werkplaats 18/19

Onderzoek tijdens de werkplaats van 2018 tot 2019

Ik werk als kunstenaar & procesproever regelmatig in de zorg, zowel op de vloer met bewoners, cliënten en medewerkers als in organisaties waar ik onderzoek doe naar de invloed van het systeem op de mensen die erin werken en leven. En soms komt het samen, zoals vorige zomer toen ik onderzoek deed naar het thuisgevoel van de bewoners in een verzorgingshuis in Eindhoven waar ik zeven weken woonde en werkte.

Met enige regelmaat ervaar ik een afstand tussen mijn wereld als kunstenaar (waarin ruimte is voor vrijheid en experiment) en de wereld van de zorgprofessionals (die te maken hebben met tijdsdruk, regels en protocollen) waardoor we elkaar niet altijd kunnen begrijpen in de samenwerking. Dit hoor ik ook terug bij collega’s van mij en in het zorgcircuit. Hoe mooi zou het kunnen zijn als we nauwer kunnen samenwerken en elkaar daardoor ook meer kunnen inspireren?

ONDERZOEK naar werkwijzen om de afstand tussen de wereld van de kunst en de zorg te overbruggen. Wat brengt ons dichter bij elkaar?

Met mensen die op verschillende posities en verschillende deelgebieden van de zorg werkzaam zijn en ervaring hebben met kunstenaars in de zorg.

Onderzoeken we samen in en tijdens het werk hoe we dichter in elkaars wereld kunnen komen, wat daarin opvalt vanuit onze verschillende perspectieven en hoe we daar samen invloed op kunnen uitoefenen d.m.v. kleine interventies.

Door als kunstenaar een werkweek met de verschillende zorgprofessionals mee te werken

Door samen te spreken over de verschillende perspectieven op het werk

Door samen te onderzoeken welke vragen dit oproept

Door samen kleine interventies te bedenken en die uit te voeren

Door samen een bijeenkomst met de andere zorgprofessionals voor te bereiden en vorm te geven waarin we onze opgedane kennis en verhalen delen en ons open stellen voor eventuele vervolgacties.

 

ARTISTIEK ONDERZOEK

wanneer doe ik (n)iets? 

 

Jaren geleden begon ik zwijgend.

Op een geschreven vraag en een incidentele fluistering na, zaten er geen woorden in mijn werk.

Mijn taal ging via voedsel en het lichaam.

Het had een sterke werking.

Op het publiek.

En op mijzelf.

Ik werd er krachtiger van.

 

Stilte hoorde er vanzelfsprekend bij.

Als een natuurlijk gegeven.

Het was in balans met wat er gebeurde.

En het dwong om scherper te kijken.

Intenser te ervaren.

Dieper te denken.

Over de betekenis.

En waar het ophield.

 

Toen ik het van voor tot achter onderzocht had schoof ik op.

Telkens een beetje.

Ook vanwege mijn liefde voor woorden.

Niet zomaar woorden.

Maar de juiste woorden.

Afgepast.

Doelgericht.

Betekenis dragend.

Tot de verbeelding sprekend.

Het hoofd oprekkend.

Het lichaam dragend.

 

De stilte verdween nooit helemaal.

 

Er is een verbinding met het wachten.

Dat me niet altijd goed afgaat…

Waarin het stil is, gezwegen word

En ik mijn geduld en voorstellingsvermogen probeer op te rekken

 

Nu wil ik actief onderzoeken:

Wanneer ik stil ben, zwijg, wacht

Wat gebeurt er dan?

En waarom?

En hoe kan ik de stilte, het zwijgen en het wachten gericht inzetten?