Hoofd in je hart
Als Carolien en ik aankomen bij het atelier van Joost Stokhof en Jorgen Koolwijk is de groep al binnen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, zitten ze aan tafel in het atelier vol printers, computers, en kleine figuurtjes in onverwachte hoekjes. Joost en Jörgen zijn met ze in gesprek. De groep kan het nu wel zonder ons.
Er wordt gewerkt en er worden grapjes gemaakt.‘Waar moet ik het hoofd van Sietze laten?’ vraagt Joanne, die een portret van Sietze heeft getekend. ‘In je hart’, antwoordt Joost en loopt door.
Het ontroert me dat er een soort vanzelfsprekendheid is ontstaan bij de groep. Waar ze zich een aantal weken nog wat ongemakkelijk en defensief opstelden (met vragen als ‘waarom?’ en ‘waar is dat goed voor?’), ontstaat nu bereidwilligheid. Ze gaan aan de slag. Ze zeggen ‘ja’. Ze werken de hele dag. Verbazen zich nauwelijks over Tineke Steenbrink, die met een klavecimbel in een zak met ze meekijkt. En als ze aan het eind van de middag voor de groep speelt, wordt er echt geluisterd. Er worden associaties gedeeld en vragen gesteld.
Met een blij gevoel fiets ik naar huis. Misschien is er toch iets een heel klein beetje verschoven bij deze jonge mensen. Misschien is het hoofd iets meer naar het hart gaan luisteren.