Verzachten en verstenen in werk

Donderdag 18 november voerde ik onder leiding van Peter Rombouts een theatrale dialoog uit met Idwer Doosje. Naast het fantastische doorgaan op de werkingsmechanismen van zo'n vorm, wat we in het plenaire gedeelte deden erna, ben ik ook erg getroffen door een inhoudelijk spoor dat zich in deze werkvorm liet aanboren.

Verloop:

  1. Vraag opschrijven en terzijde leggen
  2. Uitvoeren theatrale dialoog in tweetallen
  3. Individueel even doorschrijven hierop
  4. Beurtelings voorlezen aan partner en stilte
  5. Herlezen en twee zinnen met een inzicht eruit tillen
  6. Orakeleffect laten optreden door de vraag er weer boven te zetten

Ik schreef het volgende door op de theatrale dialoog met Idwer:

Ze hielden je onder schot en ik had je in mijn macht. Maar je brak mijn Guernica-blik door nieuwsgierig te zijn. Zo was ik commandant af en werd ik leraar. Je vertederende openheid naar de wereld deed me voorlezen. En toen kwam je met een heel klein vogeltje aan. Het kan niet meer vliegen, maar de vleugels waren zó zacht... Om de beurt streelden we het verendek. Ik durfde je blik niet te beantwoorden, want die maakt me brozer dan ik aandurf nu. 

Als jij je vleugels maar niet spreidt en uitvliegt voordat ik weer verzachten kan. Laat me niet alleen, van steen, opgesloten in mezelf, als marmeren beeld, hier op de rotskust, eenzaam staan met een levenloos oneindig uitzicht.

Aan Iphigenia in Tauris moest ik denken tijdens het schrijven van die laatste zin. Daarom heb ik er een schilderij bijgezocht. Deze is van Valentin Serov uit 1893. De twee inzichten die ik uit het tekstje tilde waren:

  • Daar waar de vertederende nieuwsgierigheid zit, daar verschijn ik als leraar.
  • Blijf er even bij ondanks dat zacht contact nog niet lukt.

Het orakeleffect trad bij mij zeker op toen ik mijn startvraag er weer bij pakte. Mijn startvraag was namelijk deze: "Hoe kan je een knellend perspectief ontvangen?"

 

Achtergrond

Deze vraag stelde ik naar aanleiding van een moment dat ik eerder die week beleefde in mijn werk. We bereidden met een paar collega's een 'inspiratiecafé' voor waarin docenten gaan deelnemen met het oog op 'studentenbinding'. Mij is gevraagd op daar aan bij te dragen door mijn video-essay te vertonen over een bredere kijk op onderwijs. Tijdens de voorbereiding stelde ik voor dat we dezelfde video samen zouden bekijken en deze met behulp van een werkvorm te verdiepen. Vlak voordat we de video gingen bekijken zij de collega dat "zij vanuit het 'klantperspectief' ons wilde instrueren om te kijken met de relevante thematiek in gedachten." Dat knelde voor mij. Mijn zorg was dat we zo minder vrijelijk en minder ontvankelijk zouden kijken naar mijn video en zo juist verdieping zouden missen.

 

Verdere verkenning van het beeld dat ik beschreef door de theatrale dialoog

De mythe van Perseus die de confrontatie met Medusa aangaat resoneerde weer met het tekstje hierboven toen Bart en Anouk deze aanhaalden. Medusa versteent anderen door haar monsterlijke blik. Perseus heeft gevleugelde schoenen. De scène over zijn fijne volkomenheid waarmee hij Medusa's afgehakte hoofd even terzijde legt, is die wanneer hij Andromeda vastgebonden aan een rots bij zee ziet en besluit haar te redden. Wat frappant dat er in mijn tekstje ook dat soort beelden voorkwamen, nog voordat we gingen luisteren naar deze mythe.

