waar nog geen woorden zijn
geschiedenis
hernemen in het nu
met het licht dat
de situatie bij mij
naar binnen werpt
ik stap erdoor naar buiten
en terug
en weer naar buiten
en terug
zonder woorden wip ik
heen en weer
tussen mogelijke betekenissen
Met taal kunnen we bewegen in complexiteit en we kunnen stokken. Het verleden van een systeem kunnen we als archeoloog in de woorden op het spoor komen. Vanaf het moment dat Anouk opent transformeert ze het talige veld in de theaterzaal. Ze nodigt ons door haar gebaren, intonatie, beeldspraak en verhalen uit om sensitiever te worden voor wat de woorden zeggen kunnen, willen, mogen. De muziek van Bart doet de stilte deinen eronder.
Drie schrijvers van de gepresenteerde bundel verschijnen nu in een omlijsting, bovenop een stilte in beweging, als contrapunten van wat andere Muzen laten klinken. Hun woorden schieten automatisch wortels richting een diepere laag waarvan uit men spreken kan vandaag. Het voorgenomen verhaal laten ze los.
Aan het eind woelen woorden en muziek het veld nog wat dieper om. Anouk en Bart doorploegen nog eenmaal de akker van het denken over complexiteit. Daarna, geluiden uit het publiek waarin mijmeringen bestemd voor vlak voor het slapengaan verschijnen. Een enkeling weet zich getransformeerd. Een ander voelt zich gezien. Een volgende uit bewondering en verlangen. Men is bewogen.