Van goede verhalen gaat een waarheid uit. Vanuit de klassieke retorica (pathos, logos en ethos) met als toevoeging het idee van ‘Mythos’, de stilte tussen de woorden. Werk je een uur aan de speech van je leven. Het helpt om je speech te oefenden door deze even uit te spreken tegen iemand anders.
Als het uur om is is het zover.
Ieder krijgt drie minuten om onze tekst voor de groep voor te dragen en daarbij aan te geven welke rol het publiek had. Je kunt dan doen alsof je midden in je praktijk staat. De toehoorders zijn dan op dat moment even je normale collega's.
Ethos De positie en ervaring waar vanuit je de dingen vertelt. Bijvoorbeeld: Als zorgprofessional, als zoon van een kunstenaar, als onderzoeker, etc.
Logos Er zijn krachtige argumenten voor hetgeen je vertelt. De redelijkheid van hetgeen je vertelt.
Pathos Het gevoel van het publiek beroeren, zonder gevoel beweegt er niets. Het maken van ruimte voor de verbeelding. Dit kan bijvoorbeeld door persoonlijk te zijn of metaforen te gebruiken.
Mythos De stilte tússen de woorden. Daar waar het ongezegde er wél is. De woorden die je niet zegt maar die de toehoorder zelf invult.