Wat ik mooi vond is dat Anouk ook de vertaling van Ovidius' dichtregels uit Metamorfosen voorlas. Dat zette mij aan om die op te zoeken in het oorspronkelijke Latijn en deze zelf ook te vertalen. Zo hoop ik nog meer uit het beeld te halen van hoe teder Perseus omgaat met het monsterlijke hoofd. De manier waarop ik dat wil doen is door te vertragen op de taal. Door die tekst hardop te lezen in de oorspronkelijke taal. Betekenissen van individuele op te zoeken. Hun plek binnen de dichtregels te proberen te voelen. De link met woorden in het Nederlands af te speuren.

Eerst is het al interessant om de woordvolgorde van de dichtregels even aan te houden. In het Latijn zorgen naamvallen ervoor dat alles wat bij elkaar hoort en een bepaalde functie heeft, voor de toehoorder wel te volgen is, ondanks dat woorden kriskras door elkaar heen lijken te staan. Maar de dichter ontvouwt de beelden; hij kan een voorafspiegeling geven of (verrassend) contrast oproepen door te spelen met volgorde en clusters van woorden. Dus eerst even de tekst van Ovidius en een vertaling met dezelfde woordvolgorde:

 

Ipse manus hausta victrices abluit unda,

Zelf zijn handen aan onttrokken overwinnende afspoelde golf 

anguiferumque caput dura ne laedat harena,

en slangendragende hoofd ruige opdat niet schaadt zand

mollit humum foliis natasque sub aequore virgas

zacht maakt bodem met bladeren en afkomstige onder water twijgen

sternit et inponit Phorcynidos ora Medusae.

uitspreidt en neerzet Phorkys' dochter bek van Medusa

Virga recens bibulaque etiamnum viva medulla 

Twijg recentelijk en te drinken gegeven zojuist nog levend merg

vim rapuit monstri tactuque induruit huius

kracht roofde van het monster en bij contact harder werd ervan

percepitque novum ramis et fronde rigorem.

en verwerft zich nieuwe als tak en bladertros hardheid

At pelagi nymphae factum mirabile temptant

Ook de zeenimfen geschiedene wonderbaarlijk pogen

pluribus in virgis et idem contingere gaudent

verscheidene op planten en zelfde treffen blij zijn

seminaque ex illis iterant iactata per undas.

en zaad van dezen herhalen geworpen in de golven.

Nunc quoque curaliis eadem natura remansit,

Nu ook koraal zelfde eigenschap bewaart,

duritiam tacto capiant ut ab aere, quodque

hardheid bij aanraking verweft wanneer in de lucht, en wat

vimen in aequore erat, fiat super aequora saxum.

buigzaamheid onder waterspiegel was er, worde boven waterspiegel steen.

 

Dat gaat best aardig. Op deze manier blijven de eerste en de laatste woorden van elke regel op een plek staan waar hun werking in het gedicht zelf tot haar recht komt. (Er vanuit gaande dat de pauzes tussen de regels zowel het zojuist voorgezongene vasthouden als anticipatie oproepen.) In de eerste vijf Latijnse regels zie je ook dat elke zin rijmt: undasharenavirgasMedusaemedulla... Deze woordenreeks "golven, zand, twijgen, Medusa, merg..." schetst de wonderlijke scène in vijf bijeengebrachte elementen. Een wonderlijk feit voltrekt zich hier en de zeenimfen onderzoeken of wat hier geschiedde ook elders te herhalen valt. Tot hun vreugde lukt dat. Het heeft alles weg van actieonderzoek dat een sterke mate van generaliseerbaarheid heeft. Al wordt de ontdekking per toeval gedaan, toch levert het universele kennis over de werking van de natuur op.

De laatste twee zinnen "Het (koraal) verwerft een hardheid in contact met de lucht, wat buigzaam was in het water, wordt van steen boven de waterspiegel" kunnen ook als metafoor dienen voor hoe je kennis kan onttrekken aan de levende ervaring. Net als een herbarium zoals dat van Bart. Uit de levende zee gehaald verstenen de planten in de ijle droge lucht. Daarmee levert hun gedaanteverwisseling ook weer een andere schoonheid en bruikbaarheid. Niet voor niets onderwijst de dichter ons over deze processen in de fysieke wereld in een werk getiteld 'Metamorfosen'.

