De kracht van gevarieerde herhaling
1. Suzan geeft de betekenis van doorwerking in de muziek. Een thema in de muziek die steeds opnieuw terugkomt maar dan steeds met een andere klank of toon. De kracht van herhaling maar dan door steeds een variatie te maken op het begin.
2. Ik stel de vraag hoeveel woorden een dans nodig heeft in mijn werk. Sandra stelt voor om mij te laten dansen en vervolgens mag iedereen tijdens mijn verhaal daarover de ruimte uitlopen als hij of zij genoeg heeft gehoord. Na de eerste vijf zinnen vertrekken de eerste twee al.
3. Het beeld van een laptop met een fluit daartussen die Suzan symbolisch op de grond legt.
4. We werken met de vraag van Petra over hoe je doorwerking onderzoekt op 'future literacy'. Over hoe je vaardig kan worden in het toelaten van serendipiteit in het werken aan de toekomst. We 'spelen' een scene na waardoor we gevoel krijgen bij het werk van Petra. En dan het inzicht dat het onderzoeken van de doorwerking op zichzelf serendipiteit toelaten vraagt in de onderzoeksopzet.
5. Een opstelling over het werk van Sandra over haar rol als kunstenaar in een zorginstelling en dat 'het management' het er niet mee eens is. Zit het 'het management' in de opstelling of niet en dat is dan precies een vraag die les zegt over de werkelijkheid: zit het management erin of toch niet?
6. Ik start onze groep met een gesprek over doorwerking om af te stemmen en te voelen wat er is. Het levert mooie inzichten op en laat zien dat er verschillen zijn in wat we eronder verstaan. Toch ben ik niet tevreden met deze start. Hoe krijgen we het thema in concreetheid 'op de grond'?
7. Inge doet even mee en brengt haar vraag over reflecteren in begeleidingssituaties in. Over dat ze er altijd ruimte voor wil maken al is het in de 'extra tijd' van een bijeenkomst. Haar vuur en overtuiging daarover en de vragen die dat precies oproept.
8. De metafoor van de alchemist als professor in een witte jas en er achterkomen dat dat niets met alchemie te maken heeft. Rookwolken en zien wat daarachter verschijnt wel.
9. De metafoor van zeilschepen en eilanden om taal te vinden voor het ingrijpen in geweldsspiralen. De manier waarop Sietske erover spreekt en hoe een metafoor kan helpen maar ook beperkingen oplegt. Het roept de vraag bij me op: hoe kun je veilig spreken over onveiligheid? En hoe helpt dat in de praktijk?
10. We doen een performance waarin we iets laten oplichten door een woord of zin uit te spreken en er een gezamenlijke lichamelijke sculptuur van te maken. We doen kleine dingen opnieuw, maar toch anders.
Het inzicht uit bovenstaande punten is de kracht van iets oproepen uit een werkpraktijk, het even 'doen' met elkaar waarin dingen, mensen, objecten, woorden even representant worden van iets in de praktijk en dat je er dan iets van kunt maken met elkaar. We werken door met eerder uitgangsmateriaal door er variaties op te maken. Dit hele punt van weer iets maken van iets dat eerder is gebeurd en hoe dat precies werkt, lijkt me van groot belang. Kan onze groep vormen ontwikkelen die expliciet doorwerken op eerder uitgangs- of bronmateriaal door er een variatie van te maken? En dan die variatie dan weer als bronmateriaal gebruikt voor de volgende keer? Het lijkt me belangrijk om steeds te herhalen maar elke keer even iets anders. Variaties maken op variaties en soms weer even terug naar het bronmateriaal. Zo krijgt de ervaring in de praktijk (als bronmateriaal) een steeds rijkere betekenis (sensus plenior). Dan zou doorwerking gaan om bij iedere variatie de ervaring in de praktijk steeds rijker, gelaagder, dieper, breder en betekenisvoller te maken. Doorwerking als manier om betekenis toe te voegen bij iedere variatie die we samen maken.
Ik wil komende keren steeds blijven variëren op eerder werk. Niet steeds nieuwe dingen inbrengen maar onderzoeken wat er gebeurt als ik in mijn vraag over doorwerking van dans in professionele contexten steeds terughaal wat we de vorige keer gedaan hebben. Hier komt het punt van herhaalbaarheid in onderzoek ook naar voren. Ik wil onderzoeken wat er gebeurt als ik steeds terug blijf pakken op het bronmateriaal. Welke variaties ontstaan? en wat brengen die variaties precies?