Deugdenleer & waarden

De deugdenleer danken we aan de Griekse oudheid. Het gaat om zeven deugden, richtlijnen voor deugdzaam (ethisch goed) handelen. Vier van deze zeven deugden worden de kardinale deugden genoemd: de deugden waar het écht om draait bij ethisch handelen.
Dit zijn die zeven deugden, met als eerste vier de kardinale:
Prudentia (voorzichtigheid - verstandigheid - wijsheid)
Iustitia (rechtvaardigheid - rechtschapenheid)
Fortitudo (moed - sterkte)
Temperantia (gematigdheid - matigheid - zelfbeheersing)

Fides (geloof), in Latijnse teksten vaak omschreven als Pietas
Spes (hoop)
Caritas (naastenliefde/liefde - liefdadigheid)