Vervoering door Marina Abramovic en Ulay

Binnen de kunsten is het startpunt om iets te maken een eigen geraaktheid, die zich verhoud tot de wereld. Het gaat nooit alleen over jezelf, maar het start wel bij de geraaktheid die in jouw wezen plaats heeft. In hoeverre gaat het om je eigen vervoering als kunstenaar en in hoeverre wil je juist de ander in die staat uitnodigen?

Voor het werk dat ik doe binnen organisaties betekend dat dat ik niet als een consultant naar een vraagstuk ga kijken met de vraag ‘hoe moet dit worden opgelost’ maar ik nodig de ander en mezelf uit om de aandacht naar binnen te richten vanuit de vraag ‘wat gebeurd hier eigenlijk?’.

Een inspiratiebron voor mij is de kunstenares Marina Abramovic. Een voorbeeld van een belangrijk werk van haar is een performance die ze deed samen met haar man Ulay in het moderne kunst museum in Bologna Italië.

Ulay en Marina stonden naakt in de doorgang die de bezoekers moesten nemen om het museum in te komen. Het werk vormde een onderzoek naar relaties en de onderbewuste patronen in contact.

Dit werk heeft letterlijk de aanleiding gevormd om mijn eigen naakte lichaam als onderzoeksmateriaal in te zetten als onderdeel van een performance. Ik voerde deze uit in de publieke ruimte, namelijk de Coolsingel in Rotterdam.

Deze winkelstraat was mijn speelvloer en de mensen die passeerden waren mijn medespelers. Dit werk vormde een onderzoek naar menselijk contact. Ik liep daar 23 minuten naakt rond, ik films de reacties met een eigen camera en een overzicht van het geheel werd met een tweede camera vastgelegd. De blik van de ander werd het materiaal, het kunstwerk dat ik opleverde.

Het werk werd door de mensen die live bij de performance waren en die de performance zagen in de galerie ervaren als een onderzoek naar contact. Dit is ook te zien aan de uiteenlopende reacties. Het is een intiem onderzoek naar de vraag ‘hoe verhouden wij ons?’.

Er ontstond echter een tweede cirkel van publiek doordat de video op internet is gezet. Daar ontstond een nieuwe publieke ruimte waar veel media aandacht voor kwam die zich richtte op de naaktheid. Ik werd uitgenodigd in diverse tv shows om het daar over te hebben. Dit vormde voor mij een desillusie. Dat was niet waar het over ging.

Deze ervaring maakte dat ik mij de vraag stelde: ik dacht dat ik met mijn publiek in een gezamenlijk onderzoek zat, maar was dat wel zo? Heb ik niet zelf allerlei momenten van vervoering beleefd, terwijl de ander daar buiten beef staan. Dit werk heeft aanleiding gegeven om me de vraag te stellen: wat wil ik als kunstenaar? Wil ik zelf stralen en een podium hebben, of wil ik in een relatie zijn waarin de ander net zo goed een onderzoek doet, naar iets wat er voor hem toe doet?

Dat laatste is waar ik op uitgekomen ben in het werk dat ik doe met organisaties. Ik nodig de ander uit om de speelvloer te betreden en aan de slag te gaan, in de vrije autonome ruimte die ik voor hen open.

 

Reacties