Terug naar het handelen van Perseus. In de eerste vier regels zien we wat hij doet. Hij is net klaar met het doden van het zeemonster en wast zijn handen. Dan legt hij ook Medusa's hoofd op de grond. Die fijne volkomenheid van Perseus verschijnt in de tweede, derde en vierde regel

De drie persoonsvormen die Perseus' handelingen schetsen zijn mollit, sternit et inponit... Hij maakt zacht, hij spreidt uit en hij zet neer en allemaal dura ne laedat harena, "om te voorkomen dat het ruige (dura) zand schade doet". Wat schade doet? Anguiferum caput, "het slangendragende hoofd". Waar Perseus op uit is, voorkomen van schade/letsel, staat letterlijk ingekapseld in de woorden "ruig" en "zand". Dura is een woord dat hardheid, stugheid, ruigheid bij aanraking betekent. Het volgt direct op anguiferum(que) caput, slangendragend hoofd, maar voor Latijnse oren geeft de uitgang -a van het woord durus al aan dat het niet een beschrijving van dat hoofd is. De toehoorder hoort het slangendragende hoofd direct als het lijdend voorwerp. Met dura kan het dan nog drie kanten op:

  1. dura kan gaan over iets wat of iemand (v) die ruig is en iets wat op dat slangendragende hoofd inwerkt;
  2. dura kan gaan over dingen die ruig zijn en op dat slangendragende hoofd inwerken;
  3. iemand kan iets doen met het hoofd met behulp ergens van wat dura is.

Maar na dura horen we dus dat het Perseus te doen is om ne laedat, opdat iets ruigs niet het hoofd beschadigt. En derhalve mollit humum foliis natasque sub aequore virgas sternit..., "maakt Perseus de bodem zacht met bladeren en spreidt planten die van onder water komen erover uit." 

Dat doet hij natuurlijk met diezelfde handen als waarmee hij dat monster heeft gedood en die hij in de eerste zin aan het afspoelen was: Ipse manus hausta victrices abluit unda, "Zelf spoelt hij zijn overwinnaars-handen (manus victrices) af met een schep zeewater." Je ziet hem een kommetje vormen van zijn handen en het zeewater opscheppen en dan het bloed en de smurrie wassen van wat zoëven nog pulserende knuisten waren. Deze handen maken daarna een zacht bedje voor Medusa's hoofd. Dan plaatst hij haar hoofd daar op, Phorcynidos ora Medusae, "de mond/bek, oftewel het hoofd van Medusa, dochter van Phorcys".

Als in het beeld van de dichter eenmaal is bewerkstelligd dat iets wat ruig en hard is (dura) iets wat broos is niet meer kan beschadigen, begint juist de wonderlijke werking van andere zaken die ooit buigzaam (vimen) waren, maar waarvan het nog levende zachte merg (viva medulla) nu al drinkend (bibula) kracht (vim) steelt met als effect dat zij een ruigheid/hardheid (duritia) verwerven als van steen. Hieruit zou je kunnen afleiden dat iets wat iets anders in zachtheid opvangt, door ontvankelijkheid iets laat doorsijpelen vanwege zijn zachte levende kern en dus niet onberoerd kan blijven, niet zonder afdruk van dat wat het opvangt.

 

Conclusie

Mijn startvraag "Hoe kan ik een knellend perspectief ontvangen?" beantwoorden met wat Ovidius schetst: "met zachtheid en volkomenheid, ook al ben je in staat tot het killen van monsters", betekent niet dat de kous daarmee af is. Dat wat ik toelaat zal doorwerken op me. Dat heeft ook weer een vorm nodig, net als koraal om terug aan de wereld gegeven te worden. Koraal is sierlijk en wonderlijk. Onze diepe zachte kern die geraakt wordt, kan ook iets laten verschijnen dat een wonderlijk voorkomen heeft. Ovidius wijst ons op een natuurwet. De Zeenimfen hebben empirische gegevens verzameld over dat het zo werkt.

 

Reacties