Alicia
Alicia kan niet wonen bij haar moeder die haar kreeg toen ze zeventien was. We volgen haar leven in de residentiële jeugdzorg van haar negende tot haar dertiende. Alicia kan in het weekend meestal niet naar haar moeder toe als andere kinderen vertrekken. Haar verdriet en het gemis van haar moeder wordt steeds meer vermengd met boosheid om het onrecht dat er voor haar 'geen plaatsje is', dat zij 'geduldig moet wachten' tot een pleeggezin bij haar zou passen. Zij lijdt onder het gebrek aan liefde, speciaal voor haar. De groepswerkers kunnen dat niet vergoeden. Haar verdriet verhardt zich. Alicia belaagt soms de jongere kinderen, speelt de baas over ze en uit haar woede ook naar medewerkers. Wie van de professionals voelt haar gemis van haar moeder, wie legt haar uit waarom zij niet bij haar moeder kan wonen? Uiteindelijk wordt ze net als haar moeder gesloten geplaatst. Zolang de systeemwereld domineert boven de leefwereld zullen er steeds weer nieuwe Alicia's bijkomen. Wij dienen op te staan voor goed werk, 'werk dat goed doet en goed voelt', zoals Manon Ruijters dat in haar oratie verwoordt. Deugden als compassie, empathie, moed en doortastendheid zijn hier nodig, deugden die ons uitdagen en helpen om competenties te ontwikkelen.
Robin Stemerding
opstaan waar opstaan nodig is. moed waar wegkijken makkelijker is. hoe dragen wij moed?