Column Rob van der Poel

Impact

‘Wil je iets schrijven over de impact die het heeft gekregen?’ Het woord valt als ik Hanke Drop vertel over de voorbije maand, de weken na Musework Live 2020. De opeengestapelde gebeurtenissen en ervaringen uit de online sessies hebben in-druk gemaakt en in mijn geval dusdanig dat het zich via mij ook alweer aan het uit-drukken is. In een verscheidenheid aan vormen. Natuurlijk.

 

Ik zet mezelf stil, voel en aanschouw. Ik zie mezelf de voorbije weken tekeningen maken tijdens en na Zoom-sessies met collega’s van NIVOZ en met vrienden; het is nieuw en het gebeurt bijna als vanzelf. Even iets anders doen. Even uit een ander vaatje tappen, even met mezelf en dan weer terug. Ik vertel het Tjitske na de NIVOZ-ontmoetingsdag. Ze wil, door mijn verhaal in de interne nieuwsbrief aangestoken, meer van mij horen. We hebben samen - in break-outrooms - al wat gespeeld met de vorm. En we voelen de pedagogische betekenis die een dergelijke didactiek kan hebben. Als het je aanspreekt of als je je laat aanspreken, als docent of leerling, zo weten we uit eigen onderwijservaring. Want, ‘niet iedereen stapt hier in.’

 

Houdt het dus klein, begin laagdrempelig en dichtbij. Ik hoor mij het verhaal vertellen over de urban dance, de metafoor waarover Bart van Rosmalen sprak in de podcast die ik eerder met hem maakte en die nu via mij tot leven is gekomen. Ik zie mezelf bewuster heen en weer pendelen tussen gemeenschap, groep of gezin waarin ik in het dagelijks leven beweeg en mijn eigen makerschap. Tussen ik en wij. De grenzen zijn scherper. Tegelijk besef ik dat die twee werelden als nooit tevoren aan elkaar vastzitten. Ook in tijd en ruimte. Ze horen bij elkaar.

 

Ik beleef terug. De Musework Live-sessie op vrijdag, vanuit de Learning Community Connected Making. Ik zie wat bekenden: mijn eigen zus, een vriend Albert en wat onderwijsbekenden. Dorien Bruijns – een docente design - vertelt.Ik noteer drie woorden die in mij resoneren, dat is de uitnodiging. En ik maak vervolgens een tekening. Sander en Helene hebben hetzelfde gedaan. De vijf minuten in onze eigen private Zoom-room zijn zo voorbij. We luisteren naar elkaars werk, ontdekken nieuwe lagen en gemeenschappelijkheid. Ik voel plezier, raak nieuwsgierig, wil dóór, of anders nog een keer. Na vijf kwartier is het voorbij. Ik weet, er komen nieuwe kansen.

 

Op dinsdagavond is er een webinar met NIVOZ-collega Rob Martens over wat het muzisch perspectief en/of spelen betekent voor onderwijsvernieuwing. Het is een initiatief van de Werkplaats Grensgangers. Ook daar draait het om de ontmoeting en de wederkerigheid, in eerste instantie tussen de gasten, Rob en Bart. Ze zijn persoonlijk, maar maken ook een gezamenlijk verhaal. En ondertussen sta ik zelf ook aan. Gelukkig mag ik in het derde deel – de Q&A - via de chat ook weer zelf meedoen. Mijn handen jeuken, ook daarna nog. Een transcriptie van de avond zet ik bij NIVOZ online en ook de bijdrage van Jinke Coenen deel ik met haar goedkeuring met mijn netwerk, benieuwd als ook zij is wat ik ermee heb gedaan en ervan heb gemaakt.

 

En dan is er de slotdag – op 14 mei – van de Werkplaats Muzisch onderzoek. Ik doe mee met sessies van Anouk Saleming, met Annemiek Vera & Marjolijn Zwakman en met Alexandra Bronsveld. En word al snel meegevoerd. Eerst in het taalspel, het proeven van woorden. Daarna in het scheppende zelf, het lichaam en de ruimte. En vervolgens naar het gehoor, het is een verwondersessie rondom de podcast En toen was het stil. Ik schrijf in 10 minuten een Ode aan de spontane ontmoeting, na wat mentaal en verbaal stretchwerk en veel speelse aanvullingen. Ik reis door mijn scheppende zelf en verbaas me over de diepte van het gesprek. En ik laat me verrassen door mijn eigen antwoord op de vraag welke oude draden ik aan het einde van de coronatijd heb opgepakt: ‘Ik geloof dat er niets meer hetzelfde is, dat we voorgoed zijn veranderd door het leven.’ En mijn woord daarbij is: ‘Blauwe lucht’.

 

Het voelt alsof ik op een andere manier in de wereld sta, zeg ik vanochtend tegen een andere Bart – die van ArtEZ, met wie ik dat wandelingetje maak en weer zo’n gesprek voer dat het karakter van een ontmoeting heeft in een tussenruimte, the space in between (niet toevallig de naam van het project dat hij vanuit het Wilde Westen is gestart). Ik zeg hem dat ik – juist in deze coronatijd – contact, samenhang en verbondenheid ervaar. We spreken over grenzen die er ook altijd zijn; over tussen de linies opereren en over aanwezigheid; over bewegen op wat er is. De verhalen stapelen zich in het gesprek op elkaar. ‘In alle gesprekken die ik voer, draait het vooral om luisteren,’ zeg ik, in iets andere woorden. Best een open deur, weten we, als je zo’n zinnetje vanaf het papier leest. Maar in deze context, in ons gesprek, daar uitgesproken, is het zo veelbetekenend.

 

‘Kun je niet aan het begin zeggen ‘Ik ben afwezig’ en onderzoeken of je in het moment aanwezig kunt raken?’ Femke stelt mij deze vraag per mail, zonder een antwoord te verwachten. Het gesprek met haar is er een die de voorbije weken ook is ontstaan. Ik schrijf, wekelijks - niets bedacht, zo denk ik - vanuit wat geschreven wil worden. En een aantal mensen luistert mee en begint nu ook terug te schrijven. Korte zinnen, verhaaltjes, vragen, gebeurtenissen die zijn aangewakkerd. Nu een gedicht, dan weer een foto of schilderij. Soms met woorden, dan weer met een betekenisvolle stilte of langere pauze. Er is altijd wat.

 

Op 14 mei sluit ik een magische Musework Live-dag af met onderstaande woorden, zonder nog te weten wat de impact was of de uitwerking zou zijn. Maar kan het eigenlijk anders?

 

Proeven aan woorden, zintuigelijke taal, benieuwd naar mijn spreken.
Fran luistert mee, het begin van mijn Ode aan ontmoeten.

Wangstreling, klapzoen en verder naar binnen. Naar de speelruimte.

Aanmoedigingen, doen en proberen dus. Op weg naar een samenzang, een geluid uit duizenden.

Nieuwe combinaties, een-tweetjes en driehoekjes, een scheppend zelf, voorbij het gekende, een nieuw leven, stromend.

En iedereen kan het horen, zien.

En voelen.

 

 

Reacties