Bedaren of niet bedaren? - intimiteit & muziek
Een dekhengst die met hulp van een tante een pony bevrucht die verhoogd op een hooibaal is geplaatst. Daar kwamen mensenhanden bij te pas die niet droog bleven. Een puberende Bart van Rosmalen keek toe en ik zag hem dit vertellen in de Metaal Kathedraal op een hete dinsdagavond over 'intimiteit & muziek'. We hadden nog niet ontdekt hoe de airco werkte en een steeds oranjer wordende zon wierp zwoel licht door de kerkramen op het publiek. Uit de lijvige rondingen van de cello balkte een improvisatie en de lokroep werd plots beantwoord door de altviool van Esther Apituley, ‘mijn minnares’ genoemd door haar. Daarna zweepten wereldkampioenen Peter Rombouts en Marga Wouters met een intense tango de temperatuur nog meer op. Lijven veranderden in muziek en de muziek liet zich als een lichaam voelen. Esther riep iemand uit het publiek en vertolkte deze jonge dame op de altviool. Zelf ontdekte ze haar 'vrouw zijn' door spontaan zich de tango te laten dansen met Peter. Anouk Saleming reeg de onderdelen in een paringsdans van prachtige zinnen aaneen deze avond, waarbij ze via onze oorschelpen binnendrong tot in onze lijven. Het zweet parelde over mijn gezicht. Meeschrijven en meetekenen was van meet af aan een onmogelijkheid.
De muziek klonk en werd besproken. Barts open brief aan zijn voormalig celloleraar over musicus worden en nooit ingewijd worden in de sensualiteit van dit instrument. Gieren als Jimmy Hendrix bij kaarslicht. Whiskeynachten op de zolder van een vriend over welke van de langspeelplaten de beste is. Een verboden stuk van Bartók. 'Wat is de oorsprong van melodieuze klanken in de oermensen?' wierp conservatoriumdirecteur Jos Schillings op. 'Elkaar bijeen zingen en anderen verjagen?' Ik herinner me flarden van de woorden. Mijn hoofd verdronk die avond in het aangezwollen geluid, de sierlijk en furieus geconcentreerd bewegende lijven en in het bad van avondlicht. Als ik nu iets probeer terug te roepen van de inhoud dan smelt het voordat ik weet wat ik precies erover wil zeggen. Dat laat ik graag over aan mijn collega's.
Maar mijn filmrol staat vol met 175 foto’s van 17-05 van de voorstelling die zich ontspon. Mijn lichaam verspringt nog van trillingsgetal als ik de verzameling op mijn telefoon zie. Het lijkt een vorm van synesthesie die past bij een esthetische ervaring. Doet me denken aan wat de Franse filosoof Merleau-Ponty schreef over de schilder Paul Cézanne in de 'De wereld waarnemen'. Het is heerlijk. En het maakt me nieuwsgierig hoeveel hiervan je kan openen in je werk als professional. Of is het dan een verboden vrucht? Werp een muzische blik op je collega’s die aan het werk zijn geflankeerd door vormen van apparaten, smaakvol kantoormeubilair, ingelijste werken aan de muur, trippelende toetsaanslagen, zuchten, liftbelletjes, geurende gemalen koffiebonen en een spel van binnenvallend licht en schaduwen: er is overal zinnelijkheid in de dingen buiten de grenzen van onze lichamen. De vraag voor mij is niet of zij er wel of niet mag zijn. De vraag is eerder wanneer ik haar níet tot bedaren moet brengen.
En dat is een vraag waar mijn hoofd nu even geen zin in heeft.