Alles heeft zijn uur

10-puntsreflectie

‘Wat in een goed vat zit, verzuurt niet.’

en

‘Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd.’

 

1) Wat mij heeft geraakt deze bijeenkomst: 

  1. Dat het was gelukt om weer een keer bij elkaar te komen, en dat we elkaar weer allemaal zagen.
  2. Dat er nieuwe mensen bij waren, dat we daarmee de groep aan het uitbreiden zijn. Dat deze mensen ook allemaal meededen, dat er niet veel discussie was waarom of hoe. En dat ze er, in ieder geval in mijn gevoel, meteen helemaal bij hoorden. Voor mij is dit nu ‘de groep’. (zie ook 10)
  3. Het voorstelrondje, waarbij ieder iets vertelde over de persoon die hij of zij had meegenomen, of door wie hij of zij meegenomen was. Dat ‘wij van de Baak’ alle drie niemand hadden weten te vinden – het leek toch wel symbolisch, betekenisvol.
  4. Dat ‘wij van de Baak’ daarom elkaar maar voorstelden – en de woorden van Godfried over mij, en wat mijn (gedwongen) vertrek bij de Baak voor hem betekende, hoe het hem raakte.
  5. We deden gewoon, we waren bereid te proberen, te onderzoeken, te reflecteren.
  6. De vorm van Peter, waarbij we, met het verleden ‘hier’ en de toekomst er tegenover, door een poort van twee partners liepen van het verleden naar de toekomst. Eerst met het lichaam gedraaid met verleden in de rug, gezicht naar toekomst – vooruit lopen dus – en toen met het lichaam gedraaid met de toekomst in de rug, gezicht naar het verleden – achteruit lopen dus. Ik merkte dat ik de toekomst makkelijker te benaderen vond als ik het verleden bleef zien – liep liever achteruit.
  7. De vorm van Caroline, waarbij we in tweetallen elkaars lichaam omtrokken, liggend op twee aan elkaar geplakte flipovervellen. Het vertrouwen dat ik dat kon toelaten met een man die ik voor deze bijeenkomst nog nooit eerder had gezien – bij toch best wel een spannende activiteit eigenlijk. De ontdekking dat mijn lichaam wel veel had meegemaakt aan pijn, en hoe ik dat steeds had weten te overkomen en daar een krachtig mens mee was geworden.
  8. De vorm van Nirav, waarbij we meerstemmigheid in individuen-in-gesprek onderzochten. Dat zou ik nog wel eens willen doen, want omdat ik een individu-in-gesprek was en dus geen labelaar, heb ik er veel niet van begrepen.
  9. De performance van Godfried, met zijn foto’s geprojecteerd achter hem, en zijn vertellen over het proces waarin hij daarmee en daaromheen zat. En vooral de woorden die anderen er na afloop al reflecterend over zeiden. Ik herinner me dat iemand zei de foto’s eerst niet zo bijzonder te vinden, maar door er langer naar te kijken en met het verhaal van Godfried erbij, werd de betekenis groter en de foto’s bijzonderder.
  10. Hoe we bij de afronding ineens weer ‘wij & zij’ waren: de groep opstarters van Staging en de groep aansluiters bij Staging. Ik snapte dat niet en werd er door verrast. 

 

2) Wat mijn vraag was:

Hoe blijft dit proces levend, hoe mag het groeien, organisch, dus ook mensen erbij (mogen er ook mensen af? dat wil ik niet! – heel kinderlijk) en waar vindt het plaats? Wat wil er ontstaan, kunnen we dat al voelen?

 

3) Wat ik concludeer:

Dat ik het niet weet. Omdat ik niet weet, op dit moment in de tijd, hoe dat voor de anderen is. Ik voel in mij een verlangen deze vorm te laten groeien, te blijven onderzoeken met elkaar, elkaar te blijven opzoeken en met elkaar te interacteren.

Is dat verlangen vergelijkbaar met een intentie die er onder alle groei zit – ook van een boom bijvoorbeeld, of van de menselijke eigenschap om telkens verder te ontwikkelen – ieder voor zich lijkt het vaak, maar als je historisch/archeologisch kijkt dan zie je toch duidelijk dat de mensen dat met ons allen samen hebben gedaan.

En betekent dat dan dat dit gestart is en niet meer zal stoppen? Dat lijkt me te kort door de bocht – niet alles wat mensen begonnen zijn is historisch voortgezet. Er zijn ook dingen geprobeerd en nooit meer voortgezet en teruggekomen. Dus er is ook iets nodig als gedeeld verlangen, en inzet om iets verder te brengen.

 

4) Motto 

Prediker 3:1-8

1 Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd; 2 er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om het geplante uit te rukken, 3 een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen, 4 een tijd om te wenen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwklagen en een tijd om te dansen, 5 een tijd om stenen weg te werpen en een tijd om stenen bijeen te zamelen, een tijd om te omhelzen en een tijd om zich van omhelzen te onthouden, 6 een tijd om te zoeken en een tijd om te laten verloren gaan, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te werpen, 7 een tijd om te scheuren en een tijd om dicht te naaien, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken, 8 een tijd om te beminnen en een tijd om te haten, een tijd van oorlog en een tijd van vrede.

Reacties