaring om onzekerheid te onderzoeken., uitnodiging tot ontdekken.

 

En daarna: wat zou een vervolg stap kunnen zijn:

Kortcyclische plannen: KIEM wat is er nodig om op een aantal plekken te starten

Voor De Baak is het nodig meer solide voorlopers te hebben en niet alleen te staan in dit onderzoek. Zo creëren we Structurele inbedding.

Baak: ook meer verankering nog nodig van kunst als interventie in organisatie zelf. En bij Baak Hospitality: het gebouw en beheer van het gebouw. Tanja Kivits yieldmanager van De Baak Hospitality: Artist residence in feminarium en dan pop-up. Tussenruimte creeeren als artist in residence: werkplaats waarbij er niet vast staat wat er uit komt. Op plekken in organisatie waar ruimte zit. Bijvoorbeeld Seminarium. Rafelruimte valt als woord. 

We gaan door: In september paar mensen uitnodigen van ROC MN  en aan de slag.

 

 

 

Reacties